Een adequate afzuigingsinstallatie en ontstoffingsinstallatie gebruiken bij de installaties (of de onderdelen van installaties) waar sprake is van een noemenswaardige emissie van stof.
Afdoende maatregelen treffen ter beperking van de verspreiding van stof bij het transporteren, het laden en het lossen van stuifgevoelige materialen.
Bij de opslag van stuifgevoelige materialen in open lucht, afdoende maatregelen treffen ter beperking van de verspreiding van stof.
Afdoende maatregelen treffen ter beperking van de verspreiding van stof ten gevolge van het verkeer op en vanaf het bedrijfsterrein.
De verharde wegen schoonhouden (vegen) met een borstelveegmachine en de onverharde wegen bevochtigen met een mobiele sproeiwagen (bij droog en winderig weer).
Een fysico-chemische nazuivering toepassen voor een vergaande verwijdering van zware metalen (in opgeloste vorm) uit het bedrijfsafvalwater.
Een fysico-chemische nazuivering (zandfilter en actieve kool filter) toepassen (na een biologische hoofdzuivering) voor een vergaande verwijdering van zwevende stoffen, AOX, EOX, PAK en zware metalen uit het bedrijfsafvalwater.