1.1 Definitie
Bouw- en sloopafval zijn afvalstoffen die vrijkomen bij het bouwen, renoveren, slopen van gebouwen en constructies en bij het opbreken van wegen en kunstwerken. Uitgegraven grond die bij deze werken vrijkomt, wordt strikt genomen door de Europese wetgeving beschouwd als bouw- en sloopafval. In Vlaanderen worden uitgegraven bodemmaterialen echter geregeld via bodemwetgeving (het bodemdecreet en het VLAREBO-besluit).
Bouwafval is afval dat geproduceerd wordt door bouwwerkzaamheden of afval dat afkomstig is van de gebruikte bouwmaterialen, exclusief hun verpakkingen.
Sloopafval (incl. renovatieafval) bestaat uit de afvalstoffen die geproduceerd worden door sloop-, renovatie- en ontmantelingswerkzaamheden nadat alle losse elementen verwijderd zijn die geen deel uitmaken van de constructie.
Bouw- en sloopafval bestaat hoofdzakelijk uit 2 grote fracties:
1. De steenachtige fractie
90% van het bouw-en sloopafval behoort to deze fractie. Ze bestaat uit beton, baksteen, dakpannen, tegels, enz.
Er zijn verschillende soorten gerecycleerde granulaten, tabel 1 geeft de definities uit VLAREMA artikel 1.2.1.
Onderscheiden soorten van gerecycleerde granulaten |
Beschrijving |
VLAREMA, art. 1.2.1 §2 |
---|---|---|
Asfaltgranulaat | Granulaat dat afkomstig is van de opbraak of het frezen van asfaltverhardingen. | 3° |
Betongranulaat | Granulaat dat afkomstig is van het breken van beton. | 9° |
Menggranulaat | Granulaat dat afkomstig is van het breken van metselwerk en beton, zodat het mengsel een minimaal gehalte aan beton bevat. | 52° |
Metselwerkgranulaat | Granulaat dat afkomstig is van het breken van metselwerk. | 55° |
Brekerzand | De fijne fractie die ontstaat tijdens het breekproces, na de voorafzeving van puin. | 89/1° |
Brekerzeefzand | Zand dat afkomstig is van het zeven, voorafgaand aan het breken van puin met uitzondering van asfaltpuin en freesasfalt. | 14° |
Sorteerzeefgranulaat |
Gerecycleerd granulaat met d ≥ 4mm en Dmax ≤ 80 mm dat verkregen is na het uitsorteren, afzeven en kalibreren van puin met fysische verontreiniging of met asbestverdachte materialen. Het sorteerzeefgranulaat is afkomstig van een sorteerinrichting die beschikt over een kwaliteitsborgingssysteem als vermeld in het eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten; |
78° |
Sorteerzeefpuin |
Afgezeefde grove inerte puinfractie met een korrelmaat groter dan 20 mm die verkregen is na het uitsorteren van puin met fysische verontreinigingen of asbestverdachte materialen, en die afkomstig is van een sorteerinrichting die beschikt over een kwaliteitsborgingssysteem als vermeld in het eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten. |
78/1° |
Sorteerzeefzand | Gerecycleerd granulaat met Dmax = 20 mm dat verkregen is bij het uitsorteren van puin met fysische verontreinigingen en asbestverdachte materialen, en dat afkomstig is van een sorteerinrichting die beschikt over een kwaliteitsborgingssysteem als vermeld in het eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten. | 79° |
In 2015 werd de oorsprong van de steenachtige fractie, of ook puin, geraamd op 17% afkomstig van wegeniswerken, 80% afkomstig van de gebouwensector en 3% afkomstig van de productie van bouwmaterialen (Gillabel et al., 2016).
Bouw- en sloopafval waarvan de steenachtige fractie verontreinigd is met reststoffen noemt men vaak containerafval of ook nog gemengd bouw- en sloopafval. Dit afval moet worden gesorteerd om de verschillende afvalstromen te kunnen recycleren.
