Kan België tegen 2050 volledig overschakelen naar hernieuwbare energie? Een studie uitgevoerd door VITO, het Federaal Planbureau en studiebureau ICEDD toont aan dat het kan, al is de doelstelling erg ambitieus. In totaal zou er 300 tot 400 miljard euro geïnvesteerd moeten worden in de periode tot 2050 om over te schakelen naar hernieuwbare elektriciteit, warmte en transportsystemen. Maar tegelijk zou de transitie naar hernieuwbare energie ons land 20 000 tot 60 000 nieuwe banen opleveren én heel wat geld besparen, dat anders zou wegvloeien naar de invoer van fossiele brandstoffen of het betalen van schade opgelopen door klimaatopwarming. “We hebben een nieuw raamwerk nodig om over onze energiesystemen na te denken”, klinkt het bij de onderzoekers.
De transitie naar een energiesysteem dat voor 100% op hernieuwbare bronnen draait, biedt een antwoord op vele vraagstukken. Door volledig af te stappen van fossiele brandstoffen zou België een bijkomende bijdrage leveren aan de klimaatstrijd. Hernieuwbare energiebronnen leiden immers niet tot directe uitstoot van broeikasgassen en dragen niet onmiddellijk bij tot de opwarming van de aarde. Hernieuwbare energie is ook ‘schone’ energie, en is dus beter voor de luchtkwaliteit dan fossiele energie. Kiezen voor onuitputtelijke energiebronnen verzekert bovendien onze energiebevoorrading, vandaag en in de verre toekomst. Ook voor de werkgelegenheid in België zou de omschakeling een goede zaak zijn.
“100% hernieuwbare energie is mogelijk, maar de impact is groot”
Het Belgische energiesysteem compleet omschakelen is geen sinecure. Ons land heeft immers maar een beperkt potentieel van hernieuwbare energiebronnen, onze industrie is energie-intensief en ook onze residentiële sector verbruikt veel energie. Toch is het mogelijk om België tegen 2050 voor 100% op hernieuwbare energie te laten draaien, zo maakt de studie duidelijk. Zelfs zonder te tornen aan de economische groei en de comforteisen van onze samenleving. De volledige overstap naar hernieuwbare energie tegen 2050 zou wel wat voeten in de aarde hebben. Die ommezwaai zou bijvoorbeeld grote investeringen vragen en heeft ook belangrijke gevolgen voor onze algemene infrastructuur. Zo zouden het elektriciteitsnetwerk, de ruimtelijke ordening en het Belgische gebouwenpark ingrijpend moeten worden aangepast.
Een overschakeling naar hernieuwbare energiebronnen levert heel wat voordelen op, maar ook nieuwe technische uitdagingen. Zonnepanelen leveren bijvoorbeeld geen of weinig energie bij donker weer en windturbines genereren alleen stroom als het waait. Als we België op hernieuwbare energie willen laten draaien, dan moet ons elektriciteitsnetwerk dus veel flexibeler en dynamischer worden.
Eén doelstelling, verschillende wegen ernaartoe
Alle in België beschikbare vormen van hernieuwbare energie zullen nodig zijn om die doelstelling te bereiken: waterkracht, zonne-energie, windenergie, biomassa en geothermie (aardwarmte).
En dat kan op verschillende manieren. De onderzoekers brachten diverse scenario’s in kaart: dat zijn mogelijke ‘wegen’ of combinaties van strategieën en hernieuwbare energiebronnen die naar de doelstelling kunnen leiden. De verschillende wegen hangen elk samen met politieke visies en maatschappelijke keuzes.
Eerst wordt een referentiescenario (REF) opgesteld dat als basis zal dienen om de hernieuwbare scenario’s te toetsen. In alle volgende scenario’s staat de doelstelling van 100% hernieuwbare energie tegen 2050 centraal, maar de manier waarop het doel bereikt wordt, verschilt. Het Belgische potentieel voor de aanmaak van hernieuwbare energie dat gebaseerd is op gangbare technische en duurzaamheidscriteria, is te klein. In het eerste hernieuwbare scenario (DEM) moet de vraag naar energiediensten dalen om tot een niveau te komen dat wél verenigbaar is met het potentieel. De studie onderzocht ook wat het effect is als de import van elektriciteit wordt uitgebreid (GRID). In een derde scenario wordt er op grote schaal gebruikgemaakt van biomassa (BIO), in een vierde van fotovoltaïsche zonnepanelen (PV) en in een vijfde worden windmolens maximaal ingezet (WIND).
Figuur: Primair energiegebruik , alle scenario’s, jaar 2050
Elektriciteitsproductie maal drie
Het onderzoek levert een brede waaier aan mogelijke oplossingen op waarvan de impact steeds groot is. Of nog: elk scenario vergt een radicale transformatie van bijna al onze economische sectoren. Vooral in de periode van 2030 tot 2050 zal de hernieuwbare energie fors moeten groeien, waarbij de elektriciteitssector als eerste tegen 2030 volledig overgeschakeld zou moeten zijn. De studie wijst ook uit dat elektrificatie van ons energiesysteem nodig zal zijn. Industriële productie op basis van elektriciteit, waterstofproductie, warmtepompen in gebouwen en elektrische wagens zullen dan flink in aantal moeten toenemen. Onze huidige elektriciteitsproductie zal hierdoor moeten verdrievoudigen tegen 2050.
Wat kost het?
