Atmosferische emissies afkomstig van de nabewerkingsprocessen beperken door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 31 van de BBT-conclusies voor GLS.
Ovenemissies verminderen en energie efficiënt gebruiken door toepassing van een vlot en stabiel ovenproces, zoals vermeld in BBT 30 van de BBT-conclusies voor CLM.
Stofemissies van afgassen afkomstig van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 32 van de BBT-conclusies voor GLS.
Uitstoot van PCDD’s/PCDF’s, afkomstig van rookgassen die vrijkomen bij het stoken van ovens, laag houden door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 27 van de BBT-conclusies voor CLM.
HCl- en HF-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 28 van de BBT-conclusies voor GLS.
Het aantal CO-pieken verminderen en deze jaarlijks in totaal niet langer laten duren dan 30 minuten door de toepassing vermeld in BBT 23 van de BBT-conclusies voor CLM.
Stofemissies van de afgassen van smeltovens met een elektrostatische stofvanger of een doekfilter verminderen vermeld in BBT 24 van de BBT-conclusies voor GLS
Uitstoot van de totale hoeveelheid organische koolstof (TOC), afkomstig van rookgassen die vrijkomen bij het stoken van ovens, laag te houden, zoals vermeld in BBT 24 van de BBT-conclusies voor CLM.
NOX-emissies afkomstig van de smeltoven beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken zoals vermeld in BBT 25 van de BBT-conclusies voor GLS.
Uitstoot van HCl afkomstig van rookgassen die vrijkomen bij het stoken van ovens te voorkomen of te verminderen, omvatten de toepassing vermeld in BBT 25 van de BBT-conclusies voor CLM.
SOX-emissies afkomstig van de smeltoven beperken door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 27 van de BBT-conclusies voor GLS.