Erkend milieudeskundige in de discipline houders voor gevaarlijke stoffen of gassen

Beoordeling door het referentielaboratorium van het Vlaamse Gewest (VITO) van een milieudeskundige  in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen erkend voor ‘domein E. uitvoeren van de controles en periodieke onderzoeken van damprecuperatiesystemen (hoofdstuk 5.6 van titel II van VLAREM)’

In VLAREL Artikel 9. zijn de erkenningsvoorwaarden voor een milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen, vermeld in artikel 6,1°,a) opgenomen.

De voorliggende pagina verstrekt informatie betreffende de beoordeling door VITO zoals vermeld onder VLAREL Artikel 9. 3° als de erkenning van milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen wordt aangevraagd voor het ‘domein E- uitvoeren van de controles en periodieke onderzoeken van damprecuperatiesystemen (hoofdstuk 5.6 van titel II van VLAREM)’.

VLAREL Artikel 9.

De hierna vermelde bijzondere erkenningsvoorwaarden gelden voor een milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen, vermeld in artikel 6,1°, a):

 een natuurlijke persoon zijn;
a) hetzij minstens de graad van bachelor uit een afstudeerrichting of opleiding, vermeld in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd, of een daarmee gelijkgeschakelde graad hebben behaald, en minstens één jaar praktische ervaring in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen hebben verworven binnen vijf jaar voorafgaand aan de erkenningsaanvraag;
  b) hetzij minstens de opleiding secundaire of secundaire technische leergangen hebben genoten of een gelijkwaardig getuigschrift of certificaat hebben behaald, en een praktische ervaring van minstens vijf jaar in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen hebben verworven binnen tien jaar voorafgaand aan de erkenningsaanvraaag.
als de erkenning wordt aangevraagd voor het domein E, over een gunstige beoordeling van het referentielaboratorium van het Vlaamse Gewest beschikken die niet ouder is dan één jaar, gegeven op basis van de werkwijze en gebruikte meetapparatuur bij de meting van de damp-benzineverhouding door de aanvrager.

De beoordeling vermeld onder VLAREL Artikel 9. 3° heeft betrekking op onderstaande controles van een damprecuperatiesysteem fase II in benzinestations:

De beoordeling bestaat uit drie proeven:

  1. de beoordeling van procedures en rapporten,
  2. een theoretische proef over de code van goede praktijk (zie link verder) en
  3. een praktische proef in het labo.

U dient voor iedere proef te slagen om een gunstige beoordeling te bekomen.

Proef (1) dient gunstig beoordeeld te zijn vooraleer u aan de proeven (2) en (3) kan deelnemen.
Daartoe wordt proef (1) beoordeeld aan de hand van aan VITO opgestuurde documenten.
Proeven (2) en (3) gaan daarna bij VITO door.

Proef 1

Hiervoor dient u volgende documenten aan het referentielaboratorium van het Vlaamse Gewest over te maken:

  • De procedure voor het meten van de damp-benzineverhouding (inclusief rapportering); deze dient minimaal volgende punten te omvatten
    • Een beschrijving van alle in de praktijk toegepaste methoden voor het meten van de damp/benzineverhouding (bv. natte methode met reëel benzinedebiet en afzuiging van omgevingslucht doorheen de gasmeter) – 3 methoden worden in de EN 16321-2 beschreven 
    • Bedieningswijze van apparatuur die voor deze meting gebruikt wordt – of een verwijzing naar de handleiding bv. kan ook in een afzonderlijke procedure (procedure gebruik, onderhoud en kalibratie van apparatuur; zie verder)
    • Te registreren gegevens tijdens de meting + manier van registratie van deze gegevens (bv. verwijzing naar een in te vullen formulier)
    • Berekeningen (toegepaste formules)
    • Inhoud (template) van een rapport
    • Eventueel gebruikte referenties
  • De procedure voor het gebruik, onderhoud en kalibratie van de gebruikte apparatuur met inbegrip van de kalibratiefrequentie en de maximale afwijking die bij kalibratie/controle wordt toegelaten;
  • De lijst met beschikbare apparatuur en de meest recente kalibratiegegevens;
  • Fiche bevoegdheidsverklaring voor de persoon die erkenning aanvraagt;
  • 2 rapporten van metingen van de damp-benzineverhouding; indien u zowel de droge testmethode met gesimuleerd benzinedebiet als de natte testmethode met reëel bezinedebiet toepast, gelieve dan één rapport voor elke methode over te maken.

Deze proef wordt gunstig of ongunstig beoordeeld. Bij een ongunstige beoordeling kan u herkansen na indiening van aangepaste documenten.

Proef 2

Het referentielaboratorium van het Vlaamse Gewest, VITO, hanteert volgende code bij de beoordeling van deze controles: “Damprecuperatie fase II -Code van goede praktijk te hanteren door erkende milieudeskundigen en aanvaarde bevoegd deskundigen die metingen uitvoeren conform de eisen vermeld in subafdeling 5.6.2.3 uit titel II van het VLAREM

Deze code van goede praktijk (CvGP) geeft de werkwijze die een milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen erkend voor ‘domein E. uitvoeren van de controles en periodieke onderzoeken van damprecuperatiesystemen (hoofdstuk 5.6 van titel II van VLAREM)’ of een aanvaarde bevoegd deskundige dient te volgen bij de uitvoering van volgende controles van een damprecuperatiesysteem fase II in benzinestations: Testen van de activiteit van de vacuümpomp en Meting van de damp-benzineverhouding.

Tijdens deze theoretische proef met een maximale duur van 20 minuten wordt de kennis van de deelnemer over deze code van goede praktijk via een interview beoordeeld. Op de kennis over de testmethoden staat daarbij de helft van de punten.  

Deze proef wordt gunstig beoordeeld bij een score van 70% of meer.

Proef 3

Deze praktische proef bestaat uit de bepaling van een gasvolume in de orde van grootte van 100 l enerzijds en een functietest van de ring met fluitsignaal voor het testen van de activiteit van de pomp anderzijds.

Voor de bepaling van het gasvolume moet de deelnemer de mogelijkheid voorzien om de gasmeter aan een automatisch vulpistool Elaflex ZVA Slimline 2 GR te koppelen zoals bij metingen in de praktijk.  Tijdens de meting dient de omgevingstemperatuur eveneens geregistreerd te worden. Voor deze proeven inclusief het opstellen en aansluiten wordt een totaalduur van 30 minuten per deelnemer voorzien. Vóór aanvatting van de theoretische proef (2) dient u het meetsysteem met inbegrip van de gasmeter voor conditionering in het laboratorium te plaatsen.

Deze proef wordt gunstig beoordeeld bij een afwijking van het bepaald gasvolume t.o.v. de referentiewaarde van 5% of minder.

Indien verschillende deelnemers van eenzelfde firma erkend willen worden, dienen deze met verschillende meetsets aan de praktische proef deel te nemen (indien dit in de praktijk eveneens gebeurt)

Contactpersonen

De proeven gaan door op volgende locatie: VITO, Industriezone Vlasmeer 5, Mol.

Voor informatie betreffende de kostprijs van de drie proeven kan u terecht bij eerder vermelde contactpersonen.

Verder verloop procedure

U dient de gunstige beoordeling van het referentielaboratorium bij uw erkenningsaanvraag te voegen.

De procedure voor aanvraag van de erkenning vindt u onder  https://www.vlaanderen.be/erkenning-als-milieudeskundige-houders-voor-gassen-of-gevaarlijke-stoffen.