30/11/2001

Waterbeleid in een stroomversnelling

Terug naar artikeloverzicht

De oeverstaten van de stroomgebieden van Schelde en Maas hebben vandaag in Luik een verklaring ondertekend om de samenwerking voor een gezamenlijk beleid en beheer te versterken.

De Europese Kaderrichtlijn Water, van kracht sinds 22 december 2000, zet de lidstaten er toe aan om maximaal samen te werken om de toestand van de stroomgebieden te beschermen of zo nodig te verbeteren. Dit houdt onder meer in dat gestreefd wordt naar de opmaak van een gezamenlijk beheersplan per volledig stroomgebied en naar een afstemming van de maatregelen om een goede kwaliteit van het oppervlaktewater en grondwater te garanderen. Ook de ecologische toestand van de waterlopen en van kwetsbare gebieden zijn een aandachtspunt. Verder moeten de gevolgen van overstromingen en droogte maximaal worden vermeden.

De bevoegde lidstaten en gewesten voor Schelde en Maas (Frankrijk, Walloni, Luxemburg, Duitsland, het Brussels Hoofdstedelijk gewest, Vlaanderen, Belgi en Nederland) engageren zich om gezamenlijk een aantal stappen te zetten om aan de verplichtingen van de Europese kaderrichtlijn te voldoen.

In de eerste plaats werd de begrenzing van de stroomgebiedsdistricten in grote lijnen vastgelegd, en verbinden de partijen er zich toe om voor Schelde en voor Maas telkens n gezamenlijk internationaal stroomgebiedbeheersplan op te maken. De bestaande internationale commissies voor de bescherming van Schelde en van Maas (ICBS en ICBM) krijgen de opdracht om de multilaterale cordinatie te organiseren. Over de inhoud en de aard van de cordinatie, alsook over de kortetermijnplanning bestaat overeenstemming. De huidige verdragen die aan de grondslag liggen van de ICBS en van de ICBM, zullen  worden aangepast om deze taak blijvend te kunnen vervullen. Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw Vera Dua heeft de overige partijen uitgenodigd om volgend jaar de herziene verdragen te ondertekenen in Vlaanderen. Ook wordt het waterkwantiteitsaspect bij de werkzaamheden opgenomen. Zo zal de transnationale werkgroep "Hoogwater Maas" met dat doel in de ICBM worden gentegreerd. De ICBS en ICBM krijgen de opdracht om binnen de zes maand de nodige middelen te evalueren voor het uitvoeren van deze taken, zowel wat organisatie betreft als personele en financile middelen.

De Vlaamse regering heeft op 21 november besloten de ministerverklaring goed te keuren, maar wilde een aantal zaken benadrukken. Minister Dua beschouwt het bereikte akkoord als een mijlpaal in de samenwerking, maar zij gaf tegelijk aan op welke vlakken de samenwerking in de toekomst nog kan worden uitgebreid. De NGO's zijn van mening dat het actieplan dat in het kader van de ICBS en de ICBM werd opgemaakt nog onvoldoende concrete resultaten heeft opgeleverd. Integraal waterbeheer houdt aldus minister Dua meer in dan de verplichtingen die opgelegd zijn in de Europese Kaderrichtlijn Water. Het Vlaamse Gewest wil daarom dat het begrip integraal waterbeheer in zijn ruimste betekenis genterpreteerd wordt. Dit houdt ook het kwantitatief beheer van de reserves, het garanderen van het gebruik ervan voor verschillende doeleinden, en de bescherming tegen overstromingen en droogte in. Minister Dua benadrukt ook dat de maatschappelijke inspraak, voorzien in de kaderrichtlijn, niet is opgenomen in de verklaring. Ze vraagt om het voorstel van de Milieu- en Natuurraad voor Vlaanderen (MiNa-Raad) in overweging te nemen om een "internationaal bekkencomit" op te richten waar alle relevante sectoren op een gelijkwaardige wijze aan bod kunnen komen.

Niet alleen internationaal, maar ook in Vlaanderen staat het waterbeleid voor grote veranderingen. Minister Dua bereidt een basisdecreet integraal waterbeleid voor, dat het integraal waterbeleid vorm moet geven op het niveau van deelstroomgebieden. Hierdoor wordt de filosofie van de kaderrichtlijn doorgetrokken tot op het lokale niveau. De bekkencomits, die sinds tien jaar op experimentele basis functioneren, moeten daardoor meer armslag kunnen verwerven. Via het opmaken van bekkenbeheersplannen, gekoppeld aan inspraak van doelgroepen en sectoren, moet het waterbeheer dat door de verschillende instanties gevoerd wordt (Vlaams Gewest, provincies, steden en gemeenten, polders en wateringen) beter op elkaar worden afgestemd. Duurzaam beheer en multifunctioneel gebruik zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Het basisdecreet moet in het voorjaar van 2002 door de Vlaamse regering worden goedgekeurd.

Minister Dua wil van de gelegenheid gebruik maken om de polders en wateringen grondig te hervormen. Deze besturen, waarvan er bepaalde bestaan sinds de middeleeuwen, oogstten in hun huidige vorm kritiek vanuit verschillende hoeken. Hun taak beantwoordt niet meer aan de principes van een integraal waterbeheer, en hun besturen zijn onvoldoende democratisch samengesteld. De minister erkent dat de polders en wateringen hun nut hebben omwille van de terreinkennis van de beheerders, maar wil dat ze binnen de vijf jaar omgebouwd worden tot performante besturen. Op dat vlak is na intens overleg met de verschillende bestuursniveaus en sectoren een compromis uitgewerkt. Dit komt erop neer dat in elk deelbekken een "waterschap" kan gecreerd worden, met als doel de efficintie van het waterbeheer te verhogen. In elk deelbekken moeten de gemeenten, polders en wateringen en provincies samen beslissen tot op welk niveau zij binnen dat waterschap hun inspanningen op het vlak van waterbeheer willen cordineren. Er wordt gedacht aan drie integratieniveaus. De lichtste vorm van samenwerking houdt in dat de besturen enkel een gezamenlijk beleid ontwikkelen, terwijl in de tussenvorm een interbestuurlijk beheersorgaan gecreerd wordt, dat een aantal taken van de lokale besturen overneemt. Dit laat een efficintere inzet van mensen, materieel en middelen toe.

De meest verregaande vorm van waterschap is een bestuur waarvan minstens een deel van de bestuurders rechtstreeks verkozen wordt. Deze laatste vorm van waterschap is genspireerd op het Nederlands model. De bestaande polders en wateringen kunnen zich in de vooropgestelde periode van vijf jaar omvormen tot een dergelijk waterschap op voorwaarde dat zij kunnen aantonen dat een dergelijke bestuursvorm maatschappelijk een meerwaarde biedt. Over de samenstelling en de verkiesbaarheid van het bestuur zal er nog overlegd worden, maar minister Dua benadrukt dat de verkiezing democratisch moet zijn, en dat alle relevante sectoren deel moeten kunnen uitmaken van het bestuur.

info: Ann Bats, woordvoerder van minister Dua
tel. (02) 553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be