Gebruik maken van zo vers en zuiver mogelijke mest, energiegewassen en/of OBA om de hoeveelheid niet verwerkte of niet verwerkbare inputstromen te beperken
Luchtemissies, geurhinder en/of stofemissies zoveel mogelijk vermijden door toepassing van brongerichte en/of procesgeïntegreerde maatregelen
Zuivering van het te lozen afvalwater, b.v. d.m.v. een biologische zuivering, eventueel gevolgd door een nazuivering
Controle van de verontreinigingsgraad van de aangeleverde afvalstoffen– weigeren van sterk verontreinigde afvalstoffen