24/05/2013

Vlaamse Regering keurt decreet Landinrichting principieel goed

Back to article overview

Op voorstel van Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege, minister-president Kris Peeters, ook bevoegd voor Landbouw, en minister van Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters heeft de Vlaamse Regering vandaag het voorontwerp van decreet Landinrichting principieel goedgekeurd. Naast de aanpassing van de procedures van landinrichting krijgen instrumenten voor de inrichting en het beheer van gebieden, al dan niet in het kader van flankerend beleid, een decretale basis. Nu de mogelijkheid er is om uit een ruime ‘instrumentenkoffer’ te putten, kan meer op maat en geïntegreerd gewerkt worden, en zullen plannen en projecten op het terrein efficiënter worden uitgevoerd.

Het jongste decennium hebben diverse bestuursniveaus veelvuldig geïnvesteerd in visie- en planvorming. Denken we aan de uitwerking van specifieke instandhoudingsdoelstellingen, de bekkenbeheerplannen, de strategische plannen van de havens, de afbakening van glastuinbouwzones enz. Het decreet Landinrichting kan zowel de planvorming als de effectieve realisatie ervan sneller doen verlopen. Het decreet reikt een ‘instrumentenkoffer’ aan voor de inrichting en het beheer van gronden, voor de grondverwerving en grondmobiliteit. Het voorziet daarnaast in de uitbouw van een flankerend beleid bij ingrepen met een ernstige impact op het gebruik van de ruimte.

Wat de inrichting betreft gaat het naast de inrichtingswerken zelf om het vestigen van erfdienstbaarheden voor openbaar nut en vergoedingen voor waardeverlies van gronden. Voor het beheer kan men vrijwillige beheerovereenkomsten en verplichte dienstenvergoedingen gebruiken. En wat het luik grondverwerving en -mobiliteit betreft zijn er naast grondverwerving zelf, instrumenten ter beschikking zoals het recht van voorkoop, vrijwillige herverkaveling en herverkaveling uit kracht van wet (ev. met planologische ruil).

Als flankerende maatregelen zijn vergoedingen bij lokale grondenbanken voorzien, net als vrijwillige verplaatsing, stopzetting en reconversie van bedrijven en koopplicht door de overheid.

De instrumenten kunnen toegepast worden voor zeer veel doelstellingen; zowel om een landinrichtingsproject uit te voeren als elk plan, project of programma dat goedgekeurd is door de Vlaamse Regering, het provincie- of het gemeentebestuur. Ook private en lokale partners kunnen de overheidsdoelen mee uitvoeren. Zij kunnen daarvoor een gepaste vergoeding ontvangen.

Het landinrichtingsinstrument als dusdanig wordt ook vereenvoudigd zowel wat overlegstructuren als procedure betreft. Zo hoeven de landinrichtingsplannen die voortvloeien uit een globaal landinrichtingsplan niet meer telkens getoetst te worden door een overkoepelende programmacommissie.

Enkele voorbeelden die het nut van deze ‘instrumentenkoffer’ illustreren:

  • Het gebruik van inrichtings- en beheerinstrumenten kan bijdragen tot de realisatie van instandhoudingsdoelstellingen in de Natura 2000 gebieden. Zo kunnen bv. lokaal bepaalde werken voor natuurontwikkeling en milieuverbetering uitgevoerd worden of kunnen specifieke beheersovereenkomsten ter stimulering van dier- of vogelsoorten ingezet worden.

  • Door te grijpen naar o.m. grondverwervings- en grondmobiliteitsinstrumenten, zoals een ‘herverkaveling uit kracht van wet, al dan niet gecombineerd met planologische ruil’, kan men komen tot het gewenste grondgebruik in overstromingsgevoelige gebieden. Met gerichte inrichtings- en beheerinstrumenten kan dan weer het waterbergend vermogen in deze gebieden verhoogd worden.

  • Bij de aanleg van een autosnelweg zal de inzet van flankerende instrumenten, zoals bijvoorbeeld een ‘bedrijfsverplaatsing’ of een ‘grondenruil’ de gevolgen voor de getroffen grondgebruiker kunnen beperken.

Het decreet Landinrichting biedt voor het eerst een ruime instrumentenkoffer om voor projecten in het buitengebied oplossingen op maat te snijden. We maken ons sterk dat de uitvoering van plannen op het terrein efficiënter, sneller en goedkoper zal verlopen.“ aldus Vlaams minister Joke Schauvliege. “Meteen zijn, zoals voorzien in het regeerakkoord, de instrumenten voor flankerend beleid decretaal verankerd.”

Bron : Bericht Joke Schauvlieghe, Vlaams Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur