Rubber banden

1.1 Definitie

Onder banden wordt verstaan elke volle of luchtrubberband met inbegrip van bandages met uitzondering van fietsbanden (VLAREMA art. 1.2.1. §2 5°).

Dit kan gaan over personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, zwaar transport, landbouwvoertuigen en EM- (Earth Moving) voertuigen . De typische samenstelling van een band is afhankelijk van het voertuigtype. Voor banden van personenwagens en vrachtwagens ziet deze samenstelling er typisch als volgt uit (ETRMA, 2022):

Tabel 1: Samenstelling afvalbanden (ETRMA, 2022)
Materiaal

Band personenwagen en lichte vrachtwagens

(massa%)

Band vrachtwagen

(Massa%)

Natuurrubber 17 34
synthetisch rubber 24 12
Vulstof (Carbon black, silica) 29 24
Chemische additieven (zink, zwavel...) 14 9
Metaal (staal) 12 21
Textiel 4 0

Volgens het aanvaardingsplichtconvenant (19 november 20190) is een afvalband "elke band die niet meer wordt of niet meer kan gebruikt worden voor hetzelfde doel als waarvoor de band was bedoeld en waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Het betreft zowel rechapeerbare als valoriseerbare banden"

Een herbruikbare band is "een band die voldoet aan de wettelijke normen inzake het gebruik voor hetzelfde doel als waarvoor hij was bedoeld" . 

1.2. Hoeveelheden

Volgens het jaarverslag van Recytyre (2024), het beheersorganisme voor afvalbanden, werden er in 2023 in België 87 440 ton afvalbanden ingezameld, waarvan ongeveer 61% in Vlaanderen. Bijna 61% was afkomstig van personenwagens en net geen 30% van vrachtwagens. In Vlaanderen gaat het om 53% autobanden en 36% vrachtwagenbanden. De inzameling is sinds 2014 licht gestegen, maar is reeds enkele jaren relatief stabiel.

2.1. Vlaamse wetgeving

2.1.1. VLAREMA

Afvalbanden zijn onderworpen aan de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (art. 3.1.1.). De aanvaardingsplicht wordt collectief geregeld met een aanvaardingsplichtconvenant (19 november 2019). Het beheersorganisme is Recyctyre.

De aanvaardingsplicht geldt zowel voor de vervangmarkt als voor de nieuwmarkt (art. 3.4.3.1.). Tussenhandelaars en eindverkopers van banden zijn verplicht de afvalbanden gratis in ontvangst te nemen van de klant als die nieuwe banden aankoopt (1 tegen 1 principe). Een privaat huishouden mag gedurende de looptijd van het convenant 4 afvalbanden inleveren zonder een nieuwe band aan te kopen (1 tegen 0 principe).

Overeenkomstig het VLAREMA gelden voor de ingezamelde banden volgende doelstellingen (art. 3.4.3.2.):

  • Een inzamelpercentage van min. 85% en max. 100% ten opzichte van nieuwe banden die door de producenten op de markt gebracht worden;
  • Tegen 2030 wordt het minimumpercentage verhoogd tot 95%*;
  • herbruikbare banden en rechapeerbare banden worden vóór de verwerking gescheiden (zie ook VLAREM II art. 5.2.2.4.2. §6);
  • het percentage voor het hergebruik: min. 10%;
  • het percentage voor loopvlakvernieuwing: min. 10%;
  • het totale percentage hergebruik, loopvlakvernieuwing en recyclage: min. 85% en min. 95% tegen 2030*;
  • de rest van de ingezamelde afvalbanden wordt nuttig toegepast, de verwijdering van afvalbanden is niet toegestaan (zie ook art. 5.2.6.1.).

*"tenzij uit een onderbouwde evaluatie blijkt dat deze inzameldoelstellingen tegen 2030 niet haalbaar zijn"

2.2. Europese wetgeving

2.2.1. Richtlijn afvalstoffen

Richtlijn 2008/98/EG vormt het kader voor de Europese afvalstoffenwetgeving. De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid kan door de lidstaten toegepast worden voor afvalbanden, maar dit is niet verplicht.

2.2.2. Richtlijn storten van afvalstoffen

Richtlijn 1999/31/EG verbiedt het aanvaarden van hele gebruikte banden en versnipperde gebruikte banden op stortplaatsen. Deze bepaling is omgezet in VLAREMA artikel 5.2.6.1.

2.2.3. Richtlijn afgedankte voertuigen

Volgens richtlijn 2000/53/EG moeten banden en grote kunststofonderdelen van afgedankte voertuigen gedemonteerd worden voor de verwerking, als ze bij de shreddering niet zodanig verwijderd kunnen worden dat ze als materiaal gerecycleerd kunnen worden (Bijlage I 4). Deze bepaling is omgezet in VLAREM II artikel 5.2.2.6.4. §4

3.1. Inzameling

Afvalbanden worden opgehaald door geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of –makelaars (IHM) voornamelijk bij garages en bandencentrales, maar ook bij erkende centra voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen en recyclageparken.

De banden die door inzamelaars erkend door Recytyre worden ingezameld zijn afvalbanden die vallen binnen het toepassingsgebied van het aanvaardingsplichtconvenant. De banden dienen aan een aantal kwaliteitsvoorwaarden en opslagvoorwaarden te voldoen om een optimale inzameling en verwerking te verzekeren (zie folder Recytyre). Zo dienen de afvalbanden bijvoorbeeld vrij te zijn van water, moeten van de velg ontdaan zijn en dienen ze zuiver en vrij van verf of andere chemicaliën te zijn.

Recytyre stelt een aantal regels voorop voor het laten ophalen van afvalbanden die vrijgekomen zijn in de vervangmarkt:

  • Een inzamelaar voor de ophaling wordt best pas gecontacteerd vanaf 500 kg of 65 afvalbanden van personenwagens, 4x4, aanhangwagens, caravans, bestelwagens, lichte bedrijfsvoertuigen, motors, quads, vrachtwagens en autobussen.
  • Voor de inzameling van afvalbanden van het type landbouw, wegenbouw en industrie, is de drempel voor de inzameling vastgelegd op 1000 kg.
  • Alle afvalbanden die aan een Recytyre Partner worden overhandigd, moeten voldoen aan de minimale kwaliteitsvoorwaarden gesteld door Recytyre.

De opslag van afvalbanden gebeurt op een vloeistofdichte vloer met afwateringssysteem en/of in containers. In openlucht moeten de banden afgedekt zijn met een zeil of afdak. Het is verboden om afvalbanden met landbouwers of niet geregistreerde IHM’s mee te geven of af te voeren naar niet vergunde inrichtingen. Vermits het gaat om een afvoer van afvalstoffen, wordt elke ophaling van afvalbanden verplicht geregistreerd in het afvalstoffenregister.

3.2. Voorbehandeling en hergebruik

De ingezamelde banden moeten door de inzamelaars gesorteerd worden op herbruikbare banden en op rechapeerbare banden. Niet alle banden die gedemonteerd worden krijgen eenzelfde bestemming. Sommige banden zijn nog voldoende intact om op de occasiemarkt verhandeld te worden of komen nog in aanmerking voor loopvlakvernieuwing. Indien dit niet meer het geval is, komen zij in een valorisatieproces terecht, waarbij het rubber ofwel wordt gerecycleerd (materiaalvalorisatie) ofwel wordt gebruikt als energiebron (energetische valorisatie).

3.3. Verwerking en recyclage

Banden met een minimum profieldiepte van 1.6 mm die geen scheuren of gaten of andere gebreken vertonen komen in aanmerking voor hergebruik. Bepaalde karkassen kunnen via rechapage voorzien worden van een nieuw loopvlak en zo opnieuw worden ingezet als band. De overige afvalbanden zijn enkel geschikt voor materiaalrecyclage of energetische valorisatie. In 2023 werden er volgens de cijfers van Recytyre 92 526 ton banden verwerkt. 

