De verstrenging volgt uit het decreet van 26 april 2024 tot wijziging van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018. Het decreet werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 5 juni 2024.
Het decreet voegt een artikel 4.3.9 toe aan de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).
Zo kan een omgevingsvergunning voor het bouwen of herbouwen van een gebouw dat huishoudelijk afvalwater loost of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden slechts worden verleend als aan bepaalde voorwaarden inzake waterzuivering is voldaan.
Hierdoor worden de beoordelingsgronden van een omgevingsvergunning (voor het verkavelen van gronden of voor stedenbouwkundige handelingen uitgebreid).
Als een bouwproject meer afvalwater loost, moet dat worden gezuiverd. In de meeste vergunningen wordt dat principe al jaren gevolgd, maar niet overal
Als er in de straten nog geen riolering ligt die is aangesloten op een openbare waterzuivering, of als die riolering niet binnen de zes jaar is gepland, moet de initiatiefnemer van een gebouw met meer dan negen woonentiteiten of een verkaveling met meer dan twee kavels het afvalwater onmiddellijk zelf zuiveren. Zo wordt extra vervuilingsdruk vermeden in het collectief te optimaliseren gebied.
Daarnaast blijft de bestaande regelgeving in het individueel te saneren gebied van toepassing. In die gebieden is een individuele zuivering verplicht bij nieuwe bebouwing.
Met het decreet wordt er aldus voor gezorgd dat afvalwater wordt gezuiverd. Het principe waarbij de vervuiler betaalt, wordt toegepast. De weg naar zuiver water wordt versneld.
Beslissingsboom
Bekijk de beslissingsboom (addendum B26b)"word" die uitlegt welke verplichting in welke gevallen geldt. Vanaf 8 april 2025 (nieuwe release omgevingsloket) zal het addendum B26b ingevuld moeten worden door de aanvragers van vergunningen. Tot dan mag het addendum natuurlijk al wel vrijwillig worden gebruikt.
Bron: Departement Omgeving, Vlaamse overheid