2. De niet-steenachtige fractie
De overige ca. 10 massa% behoort tot de niet-steenachtige fractie, die bestaat uit gips, cellenbeton, vlakglas, glaswol, rotswol, isolatie, (harde) plastic, hout, metaal, enz.
1.2. Hoeveelheden
Uit het jaarverslag van het Monitoringssyteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid (Departement Omgeving, 2022) blijkt dat er in 2018 in totaal 17,5 Mton gerecycleerde granulaten in Vlaanderen op de markt werden gebracht door Vlaamse bedrijven. Voor deze stromen werd er een onderscheid gemaakt in het type granulaat (Tabel 2).
granulaat |
Hoeveelheid (kton) |
---|---|
Asfaltgranulaat | 1 506 |
Betongranulaat | 6 670 |
Menggranulaat | 5 994 |
Metselwerkgranulaat | 350 |
Zeefzand | 2 985 |
Totaal | 17 505 |
De hoeveelheid gerecycleerde granulaten (gecertifieerd door COPRO en Certipro) is sinds 1997 sterk toegenomen. Figuur 1 geeft een overzicht van de evolutie van deze gerecycleerde granulaten tussen 1997 en 2016. De vraag naar bepaalde gerecycleerde granulaten kan variëren in de tijd en van streek tot streek. Gerecycleerde granulaten worden dikwijls ingezet in grote infrastructuurwerken. Deze zijn locatiegebonden en beperkt in de tijd. Om die reden kan er een discrepantie zijn tussen vraag en aanbod en is er op de ene plaats een overaanbod en op de andere plaats een tekort aan een bepaald product (MDO, 2013).

2.1 Vlaamse wetgeving
2.1.1. VLAREMA
Met het wijzigingsbesluit VLAREMA 9 zijn een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Er is onder meer een nieuwe regeling voor de bron- en nasortering van bouw- en sloopafval. Volgende bedrijfsafvalstoffen moeten sinds juli 2024 bijkomend verplicht gescheiden worden aangeboden (artikel 4.3.2.):
- 25° niet-teerhoudend asfaltpuin;
- 26° funderingsmaterialen die niet conform de bepalingen van het eenheidsreglement gerecycleerde granulaten kunnen verwerkt worden;
- 27° verontreinigde fracties bouw- en sloopafval die achteraf niet kunnen uitgesorteerd worden bij een verwerker, waarna zij voldoen aan de acceptatiecriteria van de vergunde verwerker;
- 28° cellenbeton;
- 29° gipskartonplaten en gipsblokken;
Onder §5 van dit artikel staan de voorwaarden voor de afvalstoffen producent om in dezelfde recipiënt verschillende fracties bouw- en sloopafval samen te voegen.
Het opstellen van een sloopinventaris bij de sloop of ontmanteling van grote gebouwen is in vele gevallen verplicht (art. 4.3.3. van VLAREMA). Artikel 4.3.3./1. bepaalt in welke gevallen een afvalbeheer- en stroomplan verplicht is en wat dit omvat. Bijkomende verplichtingen voor sloopmateriaal zijn te vinden in artikel 4.3.5. Artikel 4.3.6. bepaalt de voorwaarden voor de erkenning als sloopbeheerorganisatie. De procedures voor deze erkenning zijn te vinden in artikel 4.3.7.-4.3.12.
Voor het gebruik van gerecycleerde granulaten als bouwstof zijn de voorwaarden opgenomen in onderafdeling 5.3.3. In Tabel 3 worden de relevante materialen die voortkomen uit de verwerking van bouw- en sloopafval weergegeven die overeenkomstig VLAREMA (Hoofdstuk 2) in aanmerking komen voor gebruik als bouwstoffen (VLAREMA Bijlage 2.2).
