26/09/2022

Vlaamse overheid meet organische koolstofvoorraad in de bodem

Green grass sunset_iStock_8092697
Terug naar artikeloverzicht

Cmon_0Om te weten hoeveel organische koolstof er in de Vlaamse bodem zit, is het Vlaams Departement Omgeving gestart met het grootschalige bodemkoolstofmonitoringsmeetnet Cmon. Hiermee zal Vlaanderen voor het eerst in 50 jaar de werkelijke grootte en evolutie van de koolstofvoorraden in de bodem meten. Organische koolstof speelt een sleutelrol in de bodemkwaliteit en de klimaatverandering. De meetcampagne bestaat uit cycli van telkens tien jaar. Tijdens het eerste werkjaar lag de focus op de voorbereiding en werden de eerste bodemstaalnames uitgevoerd.

Koolstof tegen klimaatopwarming

Een stabiele bodem met een optimale hoeveelheid organische koolstof werkt als een spons voor water. Bovendien biedt deze een hogere bescherming tegen modderoverlast, wordt het verlies van vruchtbare bodem door erosie tegengegaan en is hij beter bestand  tegen verdichting wanneer er zware landbouwmachines over rijden. De bodem kan ook bijdragen aan het verwijderen van CO2 uit de lucht. Daarvoor moet de aanvoer van organische koolstof minstens even groot zijn als de afvoer. Als de afbraak van organische koolstof groter is dan de aanvoer ervan, dan zal de bodem CO2 afgeven en net bijdragen aan de klimaatverandering.

Van bos tot berm

Op ongeveer 2600 plaatsen worden stalen genomen. De meting gebeurt tot één meter diepte, in bodems met verschillend landgebruik: akkerland, grasland, bos, natuur en residentieel gebied, inclusief waterrijke gebieden, (half)-natuurlijke graslanden, tuinen, parken en bermen. Alle locaties zullen daarna om de 10 jaar bemeten worden. Zo wordt niet alleen duidelijk hoeveel koolstof er in de bodem zit, maar ook hoeveel er verloren is gegaan of opgeslagen. De monitoring gaat ook na welk effect een verandering van landgebruik heeft op de voorraad organische koolstof.

Harmoniseren en bewaren

Cmon-2Het eerste werkjaar (juli 2021-juni 2022) bestond vooral uit voorbereiding: opmaak van protocollen voor de staalname, staalvoorbehandelingen en analysetechnieken en daarnaast harmonisatie en opslag van data, zodat alle resultaten in één databank (namelijk Databank Ondergrond Vlaanderen) komen. Vandaar worden ze verwerkt en ontsloten. Tenslotte werd de Vlaamse Geotheek aangepast, zodat de Cmon bodemstalen voor lange termijn bewaard kunnen worden. Meetresultaten zijn op dit moment nog niet beschikbaar.

Het Departement Omgeving coördineert en financiert dit onderzoek. De praktische uitvoering van het project ligt bij het ‘Cmon consortium’ bestaande uit het Departement Omgeving, het Instituut voor Landbouw -en Voedingsonderzoek (ILVO) en het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek (INBO).

Meer info

Rapport Bodemkoolstofmonitoringnetwerk Cmon-jaarrapport werkjaar 1 (2021–2022) 

 

 

Bron: Departement Omgeving, Vlaamse Overheid