Op voordracht van Vlaams minister Hilde Crevits heeft de Vlaamse Regering het ontwerp soortenbesluit goedgekeurd. Hiermee wordt de inhoudelijke discussie over dit besluit afgesloten. Dit besluit leidt tot een juridische omwenteling van het soortenbeleid in Vlaanderen: eindelijk zullen we in staat zijn op een systematische wijze zeldzame soorten (wilde orchideen, bruine vuurvlinder, enz.) te gaan beschermen en schadelijke soorten (sommige kraaiachtigen) te beheren. Bovendien wordt het eindelijk mogelijk om aan al onze Europese verplichtingen inzake Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn te voldoen.
1. Bescherming
De opeenvolgende natuurrapporten hebben het herhaaldelijk duidelijk gemaakt: 28% van de in Vlaanderen in de natuur voorkomende, onderzochte soorten zijn zodanig zeldzaam dat ze als "rode-lijst-soort" moeten bestempeld worden. Er is bvb. een wettelijke basis nodig wanneer we actief willen ingrijpen voor zeldzame vogelsoorten, zoals ijsvogel, geelgors, oeverzwaluw of klapekster. Voor zeldzame diersoorten, zoals de das en de boomkikker, is het nodig de plaatsen te beschermen waar die zich vestigen. Al die vormen van soortenbescherming worden nu veralgemeend over alle beschermingswaardige soorten.
In n beweging worden, in dit besluit, alle met uitsterven bedreigde vlindersoorten, libellensoorten en andere zeer zeldzame insecten van een beschermd statuut voorzien.
2. Beheer
Bovendien wordt het wettelijk mogelijk, om, inzake ecologisch schadelijke exoten zoals waternavel of brulkikker, de bestrijding te organiseren. Ook soorten die schade of risico kunnen veroorzaken voor de landbouw, zoals kraaien, spreeuwen of eksters, of kokmeeuw en zilvermeeuw bij vliegvelden, moeten op wettelijke gronden blijvend aan banden kunnen gelegd worden.
Ook hier worden er wijzigingen aangebracht in de regeling: kauw wordt toegevoegd aan de mogelijks te bestrijden soorten in functie van de landbouw. Tegelijk wordt het regime voor spreeuw, ekster en gaai minder hard gemaakt: nog slechts bestrijding tijdens de zomer en herfst in het belang van de fruitteelt.
3. Vogelhouderij
Ten slotte wordt er met dit besluit een eenvoudiger regeling bekomen voor de vogelliefhebberij: verminderde administratieve lasten, maar gelijkwaardige garanties voor zeldzame vogels.
4. Europees conform
Al die zaken waren momenteel gedeeltelijk geregeld door een vijftal uitvoeringsbesluiten, die inmiddels sterk verouderd zijn (de oudste dateert van 1976). Minister Hilde Crevits heeft er nu voor gezorgd dat die vijf besluiten gentegreerd zouden worden tot een geheel en vervolledigd worden. Het soortenbesluit wordt aldus volstrekt conform gemaakt aan de verplichtingen die Vlaanderen heeft op grond van de Europese Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn en Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn.
5. Conclusie
Het model dat minister Hilde Crevits nastreeft is er een waarbij de overheid veel zelf kan regelen en doen, maar waarbij er ook veel kan samengewerkt worden met lokale overheden, met verenigingen, met onderzoeksinstellingen en met particulieren.
Het ontwerp soortenbesluit wordt nu voorgelegd aan de Raad van State, voor laatste advies vooraleer een eindbeslissing te nemen. Minister Crevits verzekert ook dat de vaststelling van het soortenbesluit zodanig zal verlopen dat er continuteit is ten aanzien van de beschermingsbepalingen die nu gelden en de beheersmogelijkheden die er nu al zijn om schade te voorkomen.
"Het soortenbeleid is gedurende decennia een stiefmoederlijk behandeld deel geweest van het natuurbeleid. Met dit besluit willen we de grondslag leggen om opnieuw te beginnen, en om het soortenbeleid te laten uitgroeien tot een volwassen en door iedere betrokkene gedragen beleidstak", besluit minister Hilde Crevits.
Bron : Persmededeling van het kabinet van Minister Hilde Crevits, Vlaams minister van openbare werken, energie, leefmilieu en natuur