De onderzoekers berekenden dat België in de periode tot 2050 300 tot 400 miljard euro zal moeten investeren om een 100% hernieuwbare energievoorziening tegen 2050 mogelijk te maken. Als ook de variabele en vaste kosten in rekening worden gebracht, zullen de jaarlijkse uitgaven voor het energiesysteem vanaf 2040 met ongeveer 20% toenemen. Die toename van 10 à 15 miljard euro per jaar is ongeveer 2% van het Belgische bruto binnenlands product in 2050. Natuurlijk is die prognose afhankelijk van de evolutie van de brandstofprijzen over de volgende 40 jaar. Als we er ook in slagen om te knippen in onze vraag naar energiediensten en als ook de vermeden schadekosten van klimaatopwarming in rekening worden gebracht, blijken sommige scenario’s een netto positief effect tot 10 miljard euro per jaar te genereren vanaf 2040. Dat is een nettobaat van ongeveer 1,5% van het Belgische bruto binnenlands product in 2050.
Voordelen voor de maatschappij
De nodige investeringen zijn enorm, denk maar aan technologieën voor het beheren van de energievraag, opslagcapaciteit en energieproductiesystemen (voor elektriciteit en waterstof). Maar een doorgedreven overschakeling op hernieuwbare energie heeft ook veel voordelen. Zo zou België niet meer afhankelijk zijn van de import van fossiele brandstoffen en wordt de Belgische economie minder gevoelig voor prijsschommelingen van olie, gas en kolen. In alle scenario’s wordt het aandeel geïmporteerde energie gehalveerd; het laagste peil wordt bereikt in het PV-scenario en bedraagt nog slechts 15% (t.o.v. 83% in het referentiescenario). In 2050 bestaat dat aandeel enkel nog uit ingevoerde biomassa en elektriciteit.
Ook het klimaat, het milieu en onze gezondheid zouden baat hebben bij een transitie naar hernieuwbare energie. Ten slotte is ook het effect op de werkgelegenheid behoorlijk groot. Vergeleken met het referentiescenario zouden de hernieuwbare-energiescenario’s tegen 2030 20 000 tot 60 000 voltijdse banen creëren. Vooral investeringen in zonnepanelen zijn goed voor de werkgelegenheid.
Anders denken over energie
Overschakelen op hernieuwbare energie vereist een revolutie in ons energiesysteem. De onderzoekers menen dat we compleet anders moeten gaan nadenken over energie en energiesystemen. De productie van elektriciteit uit zon en wind is geen constant gegeven en daardoor is er veel dure energieopslag nodig om de seizoenen te overbruggen. Er zijn immers grenzen aan het gebruik van meer constante energiebronnen zoals duurzame biomassa en geothermische energie. De studie toont echter aan dat die hoge opslagkosten kunnen worden beperkt door bijkomende zonnepanelen en windmolens te installeren. Daardoor wordt er meer elektriciteit geleverd op momenten met weinig wind of zon, maar dat betekent ook dat er op sommige momenten (grote) overschotten van elektriciteit zijn. Als bepaalde sectoren zich meer seizoensgericht organiseren, kunnen die hun kosten drukken door elektriciteit te gebruiken op het moment dat die overvloedig aanwezig en dus het goedkoopst is.
Op welke domeinen is actie nodig?
Welke maatregelen kunnen België en onze drie gewesten treffen om de transitie naar hernieuwbare energie te realiseren? Een duidelijk en eenduidig beleidskader voor hernieuwbare energie vormt de basis voor verdere acties. Dat beleid zou doelstellingen en duidelijke administratieve procedures moeten vastleggen om hernieuwbare energie te produceren. Wat energie-efficiëntie betreft, zou België vooral bestaande gebouwen sneller moeten renoveren. Er is ook een slim netwerk nodig dat de centrale en decentrale opwekking van energie kan combineren en dat vraag en aanbod van energie op elkaar kan afstemmen. De promotie van het gebruik van elektriciteit, waterstof of biomassa in zowel industriële processen als voertuigen, en het gebruik van warmtepompen in gebouwen kunnen de transformatie van onze samenleving in gang zetten. Hiervoor is echter nog heel wat onderzoek en ontwikkeling nodig, bijvoorbeeld in het domein van geothermische energie, waterstof en opslag van energie.
Klaarheid, maar ook onzekerheden én nieuwe uitdagingen
Hoe kan België de doelstelling van 100% hernieuwbare energie tegen 2050 bereiken? Welke technologieën zijn hiervoor nodig? Hoeveel kosten die oplossingen? Wat zijn de voornaamste beleidsmaatregelen om de doelstelling te bereiken? De onderzoekers zijn erin geslaagd om veel antwoorden te formuleren, maar andere, nieuwe vragen blijven onbeantwoord. Denk maar aan de uitbouw van de opslagcapaciteit, de beschikbaarheid van duurzame biomassa, de ontwikkeling van waterstoftechnologieën, enzovoort. Al die onderwerpen verdienen extra onderzoek. Alleen zo kunnen we ons een realistisch beeld vormen van hoe een 100% hernieuwbare toekomst er kan uitzien, welke impact die ambitie heeft en wat we er in België mee kunnen winnen.
Bron : VITO
_________________
Extra info :
Lees hier het volledige rapport: Towards 100% renewable energy in Belgium by 2050 [PDF - Eng - 3Mb]
Interview in "De Kruitfabriek" (13/12/2012) : Hoe ziet de weg er uit naar 2050 en wat moet er nu gebeuren?We vragen het aan SP.A-voorzitter Bruno Tobback en VITO-onderzoeker Wouter Nijs. (Bron : Vier) |
Z-talk Polspoel : Interview Wouter Nijs (VITO) - 05/01/13Bron : http://kanaalz.knack.be/talk/z-talk-polspoel/ |