Exploiteren van de eenheden voor de verwijdering van zure gassen, de zwavelterugwinningseenheden en alle andere afvalgasbehandelingssystemen met een hoge beschikbaarheid en optimale capaciteit zoals vermeld in BBT 7 van de BBT-conclusies voor REF
SCR- of SNCR-afvalgasbehandelingssystemen onder geschikte bedrijfsomstandigheden laten functioneren met het oog op de beperking van emissies van niet-omgezet NH3 zoals vermeld in BBT 8 van de BBT-conclusies voor REF
Onbehandelde gassen, afkomstig van het strippen van zuur water, niet direct verbranden, maar afleiden naar een SRU of een gelijkwaardig gasbehandelingssysteem zoals vermeld in BBT 9 van de BBT-conclusies voor REF
Emissies naar water monitoren aan de hand van monitoringtechnieken met ten minste de frequentie zoals vermeld in BBT 10 van de BBT-conclusies voor REF
Het waterverbruik en het volume verontreinigd water beperken door toepassing van de technieken vermeld in BBT 11 van de BBT-conclusies voor REF
Onoplosbare en oplosbare verontreinigende stoffen in het afvalwater verwijderen door toepassing van de technieken vermeld in BBT 12 van de BBT-conclusies voor REF
Voorzien van een extra behandelingsfase, indien een verdere verwijdering van organische stoffen of stikstof vereist is, zoals vermeld in BBT 13 van de BBT-conclusies voor REF
Uitvoering en naleving van een milieubeheersysteem (MBS) dat alle elementen omvat zoals vermeld in BBT 1 van de BBT-conclusies voor REF
