Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur heeft op een persconferentie gisteren toelichting gegeven bij de resultaten van de jaarlijkse inventarisaties van zowel huishoudelijk als bedrijfsafval. Voor beide afvalstromen zijn vergelijkbare tendensen merkbaar: voor beide is er een lichte ontkoppeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP) vast te stellen, voor beide wordt de hoofdmoot gesorteerd met het oog op recyclage, hergebruik of compostering, en gaat een relatief beperkt percentage naar de eindverwerking.
"De hoeveelheid restafval verder verminderen blijft de grote uitdaging voor de komende jaren", stelt Vlaams minister Kris Peeters bij de presentatie van de jaarlijkse inventarisaties van respectievelijk huishoudelijke en bedrijfsafvalstoffen.
Wat meteen opvalt zijn de vergelijkbare tendensen binnen de door de huishoudens en de door de bedrijven geproduceerde afvalstoffen. Voor beide is een lichte ontkoppeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP) vast te stellen, voor beide wordt de hoofdmoot gesorteerd met het oog op recyclage, hergebruik of compostering, en gaat een relatief beperkt percentage naar de eindverwerking. Voor huishoudelijk afval heeft afvalverbranding (met energierecuperatie) duidelijk de overhand op het storten, bij bedrijfsafvalstoffen is dit omgekeerd.
- Van het huishoudelijk afval wordt 70,7% selectief ingezameld de selectieve inzameling stijgt trouwens jaar na jaar , terwijl 29,3% terechtkomt in de eindverwerking. Dit percentage neemt jaar na jaar af.
Het afvalstoffenbeleid werpt duidelijk zijn vruchten af: toch blijft het nog een hele uitdaging om de afvalberg verder te verminderen. Voor huishoudelijk afval betekent dit onder meer de hoeveelheid restafval tegen 2007 reduceren tot 150 kg per inwoner als gemiddelde voor Vlaanderen. In 2005 bedraagt dit 161 kg per inwoner, waarmee in elk geval de vooropgestelde doelstelling uit het Uitvoeringsplan Huishoudelijke afvalstoffen 2003-2007 om in 2005 slechts 165 kilogram per inwoner restafval in Vlaanderen in te zamelen, wordt behaald.
In zijn beleidsverklaring benadrukt minister Peeters het belang van de vooropgestelde beleidsmaatregelen zoals de verdere toepassing van het vervuiler-betaalt-principe, aandacht voor een nog betere kwaliteit van de selectieve inzameling om het recyclagepercentage te verbeteren en vooral nadruk op afvalpreventie.
- Bedrijfsafval: de cijfers wijzen uit dat 75% van het primair geproduceerd bedrijfsafval een nuttige toepassing kent, hetzij via recyclage(50%), hetzij als secundaire grondstof (25%).
Voor bedrijfsafval moet er rekening mee worden gehouden dat grootschalige bodemsaneringsprojecten de toename zullen blijven benvloeden. Toch moet de hoeveelheid bedrijfsafval voor minister Peeters verder achterblijven op de economische groei t.o.v. 2002. Maatregelen zoals bvb. het gratis ter beschikking stellen van de eco-efficintiescan voor de belangrijke doelgroep KMO's moet hen helpen hun milieu- en dus ook afvalprestaties te verbeteren. Het afschaffen van de heffingen voor het storten of verbranden van recyclageresidu's tegen 2010 beoogt het verminderen van de hoeveelheid bedrijfsafval die nog gestort of verbrand wordt.
- Voortdurend sensibiliseren en informeren blijven voor beide afvalstromen belangrijke ondersteunende middelen om de geleverde inspanningen te bestendigen en verder kwalitatief en kwantitatief te verbeteren.
Volledig persbericht (afval statistieken)
Persbericht van het kabinet van minister Kris Peeters
_________________________________
Extra info :
Het OVAM-rapport : "Inventarisatie huishoudelijke afvalstoffen 2005"