Beoogde grondstof |
Herkomst en omschrijving |
Voorwaarde inzake samenstelling |
---|---|---|
Betongranulaat |
verkregen bij sloop- en breekactiviteiten van wegen |
artikel 2.3.2.1. en artikel 2.3.2.2. materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten |
Gerecycleerde brokken |
afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval |
artikel 2.3.2.1. en artikel 2.3.2.2. alleen in waterbouwkundige werken voor schanskorven en bestortingen materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement gerecycleerde granulaten |
Betongranulaat, metselwerkgranulaat, menggranulaat en brekerzeefzand |
afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval |
artikel 2.3.2.1. en artikel 2.3.2.2. materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten |
Zeefzand van asfalt en asfaltgranulaat |
afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval |
artikel 2.3.2.1. en artikel 2.3.2.2. materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten |
Sorteerzeefgranulaat en sorteerzeefzand |
afkomstig van een vergunde vaste recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval |
artikel 2.3.2.1. en artikel 2.3.2.2. materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten |
Gewassen uitgesorteerd beton- of gewassen metselwerkgranulaat |
afkomstig van installaties die vergund zijn voor het reinigen van verontreinigde bodemmaterialen |
artikel 2.3.2.1., grondstofverklaring verplicht |
Gerecycleerde bitumineuze granulaten |
afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting; verkregen bij het vermalen van bitumineuze dakmaterialen |
artikel 2.3.2.1., grondstofverklaring verplicht |
In VLAREMA Artikel 2.3.2.2. wordt ook vastgelegd dat sorteerinrichtingen voor bouw- en sloopafval werken volgens een kwaliteitsborgingssysteem voor het afzetten van sorteerzeefpuin bij een breker. Het Eenheidsreglement is van toepassing voor de certificatie van gerecycleerde granulaten die geproduceerd zijn op zowel een vaste locatie als door een mobiele installatie op een bouw- of sloopwerf. Zoals bepaald in het beheersysteem wordt er een onderscheid gemaakt in puin met een Hoog en puin met een Laag MilieuRisico-Profiel (HMRP vs LMRP).
- Bij puin met een HMRP is de herkomst onbekend of zijn er geen garanties over de kwaliteit. HMRP puin wordt per productiebatch verwerkt en de gerecycleerde granulaten moeten per partij uitgekeurd worden zodat de gebruiker er zeker van is dat ze voldoen aan VLAREMA.
- Bij puin met LMRP is de herkomst gekend en kunnen er garanties gegeven worden over de kwaliteit. Zuiverder LMRP-puin heeft een minder strenge opvolging bij de breker nodig en wordt niet per productiebatch verwerkt en gekeurd. Het eenheidsreglement bepaalt welke stromen de breker als LMRP-puin kan aanvaarden en onder welke voorwaarden
Gerecycleerde granulaten geproduceerd overeenkomstig het eenheidsreglement mogen in of als bouwstof worden gebruikt in volgende toepassingen:
- toepassingen waarvoor een geharmoniseerd Europees kader bestaat;
- toepassingen gebaseerd op de standaardbestekken van het Vlaamse gewest;
- mengcentrale voor hydraulisch gebonden mengsels;
- toepassingen als bouwstof in een “werk” gebaseerd op het ministerieel besluit van 27 maart 2019 houdende vaststelling van de lijst van bouwkundig bodemgebruik van uitgegraven bodem (niet-limitatieve lijst).
2.1.2. M.B. Eenheidsreglement gerecycleerde granulaten
Het Eenheidsreglement is goedgekeurd op 25 juli 2011 door de minister en is vanaf 23 november 2011 van kracht. Het eenheidsreglement heeft zowel betrekking op het acceptatiebeleid, de productie van gerecycleerde granulaten als op de afvoermodaliteiten van de gerecycleerde granulaten. Het is gebaseerd op zelfcontrole met een externe keuring door een certificatie-instelling (COPRO of certipro).
Het eenheidsreglement heeft voornamelijk de bedoeling de kwaliteit van de gerecycleerde granulaten te verhogen.
