Stofemissies van afgassen afkomstig van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 48 van de BBT-conclusies GLS.
Uitstoot van SOx, afkomstig van rookgassen die vrijkomen bij het stoken van ovens, beperken toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 47 van de BBT-conclusies voor CLM.
NOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 49 van de BBT-conclusies voor GLS.
Uitstoot van CO, afkomstig van rookgassen die vrijkomen bij het stoken van ovens, verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken vermeld in BBT 48 van de BBT-conclusies voor CLM.
Uitstoot van gasvormige verbindingen van rookgassen, die vrijkomen bij het stoken van ovens, verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 44 van de BBT-conclusies voor CLM.
Aanleggen van vloeistofdichte bodemverharding om insijpeling van bodemvervuilende stoffen te vermijden
HCl- en HF-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 42 van de BBT-conclusies voor GLS.
Stofemissies van bulkopslagruimten zo laag mogelijk houden of voorkomen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 41 van de BBT-conclusies voor CLM.
Metaalemissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 43 van de BBT-conclusies voor GLS.
Gekanaliseerde stofemissies, komende van stof veroorzakende activiteiten die geen verband houden met het stoken van ovens, voorkomen, zoals vermeld in BBT 42 van de BBT-conclusies voor CLM.
Seleenemissies, bij gebruik van seleenverbindingen voor kleuren van glas, van de smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 44 van de BBT-conclusies voor GLS.
Stofemissies, afkomstig van de rookgassen die vrijkomen bij het stoken van ovens, verminderen, zoals vermeld in BBT 43 van de BBT-conclusies voor CLM.