Laadactiviteiten met stortgoten, vulbuizen, vulpijpen en transportbanden

Deze techniekfiche is onderdeel van de Stoffiches.
  •  Vulpijpen of laadpijpen: dit zijn rigide pijpen waarin het materiaal naar beneden valt onder invloed van de zwaartekracht. Ze kunnen  eventueel verticaal of horizontaal kunnen bewogen worden om o.a. de valhoogte te regelen. Hiervoor worden liftsystemen met kabels of telescopische gieken gebruikt. Een laadkop kan geïnstalleerd worden aan het einde van de pijp om de loscapaciteit te regelen. In zeer lange pijpen brengt men soms tussenschotten aan om de valsnelheid te reduceren.  Laadpijpen kunnen gebruikt worden voor alle soorten bulkgoederen (tot een zekere grootte).
  • Vulbuizen of laadbuizen: deze zijn gelijkaardig aan laadpijpen, maar bestaan uit een binnenste en een buitenste buis uit plastic of taai geweven kunststofvezel.
  • Stortgoten: dit zijn open of gesloten goten waarlangs het materiaal naar beneden glijdt. Er bestaan vaste en beweegbare stortgoten. Beweegbare stortgoten kunnen zowel horizontaal als verticaal rondzwenken of voorwaarts, achterwaarts of diagonaal rijden. Voor de goede werking is een minimum hellingsgraad noodzakelijk. Deze is afhankelijk van de stromingseigenschappen van het gestorte materiaal.   Stortgoten zijn geschikt voor alle niet klonterende droge bulkgoederen.
  • Transportbanden: zie open transportbanden en overschakelen naar gesloten transportsysteem.

Stortgoten, vulbuizen en vulpijpen zijn grote potentiële bronnen van stofemissies. Zij begeleiden het stortgoed tijdens zijn val van enkele tot tientallen meters hoogte. Omwille van de grote valhoogte stort het goed met een hoge valsnelheid neer, wat leidt tot omvangrijke stofwolken.

Voor het laden van lichters maakt men ook gebruik van transportbanden. Mobiele transportbanden brengen het goed tot boven de open laadruimte. Door impact van de wind kan het neervallende goed verstuiven. Bij het neervallen treden bijkomende stofemissies op afhankelijk van de valhoogte en valsnelheid.