05/05/2011

Resultaten bekend van het openbaar onderzoek over het ontwerp actieprogramma Nitraatrichtlijn 2011-2014

Terug naar artikeloverzicht

Hoe verliep het openbaar onderzoek?  

Begin februari bereikte minister Schauvliege een akkoord met de Europese Commissie over een ontwerp actieprogramma in het kader van de Nitraatrichtlijn voor de periode 2011-2014. In dat akkoord stond dat het ontwerp actieprogramma zou worden onderworpen aan een publieke consultatieronde.

De openbare raadpleging over het ontwerp actieprogramma ging van start op 16 februari 2011. Gedurende een periode van 30 dagen kon iedereen de tekst van het ontwerp actieprogramma raadplegen en er opmerkingen op formuleren. In totaal werden zo’n 150 adviezen ontvangen van landbouworganisaties, milieuverenigingen, consulenten, land- en tuinbouwers, burgers, … Ook de SALV (Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij), de SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) en de Minaraad (Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen) dienden een gezamenlijk advies in. Een lijst van alle indieners is beschikbaar, particulieren worden niet vermeld bij naam.

De adviezen bevatten in totaal een duizendtal reacties op zo’n 25 verschillende thema’s. Ongeveer een kwart van de reacties ging over de hoogte van de bemestingsnormen. Andere populaire thema’s waren de uitrijregeling, het nitraatresidu, de mestsoorten en de monitoring van het grond- en oppervlaktewater. De Vlaamse Landmaatschappij antwoordde op alle reacties, behalve de reacties over de monitoring van het grond- en oppervlaktewater waarop de Vlaamse Milieumaatschappij een antwoord op gaf.

Alle reacties werden gebundeld in een overwegingsdocument dat bezorgd werd aan minister Schauvliege. Elke indiener krijgt ook een individueel antwoord van de Vlaamse Landmaatschappij op zijn of haar advies. In de bundeling van alle reacties is voor elke reactie aangeduid of ze al dan niet leidde tot een wijziging van het ontwerp actieprogramma.

Wat zijn de aanpassingen van het ontwerp actieprogramma?

De openbare raadpleging heeft geleid tot een aantal aanpassingen van het ontwerp actieprogramma. Die aanpassingen werden, na overleg met de Europese Commissie, opgenomen in het wijzigingsdecreet dat het Vlaams Parlement op woensdag 4 mei 2011 goedkeurde. Dat decreet legt de aanpassingen van de mestwetgeving wettelijk vast door het nieuwe actieprogramma voor de periode 2011-2014.

Tijdens de openbare raadpleging zijn er veel reacties geformuleerd op de uitrijregeling. In eerste instantie is de uitrijregeling in de niet-Poldergebieden gewijzigd. Dankzij een andere aanpassing worden zware gronden buiten de Polders ook als zware kleigronden afgebakend waar dezelfde uitrijregeling als voor de Polders geldt.

Een aantal reacties hebben geleid tot aanpassingen van de bemestingsregels:

  • Zo kan er opnieuw fosfaat uit kunstmest worden opgebracht, weliswaar binnen de geldende maximale fosfaatbemestingsnormen.
  • Verder is de werkingscoëfficiënt van andere meststoffen met lage stikstofinhoud en trage stikstofvrijstelling verlaagd tot 30 %.
  • Daarnaast is er een werkbaar systeem voor de afwijking van de stikstofbemestingsnormen voor gewassen met hoge opbrengsten.
  • Er zijn ook enkele aanpassingen van de bemestingsnormen van bepaalde gewassen en teeltcombinaties. Specifiek voor de biologische landbouwbedrijven is er een opvolging van de stikstofbemestingsnormen op bedrijfsniveau. Dat geldt niet voor de gangbare landbouwbedrijven.

Daarnaast zijn de regels aangepast over het adviessysteem bij de verplichte bemestingsadvisering voor groenten van groep I en II (uitgezonderd vroege aardappelen en spruitkool) vanaf 2013. Nu kunnnen - naast het KNS-adviessysteem - ook andere adviessystemen gebruikt worden. Dat is onder meer van belang voor de biologische landbouw, waarvoor het KNS-adviessysteem weinig toepasbaar is.

De maatregelenpakketten bij overschrijding van de 2 hoogste nitraatresidudrempelwaarden zijn aangepast. De vermindering van de bemestingsnorm op het perceel met overschrijding van de 3de of 4de drempelwaarde geldt voor alle stikstofbemestingsnormen, maar niet voor de fosfaatbemestingsnorm. De vermindering van de stikstofbemestingsnorm geldt niet voor begrazing.

Ten slotte zijn er enkele aanpassingen aan de vervoersreglementering. Zo hoeven bepaalde transporten naar en van mestverwerking niet met een erkende mestvoerder gebeuren. Bij een burenregeling moet enkel het trekkende voertuig eigen materiaal zijn en niet de aanhangwagen. Transporten van GFT- en groencompost zullen met het systeem van een erkend verzender kunnen plaatsvinden.

Een volledig overzicht van de aanpassingen van het ontwerp actieprogramma vindt u in het overwegingsdocument.

Naast de aanpassingen van het actieprogramma ten gevolge van de openbare raadpleging, zijn er ook heel wat aanbevelingen geformuleerd. Een overzicht van deze aanbevelingen vindt u ook in het overwegingsdocument.

Bron : VLM