Een vloeistofdichte vloer, afwaterend naar een bedrijfsriolering (o.a. voorzien van voldoende afvoergoten/-putten) aanleggen op die delen van het bedrijfsterrein waar voor het milieu gevaarlijke (vloei)stoffen in de bodem kunnen dringen.
Een biologische hoofdzuivering (actief slib tank) toepassen voor de verwijdering van BZV en CZV uit het bedrijfsafvalwater.
Een fysico-chemische nazuivering (zandfilter en actieve kool filter) toepassen (na een biologische hoofdzuivering) voor een vergaande verwijdering van zwevende stoffen, AOX, EOX, PAK en zware metalen uit het bedrijfsafvalwater.
Een fysico-chemische nazuivering toepassen voor een vergaande verwijdering van zware metalen (in opgeloste vorm) uit het bedrijfsafvalwater.
Bij de opslag van stuifgevoelige materialen in open lucht, afdoende maatregelen treffen ter beperking van de verspreiding van stof.
Afdoende maatregelen treffen ter beperking van de verspreiding van stof bij het transporteren, het laden en het lossen van stuifgevoelige materialen.
Solventen, waar mogelijk, vervangen door detergenten en bij voorkeur door kort-emulgerende detergenten.
De koelvloeistof (mengsel van olie en koelmiddel) uit het koelcircuit zorgvuldig aftappen en scheiden.
Het isolatieschuim (polyurethaan) zorgvuldig afscheiden van het andere materiaal en het blaasmiddel zorgvuldig afscheiden uit het isolatieschuim door middel van een gesloten ontgassingsysteem.
Afdoende maatregelen treffen ter beperking van de verspreiding van stof ten gevolge van het verkeer op en vanaf het bedrijfsterrein.
De verharde wegen schoonhouden (vegen) met een borstelveegmachine en de onverharde wegen bevochtigen met een mobiele sproeiwagen (bij droog en winderig weer).
Gelekte/gemorste brandstof en olie opruimen met absorberende korrels (poeder) en absorberende doeken (d.i. droge reiniging).