Stofemissies van afgassen afkomstig van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de technieken vermeld in BBT 32 van de BBT-conclusies voor GLS.
Voor de behandeling van afgassen van drogers gebruik maken van ESP in geval van vochtige afgassen en van doekenfilters in geval van minder vochtige afgassen
Stofemissies door manipulatie, drogen en malen van de ertsen minimaliseren, door gebruik van hoogwaardige doekenfilters met geschikte filterdoekmaterialen die regelmatig onderhoud worden
Stofemissie van malen van gesteente verminderen door bv. toepassen van doekenfilters of keramische filters om de BAT-gerelateerde emissiewaarde te behalen
Bewaking van emissies, overeenkomstig de relevante EN-normen, door regelmatige monitoring en meting van procesparameters en emissies, zoals vermeld in BBT 32 van de BBT-conclusies voor CLM.
Gekanaliseerde stofemissies, komende van stof veroorzakende activiteiten die geen verband houden met het stoken van ovens, voorkomen, zoals vermeld in BBT 42 van de BBT-conclusies voor CLM.
Voor de behandeling van de afgassen van de calcinator, gebruik maken van systemen waarbij typisch stof en SO3 aerosolen verwijderd worden door elektrostatische precipatoren
Doekenfilters gebruiken op het luchttransportsysteem, het ventilatieluchtcollectiesysteem en de purgeergassen van de droger
Stofemissies van de rookgassen van smeltovens met een elektrostatische stofvanger of een doekfilter verminderen vermeld in BBT 56 van de BBT-conclusies voor GLS.
Regelmatige monitoring en meting van procesparameters en emissies en de monitoring van de emissies, zoals vermeld in BBT 55 van de BBT-conclusies voor CLM.