2.1.3. VLAREM II
Naast de algemene milieuvoorwaarden (Deel 4.) en de algemene bepalingen voor inrichtingen voor de verwerking van afvalstoffen (Afdeling 5.2.1.), gelden een aantal bijkomende sectorale voorwaarden voor inrichtingen voor de opslag en behandeling van ongevaarlijk vaste afvalstoffen (Subafdeling 5.2.2.4.), waaronder bouw- en sloopafval. Hierin wordt onder meer verboden om asbesthoudend afval te bewerken (behalve sorteren), zie de afvalstroomfiche asbesthoudend afval.
Door de invoering van de subafdeling 5.2.2.4bis in VLAREM II (besluit Vlaamse regering van 23 december 2011 – van kracht op 31 maart 2012) kan onder bepaalde voorwaarden (zie indelingslijst rubriek 2.2.2.h)) een klasse 3-melding volstaan voor het breken van puin met een mobiele installatie op een bouw- en sloopwerf.
2.2. Europese wetgeving
2.2.1. Richtlijn afvalstoffen
Door de Richtlijn afvalstoffen worden de lidstaten verplicht maatregelen te nemen ter bevordering van de selectieve sloop en ter bevordering van het opzetten van sorteersystemen voor bouw- en sloopafval.
Tegen 2020 gelde een doelstelling voor hergebruik, recycling en andere nuttige toepassingen van niet-gevaarlijk bouw- en sloopafval van minimum 70 gewichtsprocent. Op dit moment halen alle lidstaten deze doelstelling "Uiterlijk 31 december 2024 overweegt de Commissie de vaststelling van doelstellingen voor voorbereiding voor hergebruik en recycling voor bouw- en sloopafval en de materiaalspecifieke fracties daarvan." (Artikel 11)
2.2.2. Richtsnoeren en Protocol inzake Bouw- en sloopafval
Om de recyclage van bouw- en sloopafval in de EU te bevorderen heeft de Commissie in 2018 niet-bindende richtsnoeren voor afvalaudits en een EU-protocol gepubliceerd. Deze publicaties passen binnen de 2020 strategie voor de bouwsector en de mededeling over mogelijkheden voor hulpbronnen-efficiëntie in de bouwsector.
3.1. Inzameling
Bouw- en sloopafval kan door de producent (aannemer) worden afgevoerd naar de sorteerder. Zuivere fracties kunnen ook rechtstreeks naar de breker worden afgevoerd, waar het aan de acceptatiecriteria van de installatie moet voldoen. De ophaling gebeurt ook door een geregistreerd inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar voor niet-gevaarlijke afvalstoffen (bouw- en sloopafval). Deze zijn te vinden in het register in het OVAM webloket, door te filteren op de afvalcategorie bouw- en sloopafval of via de specifieke Eural codes (17 XX XX).
Het bouw- en sloopafval van particulieren wordt in containerparken verzameld.
3.2. Voorbehandeling
Bouwafvalstoffen worden best aan de bron reeds gescheiden door het selectief slopen en/ontmantelen. De selectieve sloop en/of ontmanteling van gebouwen levert een duidelijk milieuvoordeel op. Door het apart inzamelen van alle gevaarlijke én niet-gevaarlijke afvalstoffen die vrijkomen bij het slopen en/of ontmantelen van gebouwen, ontstaan zuivere afvalstromen die maximaal kunnen benut worden door ze te recycleren en opnieuw te gebruiken. Deze zuivere stromen moeten veelal geen (dure) voorbehandeling ondergaan voor ze verwerkt kunnen worden tot nieuwe grondstoffen. Het opstellen van een sloopinventaris bij de sloop of ontmanteling van grote gebouwen is in vele gevallen verplicht (art. 4.3.3. van VLAREMA).
Nadat het gemengd bouw- en sloopafval naar een sorteerder is afgevoerd, maakt deze er zuivere deelstromen van, die vervolgens naar de verwerkende industrie gaan. Een sorteerder combineert in vele gevallen het sorteren met een containerdienst voor het ophalen van het bouw- en sloopafval. Recycleerbare deelstromen worden naar de verwerker/breker gebracht terwijl de restfractie wordt gestort op categorie 2 stortplaatsen of verbrand.
