Verklaring van termen ivm energiebalansen

Bij energiebalansen worden een aantal specifieke termen gebruikt die voor een leek niet altijd even duidelijk zijn. In de volgende lijst worden enkele van deze termen verklaard.

  • (bruto) primair energieverbruik: hoeveelheid primaire energie die nodig is om aan de vraag naar energie binnen een bepaald gebied te voldoen. Men kan nog een onderscheid maken tussen het bruto verbruik (ook wel 'primair verbruik') en het bruto binnenlands verbruik. Het bruto binnenlands verbruik is het bruto verbruik verminderd met de leveringen aan zeeschepen (bunkering in de internationale luchtvaart).
  • finaal energieverbruik: ook wel eindverbruik genoemd. Het is het energieverbruik door de eindverbruikers zoals huishoudens, industrie, ....
  • energetisch finaal verbruik: eindverbruik van energiedragers waarbij de energie-inhoud ervan benut wordt. Voor brandstoffen komt dit neer op de verbranding ervan.
  • niet-energetisch finaal verbruik: dit is het verbruik door de eindverbruikers van:
    1. energiedragers, gebruikt als grondstof voor de aanmaak van andere producten (voorbeeld: aardgas voor de productie van kunstmest);
    2. niet-energetische producten, gemaakt op basis van energiedragers (voorbeeld: smeermiddelen).
    Men benut de energie-inhoud van deze producten niet.
  • zelfproducent (van elektriciteit): bedrijf of organisatie die naast haar hoofdactiviteit ook nog zelf elektriciteit produceert en eventueel een deel daarvan verkoopt.
  • transformatiesector: verzamelnaam voor bedrijven die primaire energiedragers in een andere vorm van energie omzetten. Hierbij verandert de fysische vorm van de energiedrager. Klassiek rekent men volgende soorten van ondernemingen tot de transformatiesector: elektriciteitscentrales, warmte-centrales, petroleumraffinaderijen, cokesovens, agglomeratenfabrieken, ... . Soms rekent men ook de hoogovens tot de transformatiesector (o.a. Eurostat).
  • bruto elektriciteitsproductie: hoeveelheid geproduceerde elektrische energie, beschikbaar aan de klemmen van de alternator/generator.
  • netto elektriciteitsproductie: bruto productie, verminderd met het verbruik door de hulpdiensten in de elektrische centrales (eigenverbruik van de centrales).
Opmerking:
In de thermodynamica spreekt men van energiegebruik en brandstofverbruik. In het gewone taalgebruik spreekt men in beide gevallen eerder van 'verbruik'.