NOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 17 van de BBT-conclusies voor GLS.

Terug naar het overzicht

NOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 17 van de BBT-conclusies voor GLS.
Techniektype
BBT
Extra informatie

BBT-GEN's voor NOX-emissies afkomstig van de smeltoven in de sector verpakkingsglas: zie tabel 7 in de BBT-conclusies

I. Primaire techniekenia) Toepasbaar in conventionele lucht-brandstofgestookte ovens.De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd.ib) De techniek kan enkel worden toegepast in specifieke installatieafhankelijke omstandigheden, omdat de efficiëntie van de oven erdoor daalt en het brandstofverbruik stijgt (d.w.z. geschikt voor recuperatieve ovens, maar niet voor regeneratieve ovens).ic) Getrapte brandstoftoevoer kan in de meeste conventionele luchtbrandstofgestookte ovens worden toegepast.Getrapte luchttoevoer kan slechts zeer zelden worden toegepast door de technische complexiteit ervan.id) De toepasbaarheid van deze techniek is beperkt tot speciale branders met automatische recirculatie van het afgas.ie) De techniek is algemeen toepasbaar.De milieuvoordelen van deze techniek zijn doorgaans kleiner in dwarsgestookte gasovens als gevolg van technische beperkingen en de geringere flexibiliteit van de oven.De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd.if) De brandstofkeuze hangt af van de beschikbaarheid van de verschillende brandstoftypen, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat.ii De techniek kan slechts worden gebruikt voor gemengsamenstellingen met een hoog gehalte aan externe glasscherven (> 70 %).Om de techniek te kunnen toepassen, moet de smeltoven volledig worden verbouwd.De vorm van de oven (lang en smal) kan ruimtelijke beperkingen opleveren.iii Niet van toepassing voor de productie van grote glasvolumes (> 300 t per dag).Niet toepasbaar wanneer het productievolume aanzienlijk varieert.De oven dient voor deze techniek volledig te worden verbouwd.iv De milieuvoordelen zijn maximaal wanneer de techniek wordt toegepast in het kader van een volledige ombouw van de oven.II. Secundaire techniekeni Om de techniek te kunnen toepassen, moet het stofbeperkende systeem mogelijk worden verbeterd om de stofconcentratie onder 10 – 15 mg/Nm3 te houden en moet een ontzwavelingssysteem worden voorzien voor de verwijdering van SOX-emissiesDe techniek kan alleen met elektrostatische filters worden gebruikt, omdat de werking slechts optimaal is binnen een bepaalde temperatuurbandbreedte. De techniek wordt doorgaans niet gebruikt met een doekfiltersysteem, omdat het afgas opnieuw zou moeten worden verwarmd als gevolg van de lage werkingstemperatuur (bandbreedte van 180 tot 200 °C).De implementatie van deze techniek vergt heel wat ruimte.ii De techniek is toepasbaar voor recuperatieve ovens.De techniek kan slechts zeer zelden worden gebruikt in conventionele regeneratieve ovens omdat de juiste temperatuur­bandbreedte moeilijk kan worden bereikt of omdat de rookgassen niet goed met het reagens gemengd kunnen worden.Zij kan worden toegepast in nieuwe regeneratieve ovens die met twee regeneratorkamers zijn uitgerust. De temperatuur kan echter moeilijk binnen de vereiste bandbreedte gehouden worden door de branderwisselingen, die een cyclische temperatuursverandering veroorzaken.

Studie BREF voor de glasproducerende industrie
Studietype
Europese BREF
Laatste herziening Europese BREF-studie januari 2013
Referenties in BBT-conclusies
Milieuaspecten
Sectoren