3.3. Verwerking
Zuiver steenpuin van het bouw- en sloopafval wordt rechtstreeks of na het sorteren naar een vergunde breekinstallatie afgevoerd. Het puin wordt afgevoerd naar een ‘vaste locatie’ of kan ook ter plaatse verwerkt worden tot gerecycleerde granulaten. Het eenheidsreglement voorziet een onderscheid tussen productie op een vaste locatie en productie op een bouw- en sloopwerf. Om te vermijden dat veel verontreinigen in het puin aanwezig zijn, hanteert de breker een acceptatiebeleid (zie eenheidsreglement). De geproduceerde gerecycleerde granulaten moeten voldoen aan VLAREMA om als grondstof op de markt gebracht te kunnen worden. De kwaliteit van de geproduceerde granulaten wordt gegarandeerd door een certificatie overeenkomstig het eenheidsreglement (COPRO en Certipro), dat volgens het VLAREMA verplicht is.
De fractie van verontreinigd steenpuin wordt afgevoerd naar een fysicochemische reinigingsinstallatie of gestort. Er bestaat een stort- en verbrandingsverbod op ongesorteerde bedrijfsafvalstoffen en op (selectief ingezamelde) afvalstromen die in aanmerking komen voor nuttige toepassing of materiaalrecyclage. Stromen als houtafval, kunststoffen, metalen, papier en karton worden afgevoerd voor recyclage.
3.4. Gebruik van gerecycleerde granulaten
Na sortering en breking kunnen de gerecycleerde granulaten in aanmerking komen voor gebruik als grondstof. De gerecycleerde granulaten worden voornamelijk ingezet in de wegenbouw en voor infrastructuurwerken. Ze worden hierbij ingezet als alternatief voor primaire delfstoffen.
3.5. Recyclage
Om de impact van bouwen tot een minimum te beperken, moet via hergebruik en recyclage de materiaalketen uitgebouwd worden tot een zo optimaal mogelijk gesloten kringloop. Om materiaalkringlopen in de bouw hoogwaardig te kunnen sluiten, zijn er nog veel uitdagingen. Heel wat (selectief ingezamelde) afvalstromen uit het bouw- en sloopafval komen in aanmerking voor een nuttige toepassing of materiaalrecyclage. Enkele specifieke bouwafvalstromen vinden steeds meer hun weg naar hoogwaardige toepassingen: cellenbeton, dakbitumen, kunststoffen, vlak glas, minerale isolatie (rots- en glaswol), hout en gips en gipskartonplaten.

- Departement Omgeving (2022). Alternatieve grondstoffen. Retrieved August 30, 2024, from https://omgeving.vlaanderen.be/nl/klimaat-en-milieu/bodem-en-ondergrond/monitoringsysteem-duurzaam-oppervlaktedelfstoffenbeleid-mdo/alternatieve-grondstoffen
- Gillabel, J., D'Haese, N., Dierckx, P., Vanassche, S. & Vanderreydt, I. (2016). Stimuleren van het gebruik van gerecycleerde (en secundaire) granulaten in hoogwaardige toepassingen. Steunpunt Duurzaam Materialenbeheer. https://ce-center.vlaanderen-circulair.be/src/Frontend/Files/userfiles/files/RP19%20KT%20Stimuleren%20gerecycleerde%20granulaten%20in%20hoogwaardige%20toepassingen.pdf
- Horemans, B., Derden, A., Pelckmans, A. & Janssens, G. (2023). Beste Beschikbare Technieken (BBT) voor de sortering van bouw- en sloopafval en de recyclage van puin.
- MDO (2017). Monitoringssysteem duurzaam oppervlaktedelfstoffenbeleid. Inzet primaire delfstoffen en alternatieve grondstoffen in Vlaanderen in 2015. Departement Omgeving, OVAM & VITO. https://publicaties.vlaanderen.be/view-file/26607