10/09/2010

Vlaanderen steunt uniek grensoverschrijdend project ‘Organext’

Terug naar artikeloverzicht

Op voorstel van Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, Ingrid Lieten, kent de Vlaamse Regering 652.370 euro subsidies toe aan het project Organext. Dit project (met een totaalbudget van 7,5 miljoen euro) wil de Euregio Maas-Rijn stimuleren in de verdere ontwikkeling tot een toptechnologische regio op het vlak van organische opto-elektronica en zonnecellen.

Minister van Innovatie Ingrid Lieten: “We verwachten dat de zonnecel-industrie binnen 10 à 15 jaar één van de grootste industriële sectoren zal zijn. Die sector zal dus veel nieuwe jobs creëren, en zorgen voor een grote toename van duurzame en dus propere energie. Het project Organext brengt toponderzoekers uit de Euregio Maas-Rijn samen om nieuwe producten te ontwikkelen en om de economische ontwikkeling van deze sector in de Euregio te stimuleren. De leiding van het project is in handen van de Universiteit Hasselt.

Na Europese steun voor Energyville in Genk, is dit nu reeds het tweede grote Europese energieproject dat in Limburg opgezet wordt. Hiermee kunnen we van Limburg een Europese topregio maken op vlak van duurzame energie, en dat betekent meer jobs en een schoner milieu.”

Organext

Het project Organext werd ingediend bij het INTERREG IV-A programma door een consortium van 12 partners uit de Euregio Maas-Rijn, met deelgebieden in België, Nederland en Duitsland. Het project is er in geslaagd om voor de eerste keer al de top onderzoekscentra uit de Euregio Maas-Rijn, Eindhoven en Leuven met internationaal gerenommeerde expertise in het domein van nanotechnologie, nieuwe materialen en nieuwe generatie (organische) zonnecellen samen te brengen in een gezamenlijk project. De partners in dit project zijn: Universiteit Hasselt (Instituut voor Materiaalonderzoek; Centrum voor Milieukunde), IMEC (IMEC-Leuven en IMOMEC-Diepenbeek), Universiteit Maastricht (Merit, ICIS), Hogeschool Zuyd, Technische Universiteit Eindhoven, RWTH-Aachen en Université de Liège. De leiding van dit uniek internationaal consortium is de Universiteit Hasselt met Prof.dr. Jean Manca als project-coördinator.

Prof.dr. Jean Manca: “Het domein van ‘Organische elektronica’ is een van de markantste opkomende technologieën van de 21ste eeuw.  Een grensoverschrijdende samenwerking van expertisecentra met complementaire know-how is een belangrijke hefboom om de Euregio Maas-Rijn als een sterke en innoverende Cleantech-regio op de internationale kaart te zetten.”

De totale kostprijs van dit project, dat loopt over 36 maanden, bedraagt ongeveer 7,5 miljoen euro waarvan 50% Europese ondersteuning met INTERREG-middelen. Voor de realisatie van dit project kunnen de Vlaamse partners UHasselt, IMOMEC en IMEC rekenen op een Vlaamse cofinanciering van 652.370,05 euro. De provincies Limburg (100.000€) en Vlaams-Brabant (285.918€) zorgen ook voor een deel van de cofinanciering.

Men zal de know-how uit het project bundelen in een ORGANEXT-kennisplatform bestaande uit industriële partners, beleidsmakers en kenniscentra. Daarmee zal men bedrijven begeleiden op het vlak van technologische ondersteuning en training om zo hun economische valorisatie/tewerkstelling te verhogen.

Tot slot is er voor bedrijven actief in het domein van nanomaterialen een toenemende vraag naar toegankelijke en geschikte analyse-technieken. Deze geavanceerde analyse-technieken vereisen vaak dure apparatuur en hooggeschoold personeel, wat niet altijd beschikbaar is in de bedrijven. Daarom wordt een toegankelijk ‘Euregio Nanomaterialen Analyse Lab’ opgericht om zo een kostenefficiënte oplossing te bieden.

Achtergrond

Nanotechnologie is een van de meest belovende technologische domeinen en kan bijdragen tot de realisatie van duurzame economische groei met meer en betere jobs en met respect voor het milieu. Dit kan gaan van hernieuwbare energie (zonnecellen) tot printbare (nano-) elektronica (LEDs, transistoren, sensoren...). Met behulp van nanotechnologie kunnen bijvoorbeeld organische zonnecellen geproduceerd worden die ingebouwd kunnen worden in dubbele beglazing of in plooibare fotovoltaïsche zonnepaneel-modules. 

Het marktpotentieel voor organische nano-tech applicaties is enorm. In 2005 vertegenwoordigde de wereldmarkt van organische elektronica een waarde van 500 miljoen dollar en tegen 2015 wordt een waarde van 30 miljard dollar verwacht. Bijzonder veelbelovend zijn de groeiperspectieven in de sector van organische zonnecellen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de fotovoltaïsche sector tijdens het afgelopen decennium gegroeid is met jaarlijkse groeicijfers van bijna 40%, met een huidige omzet van meer dan 10 miljard euro. Er wordt verwacht dat in de komende 1 tot 2 decennia de groeicijfers minstens 25% per jaar zullen blijven, waardoor de zonnecel-industrie binnen 15-20 jaar één van de grootste industriële sectoren zal zijn.

Bron :  Persmededeling van viceminister-president Ingrid Lieten, Vlaams minister van innovatie, overheidsinvesteringen, media en armoedebestrijding