Verminderen van de hoeveelheid ter verwijdering verzonden afval door het hergebruiken van verpakkingen te maximaliseren als onderdeel van het residuenbeheerplan, zoals vermeld in BBT 24 van de BBT-conclusies voor WT
Efficiënt omgaan met energie door het gebruiken van een energie-efficiëntieplan en het maken van een verslag over de energiebalans, zoals vermeld in BBT 23 van de BBT-conclusies voor WT
Materialen efficiënt gebruiken door het vervangen van materialen door afval zoals vermeld in BBT 22 van de BBT-conclusies voor WT
Gevolgen van ongevallen en incidenten voor het milieu voorkomen of beperken door een ongevallenbeheerplan op te zetten met alle technieken vermeld in BBT 21 van de BBT-conclusies voor WT
Emissies naar water verminderen door het behandelen van afvalwater door middel van een geschikte combinatie van de technieken vermeld in BBT 20 van de BBT-conclusies voor WT
Waterverbruik optimaliseren, de hoeveelheid geproduceerd afvalwater verminderen en emissies naar bodem en water voorkomen of verminderen, door het toepassen van een geschikte combinatie van technieken vermeld in BBT 19 van de BBT-conclusies voor WT
Geluid- en trillingsemissies voorkomen of verminderen door het toepassen van één of een combinatie van de technieken vermeld in BBT 18 van de BBT-conclusies voor WT
Geluids- en trillingsemissies voorkomen of verminderen, door een beheerplan voor geluid en trillingen op te zetten, in te voeren, en regelmatig te evalueren, dat alle elementen omvat van BBT 17 van de BBT-conclusies voor WT
Wanneer affakkelen onvermijdelijk is, emissies naar lucht afkomstig van fakkels verminderen door het correct ontwerp van affakkelinstallaties en monitoring en registratie als onderdeel van het fakkelbeheer, zoals vermeld in BBT 16 van de BBT-conclusi...
Affakkeling uitsluitend toepassen om veiligheidsredenen of bij niet-routinematige bedrijfsomstandigheden (bv. opstart, stillegging) door het correct ontwerpen van de installatie en het gebruiken van installatiebeheer, zoals vermeld in BBT 15 van de ...
De koel- en vriestoestellen droog, rechtopstaand en zodanig plaatsen dat het koelcircuit niet beschadigd kan worden.
De niet-gedepollueerde voertuigwrakken niet rechtstreeks op elkaar stapelen, noch op hun zijde of hun dak.
Het metaal/schroot verontreinigd met voor het milieu gevaarlijke vloeistoffen (o.a. boorsel en draaisels) zodanig opslaan dat deze vloeistoffen niet in de bodem kunnen dringen.