Beschrijving maatregel
Proces/deelproces: van toepassing op het hele proces
Aard: Good housekeeping
Beschrijving: registratie van de hoeveelheid gebruikte Vluchtige Organische Stoffen (VOS)
Door omzetting van de Europese Solventrichtlijn 1999/13/EG in VLAREM (Vlaams Reglement Milieuvergunning) moet elke droogkuismachine ten laatste sedert 31 oktober 2007 een emissiegrenswaarde respecteren. Er mag slechts 20 gram oplosmiddel per kilogram gereinigd en gedroogd textiel in de lucht terechtkomen.
Deze grenswaarde kan bij een correct gebruik nageleefd worden met de moderne volledig gesloten, diepgekoelde VLAREM-conforme droogkuismachines.
Naast de technische aspecten bepalen echter ook andere factoren de oplosmiddelenuitstoot: onderhoud, afstelling machines, correct gebruik, lekken…
Om zelfcontrole door de exploitant en controle door de overheid mogelijk te maken moet daarom elke exploitant jaarlijks een document opstellen waarin aangetoond wordt dat de grenswaarde gerespecteerd wordt.
Om de administratieve last tot een minimum te beperken is voor bedrijven die jaarlijks minder dan 1 ton oplosmiddel verbruiken in samenspraak met CTR (Confederatie van de textielreiniging) een vereenvoudigde universele methode opgesteld, die inmiddels goedgekeurd werd door LNE, afdeling Milieu-inspectie. De grenswaarde 1 ton geldt voor bedrijven die oplosmiddelen gebruiken met risicozin R40 (Onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten), R45 (Kan kanker veroorzaken), R46 (Kan erfelijke genetische schade veroorzaken), R49 (Kan kanker veroorzaken bij inademing), R60 (Kan de vruchtbaarheid schaden) en R 61 (Kan het ongeboren kind schaden).
Indien oplosmiddelen gebruikt worden waaraan geen van deze risicozinnen toegekend zijn, geldt de drempelwaarde 2 ton.
 Droogkuisinrichtingen met een oplosmiddelverbruik hoger dan 1 ton dienen zelf een methode te ontwikkelen die meer specifiek afgestemd is op hun bedrijf.
Voor nieuwe bedrijven moet een eerste document klaar zijn een jaar na de in bedrijfstelling. Voor bestaande bedrijven diende het eerste document klaar te zijn op 31/03/2003.
Om te kunnen aantonen dat elke droogkuismachine voldoet aan de emissiegrenswaarde moeten zowel het aantal gebruikte kilogram PER als het aantal kilogram gereinigd en gedroogd textiel geregistreerd worden. Volgens de huidige wetgeving mag er slechts 20 gram PER in de lucht terechtkomen per kg gereinigd en gedroogd textiel. Wanneer er vanuit gegaan wordt dat ca. 80% van het verbruikte PER verloren gaat via emissies naar lucht, en 20 % via het destillatieresidu wordt afgevoerd (zie PER-balansen in paragraaf 3.10.1.1), betekent dit dat er 25 gram PER per kg textiel mag verbruikt worden. Bij een oudere en /of minder goed onderhouden installatie kan het PER-verbruik echter oplopen tot 52 g PER/kg textiel, waardoor er meer PER in de lucht terecht kan komen dan wettelijk toegestaan.
Toepasbaarheid
Het bijhouden van een solventboekhouding is van toepassing voor alle droogkuisbedrijven die gebruik maken van vluchtige organische stoffen. Naast PER vallen ook KWL, Rynex en Impress onder de solventrichtlijn. Green Earth en LCO2 vallen niet onder deze richtlijn.
Milieu-aspecten
Het doel van het bijhouden van een solventboekhouding is te kunnen aantonen dat voldaan wordt aan de emissiegrenswaarde naar de lucht. Indien niet zou voldaan worden zal dit blijken uit de registratie, en kunnen maatregelen genomen worden.
Financiële aspecten
De kosten beperken zich tot bijkomende arbeidsuren voor het wegen en registreren van het textiel en het verbruikte oplosmiddel, voor zover dit in het kader van een goede bedrijfsvoering al niet gebeurde.
Opmerkingen
Het in samenwerking met CTR opgestelde document was geldig tot 1 januari 2006. De goedkeuring werd tot op heden nog niet verlengd door de Afdeling Milieu-Inspectie van LNE (M. Blondeel, LNE afdeling Milieu-Inspectie, persoonlijke communicatie). Bij gebruik van dit model voor solventboekhouding werd de hoeveelheid oplosmiddelenverbruik per kg gereinigd textiel getoetst aan 43 g PER/kg textiel. Rekening houdend met de massabalansen voor PER (zie paragraaf 3.10.1.1) wordt in deze BBT-studie voorgesteld deze toetsingwaarde te verstrengen tot 25 g PER/kg textiel (zie paragraaf 6.3.16.1.3).

Referenties
Confederatie van de Textielreiniging, Gids voor de Oplosmiddelenboekhouding voor droogkuisbedrijven met een oplosmiddelenverbruik kleiner dan 1 ton oplosmiddel per jaar.
IR-Consult No. 105; juni 1995 Berekening oplosmiddelenverlies.