De gevaarlijke afvalstoffen laten ophalen door een erkend overbrenger en afgegeven aan een daartoe vergund verwerker.
De gevaarlijke producten zodanig opslaan dat deze geen negatieve effecten kunnen veroorzaken voor het milieu.
Het bedrijfsafvalwater (incl. het verontreinigde hemelwater) en het niet-verontreinigde hemelwater zo veel mogelijk gescheiden houden bij het ontwerpen, het realiseren of het aanpassen van de bedrijfsriolering.
Een vóórbehandeling (een slibvanger/een bezinkingsbekken en een olie-waterafscheider) toepassen voor de verwijdering van bezinkbare stoffen, oliën en vetten uit het bedrijfsafvalwater.
Een geluidsreducerende berm en/of afschermwand rond het bedrijfsterrein of een specifieke geluidsbron aanbrengen.
Een zo groot mogelijke afstand aanhouden tussen de hinder veroorzakende activiteiten en de te beschermen objecten (zonering).
(Gesloten) metalen voorwerpen die verontreinigd zijn met ontvlambare, brandbare producten (tanks, vaten, e.d.) niet met een snijbrander behandelen.
Roken en gebruik van open vuur op plaatsen in de nabijheid van ontvlambare, brandbare producten verbieden.
Een beplantingsstrook met hoogopgaande begroeiing (afgestemd op het landschap ter plaatse)/schutting rond het opslagterrein aanbrengen.
Een adequate afzuigingsinstallatie en ontstoffingsinstallatie gebruiken bij een glasscheidingsmachine, dit om het fluorescerende poeder af te vangen.
Het isolatieschuim (polyurethaan) zorgvuldig afscheiden van het andere materiaal en het blaasmiddel zorgvuldig afscheiden uit het isolatieschuim door middel van een gesloten ontgassingsysteem.
De koelvloeistof (mengsel van olie en koelmiddel) uit het koelcircuit zorgvuldig aftappen en scheiden.
Afdoende maatregelen treffen ter beperking van de verspreiding van stof ten gevolge van het verkeer op en vanaf het bedrijfsterrein.
De verharde wegen schoonhouden (vegen) met een borstelveegmachine en de onverharde wegen bevochtigen met een mobiele sproeiwagen (bij droog en winderig weer).