Begrippen

Primaire productie:
zie verklaring onder rubriek ‘structuur energiestromen’

Netto-invoer:
zie verklaring onder rubriek ‘structuur energiestromen’

Primair energieverbruik:
zie verklaring onder rubriek ‘structuur energiestromen’

Internationale luchtvaartbunkers:
zie verklaring onder rubriek ‘structuur energiestromen’ = geleverde hoeveelheden energiedragers (hoofdzakelijk brandstof) aan vliegtuigen die op buitenlandse luchthavens vliegen

Internationale scheepvaartbunkers:
zie verklaring onder rubriek ‘structuur energiestromen’ = geleverde hoeveelheden energiedragers (hoofdzakelijk brandstof) aan zeeschepen die naar buitenlandse havens varen.

Bruto binnenlands energieverbruik:
zie verklaring onder rubriek ‘structuur energiestromen’

Niet-energetische eindverbruik:
zie verklaring onder rubriek ‘structuur energiestromen’

Onderste verbrandingswaarde:
Conventioneel wordt met de onderste verbrandingswaarde van de brandstof gerekend. Dit wil zeggen dat de warmte, die zou ontstaan door condensatie van het water dat bij de verbranding gevormd is, niet als beschikbaar beschouwd wordt en dus niet verrekend wordt in de warmte die de brandstof ter beschikking stelt. Voor aardgas betekent dit in praktijk dat de onderste verbrandingswaarde ongeveer 90% bedraagt van de bovenste verbrandingswaarde. Ter informatie: op uw energiefactuur wordt de bovenste verbrandingswaarde vermeld.

1 PJ:
= 1 petajoule = 1 x 1015 joule, omrekeningsfactoren naar andere eenheden zoals GWh en kcal kan u terugvinden in de EMIS-toepassing conversies

Transformatiesector:
zie verklaring onder rubriek ‘structuur energiestromen’

Input (binnen de transformatiesector):
de brandstoffen zoals steenkool, aardgas, stookolie, biomassa, ruwe aardolie, nucleaire warmte en anderen die als basis worden gebruikt voor de transformaties in de elektriciteitscentrales, de raffinaderijen, de cokesfabrieken en de andere transformatie-activiteiten.

Output (binnen de transformatiesector):
de geproduceerde elektriciteit, de geproduceerde benzine, diesel, LPG, zware stookolie, nafta en andere petroleumproducten, cokes in de elektriciteitscentrales, de raffinaderijen, de cokesfabrieken en de andere tranformatie-activiteiten.

Eigenverbruik (binnen de transformatiesector):
de brandstoffen, elektriciteit en warmte die door de transformatiesectoren zelf wordt verbruikt om de transformatie-activiteiten te kunnen uitvoeren.

Verliezen op het elektriciteitsnet:
elektriciteit die verloren gaat tijdens het transport ervan over de elektriciteitsnetten.

Niet-energetisch eindverbruik:
elektriciteit die verloren gaat tijdens het transport ervan over de elektriciteitsnetten. In Vlaanderen gaat het concreet om de feedstocks (van voornamelijk nafta, aardgas, propaan/LPG/butaan) die in de chemische sector gebruikt worden voor deze ‘niet-energetische’ toepassingen en de producten zoals white spirit, bitumen en smeermiddelen die in de chemische sector en de andere sectoren ‘niet-energetisch’ worden aangewend als solvent of smeermiddel of…

Transport door pijpleidingen:
het energieverbruik onder deze rubriek is het verbruik van elektiriciteit en gas voor het transporteren van vloeistoffen of gassen doorheen pijpleidingen.

Nucleaire warmte:
dit is de warmte (thermische energie-inhoud) die door de nucleaire centrales wordt aangewend voor de productie van elektriciteit.

Zelfproducenten:
zelfproducenten van elektriciteit zijn maatschappijen of bedrijven die naast hun hoofdactiviteit ook elektriciteit produceren voor eigen verbruik en eventuele verkoop aan anderen (meestal aan producenten – verdelers).

Andere industrie:
houtindustrie (NACE-code 20), vervaardiging van producten van rubber of kunststof (NACE-code 25), vervaardiging van meubelen en overige industrie (NACE-code 36), recycling (NACE-code 37), bouwnijverheid (NACE-code 45).

Biomassa:
biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval. (Besluit Vlaamse regeging van 5 mart 2004 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen, richtlijn 2001/77/EG)