De verdeling hiervan over de verschillende hergebruik en valorisatieopties is weergegeven in Tabel 4. De evolutie is weergegeven in figuur 1.

Tabel 4: Valorisatie van banden ingezameld via Recytyre in 2023 (Recytyre, 2024)
  ton %
Energie    
Cementindustrie 23 0,03
Materiaal    
Granulaat 86 175 93,14
Loopvlakvernieuwing 3 324 3,59
Hergebruik 2 559 2,77
Staalindustrie 420 0,45
Textiel 23 0,03

Figuur 1: Evolutie verwerking afvalbanden in België 2014-2023 op basis van Recytyre (2024)
Figuur 1: Evolutie verwerking afvalbanden in België 2014-2023 op basis van Recytyre (2024)

3.3.1. Loopvlakvernieuwing

Banden met een versleten loopvlak, maar met een nog solide karkas komen in aanmerking voor loopvlakvernieuwing. Hiermee kan de levenscyclus van een band aanzienlijk verlengd worden. Het versleten loopvlak (het gedeelte van de band dat tijdens het rijden contact maakt met de weg) wordt er afgefreesd, waarna een nieuw loopvlak wordt aangebracht. Het materiaal dat vrijkomt van het oude loopvlak wordt bewerkt, gesorteerd en komt in het recyclagecircuit terecht. Loopvlakvernieuwing gebeurt vooral met vrachtwagenbanden.

3.3.2. Materiaalrecyclage

Shredding is doorgaans de eerste stap in het recyclageproces van afvalbanden. Schredders werken met beitelachtige messen die op tegengesteld ronddraaiende cilinders gemonteerd zijn. Ze 'knippen' de banden met grote kracht tot onregelmatige repen van circa 40 tot 300 millimeter. De restanten van de staalgordels en de textielvezels zitten er in dit stadium nog in. Verontreinigingen zoals glas, steentjes en zand worden weggespoeld met water, dat ook de shredders afkoelt.

Voor sommige toepassingen is deze eerste bewerking al voldoende. Voor andere recyclagetoepassingen moeten de banden nog verder vermalen worden, en gaan de repen nog verder naar een snijmolen. In dat proces worden de metalen deeltjes magnetisch verwijderd, terwijl de textielvezels met behulp van perslucht worden afgezogen of weggeblazen. Dit proces kan - afhankelijk van de specificaties van de klant - nog verder gezet worden tot de band volledig vermalen is tot poeder.

Om rubber in te zetten in andere toepassingen dan mogelijk zijn na het shredderen of vermalen van afvalbanden, kan devulkanisatie worden toegepast. Door het verbreken van de zwavelverbindingen (devulkanisatie) kan de rubber weer in plastische toestand gebracht worden, waardoor de fractie bruikbaar wordt voor een nieuwe vormgeving. Hierbij wordt getracht de polymeerketens zelf zo weinig mogelijk aan te tasten.

3.3.3. Energetische valorisatie

Rubber heeft een zeer hoge energie-inhoud en brandt prima. De verbranding is echter alleen toegestaan als er energie uit wordt gewonnen (cementindustrie en elektriciteitsopwekking). Dit gebeurt bij temperaturen van meer dan 1.000°C om zo min mogelijk afvalstoffen over te houden. De uitstoot van zinkoxide, fijnstof, zwaveldioxide en andere schadelijke gassen is aan wettelijke normen onderworpen.

Hele of geshredderde afvalbanden ondergaan energetische valorisatie in cementovens. Cementovens werken met zulke hoge verbrandingstemperaturen dat er nauwelijks iets van de banden overblijft. Zelfs het metaal oxideert en kan, samen met de geringe hoeveelheid asresten, in klinkers worden verwerkt.

Laatste herziening: 15/10/2024