27/10/2006

Wijzigingen plan-MER goedgekeurd

Terug naar artikeloverzicht

Op voorstel van Kris PEETERS, Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, keurde de Vlaamse Regering het voorontwerp van decreet betreffende wijzigingen aan de plan milieueffect- en veiligheidsrapportage (plan-MER) principieel goed.

Ingevolge deze wijziging moeten bepaalde plannen van administratieve overheden, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, vooraleer zij definitief worden goedgekeurd, onderworpen worden aan een milieueffectenstudie.

In deze milieueffectenstudie worden enerzijds de impact van het desbetreffende plan op het milieu en anderzijds  alternatieve planvoorstellen onderzocht. Het voorontwerp van decreet wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Het voorontwerp van decreet voorziet in de verplichting om bepaalde plannen van administratieve overheden, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, aan een effectenstudie te onderwerpen, de zogenaamde plan-MER, vooraleer zij definitief worden goedgekeurd. De krachtlijnen van het nieuwe voorontwerp van decreet zijn de volgende:

  • In tegenstelling tot het bestaande decreet stapt men in het nieuwe voorontwerp van decreet af van de mogelijkheid om een lijst van plannen en programma's die onderworpen zijn aan de plan-MER op te stellen. Dit biedt meer flexibiliteit.
  • De plicht tot de opmaak van een plan-MER wordt op basis van drie stappen beoordeeld. In de eerste plaats wordt nagegaan of het voorgenomen plan of programma valt onder de definitie van plannen en programma's, zoals geformuleerd door het voorontwerp van decreet. Indien het voorgenomen plan of programma onder deze definitie valt, wordt in een tweede fase onderzocht of het betrokken plan of programma onder het toepassingsgebied valt dat in het voorontwerp van decreet is bepaald. Dit decreet moet toegepast worden wanneer een bepaald plan het kader vormt voor het verlenen van een vergunning  of wanneer een plan effect zou hebben op een beschermingszone in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn. In een derde stap wordt bepaald welke plannen of programma's MER-plichtig zijn. Dit gaat enerzijds over plannen die van rechtswege MER-plichtig zijn (bijvoorbeeld plannen met betrekking tot ruimtelijke ordening, landbouw ...); anderzijds gaat dit over plannen of programma's, waarbij een onderzoek moet uitsluitsel geven of een MER moet worden uitgevoerd.
  • In tegenstelling tot het bestaande decreet voorziet het voorontwerp van decreet uitdrukkelijk in de mogelijkheid tot integratie van het plan MER-systeem in bestaande regelgevingen, zoals bijvoorbeeld bij het opstellen van een RUP.
  • Ten slotte wordt, conform de richtlijn en het Aarhusverdrag, voorzien in een actieve raadpleging van het publiek en allerlei adviesverlenende instanties over de plannen of programma's.

De Vlaamse Regering keurde bovendien de oprichting goed van een ondersteunende kenniscel inzake milieueffect- en veiligheidsrapportage binnen het departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Deze cel zal in de eerste plaats advies verlenen aan het Vlaams Gewest, de provincies en de gemeenten en dit op hun verzoek.

Bron : Persmededeling van de Vlaamse Regering

______________________________________

Extra info :