15/05/2007

Vlaamse hybride bus op waterstof is wereldprimeur

Terug naar artikeloverzicht

Lier, 14 mei De Vlaamse busbouwer Van Hool heeft samen met zes partners de eerste hybride bus op waterstof ter wereld gebouwd. Deze bus stoot geen schadelijke stoffen uit, en is ook zeer stil. De bus werd vandaag voorgesteld door de Vlaamse ministers Fientje Moerman en Kathleen Van Brempt. Door dit project te ondersteunen wil de Vlaamse Regering haar voortrekkersrol opnemen op het vlak van technologische vooruitgang en milieuvriendelijk openbaar vervoer. De Lijn zal de bus een halfjaar leasen en daarna het project evalueren. Vanaf 18 juni zet De Lijn de bus in tussen Lier en Antwerpen.

 

Vlaamse hybride bus op waterstof is wereldprimeur
De Lijn rijdt als eerste met nieuwe bus

 

Geen uitstoot van schadelijke stoffen

De nieuwe brandstofcelbus is een wereldprimeur. Ze is de eerste volwaardige hybride bus (waterstof-elektrisch) die remenergie recupereert. Daardoor heeft ze veel minder energie nodig dan de vroegere brandstofcelbussen. Daarnaast heeft ze dezelfde capaciteit (tot 104 reizigers), levert ze dezelfde prestaties en heeft ze dezelfde actieradius (tot 350 km) als een moderne dieselbus. Om dit te bereiken ontwikkelde Van Hool een 13,2 meter lang voertuig met drie assen. De tweede as is gestuurd.
Dankzij een nuluitstoot is de waterstofbus erg milieuvriendelijk. Omdat er geen verbrandingsproces is, stoot de bus geen schadelijke stoffen uit zoals CO2 (broeikaseffect) en NOx (zure regen). Ook van fijn stof is geen sprake. Uit de uitlaat komt alleen een wolkje waterdamp. De bus is ook aanzienlijk stiller dan een moderne dieselbus. Dat komt omdat er geen bewegende mechanische delen zijn in de brandstofcel.


'Economie en ecologie zijn bondgenoten'.

Minister Fientje Moerman:'Economie en ecologie zijn elkaars bondgenoten. Ze kunnen niet zonder elkaar: economische ontwikkeling zonder zorg voor het milieu stoot op haar eigen grenzen. Omgekeerd is er zonder economische ontwikkeling onvoldoende draagvlak om milieuproblemen aan te pakken. De beste manier om deze noodzakelijke synergie te doen slagen, is via technologische vooruitgang en innovatie. De waterstofbus van Van Hool is een typevoorbeeld van deze aanpak: een vooruitstrevend project, een volwaardige en dus economisch rendabele bus zonder CO2-uitstoot, goed voor het milieu, en met een groot potentieel aan economische valorisatie op de langere termijn. Als minister van Economie en Innovatie heb ik dan ook mijn steun verleend aan dit project. In september 2004 ontving Van Hool 380.000 euro vanuit het Instituut voor Wetenschap en Technologie (IWT) via een O&O-bedrijfsproject. In mei 2006 steunde de Vlaamse Regering de opleiding voor de bouw van de waterstofbus met een bedrag van 945.000 euro opleidingssteun.'


'Goed nieuws voor leefbaarheid'

Minister Kathleen Van Brempt:'Met de waterstofbus zetten we een nieuwe stap naar ng milieuvriendelijker openbaar vervoer. Met roetfilters en bussen op puur plantaardige olie besteedt De Lijn nu al veel aandacht aan de zorg voor het milieu. De waterstoftechnologie kan een wissel op de toekomst zijn voor de vermindering van schadelijke uitlaatgassen. En dat is bijzonder goed nieuws voor de leefbaarheid in de woongebieden en op het vlak van lawaaihinder, want de bus is zeer stil. Dit is dan ook geen vrijblijvend project. Na een evaluatie van deze eerste bus zal ik bekijken hoe de waterstoftechnologie verder ingang kan vinden bij De Lijn.'


De Lijn neemt bus als eerste in gebruik.

De Lijn zal als eerste vervoermaatschappij het prototype zes maanden leasen. Vanaf 18 juni wordt de bus ingezet voor reizigersvervoer op lijnenbundel 420 Lier Broechem Antwerpen. Vier chauffeurs krijgen een opleiding om met de bus te kunnen rijden. De evaluatie is voor De Lijn en Van Hool een gelegenheid om de ervaringen van reizigers, chauffeurs en technici te kennen en te analyseren.
Directeur-generaal Ingrid Lieten:'Voor De Lijn is dit experiment een manier om ervaring op te doen met de nieuwe technologie. We zullen ook feedback geven om de technologie nog te verbeteren. Op deze manier zetten we een nieuwe stap naar de opwaardering van het openbaar vervoer. Via de nuluitstoot en met geluidsarme, comfortabele bussen willen we de reizigers ervan overtuigen de auto thuis te laten.'


Waterstofbus rijdt zuiniger en efficinter

De waterstofbus is een hybride voertuig. Dat betekent dat ze wordt aangedreven door twee krachtbronnen. Enerzijds is er een brandstofcel die waterstof omzet in elektrische energie. Naast een tankvoorraad van 40 kilo waterstof heeft de bus batterijen die worden opgeladen als er een energie-overschot is. Dit overschot is enerzijds afkomstig van de brandstofcel en anderzijds van de gerecupereerde remenergie. Hierdoor gaat er nagenoeg geen energie verloren en volstaan de waterstoftanks om 350 kilometer te rijden. Door de hybride aanpak verbruikt de bus minder brandstof, en is ze veel efficinter dan een bus met n krachtbron.


Waterstof is de brandstof van de toekomst

Waterstof is de brandstof voor de toekomst. Ze is milieuvriendelijk en onuitputtelijk. Momenteel wordt waterstof vaak geproduceerd met fossiele brandstoffen, via reforming van aardgas, vergassing van steenkool of elektrolyse van water. Deze methodes gaan gepaard met de uitstoot van CO2. Het is ook mogelijk om hiervoor schone energie te gebruiken, zoals windkracht. Als dat het geval is, is de technologie 100 % milieuvriendelijk.


Bus is voorbeeld van publiek-private samenwerking

De waterstofbus is een voorbeeld van publiek-private samenwerking. Ze kwam tot stand met de steun van de Vlaamse Regering, UTC Power, Siemens, IWT-Vlaanderen, Air Liquide en De Lijn. UTC Power leverde de brandstofcel, Air Liquide het tankstation en de waterstof. Siemens ontwikkelde het aandrijfsysteem. De Lijn stond Van Hool bij met advies over de inrichting van de bus.


'Belangstelling uit Verenigde Staten, Duitsland en Nederland'

Bestuurder-directeur Leopold Van Hool:'Ik ben verheugd dat Van Hool dankzij de steun van De Vlaamse overheid en De Lijn zijn steentje kan bijdragen aan een oplossing om de leefbaarheid van de steden en dorpen te verbeteren. We moeten ons ervan bewust zijn dat het alleen dankzij de samenwerking tussen de overheid, de gebruiker en het bedrijfsleven mogelijk is om zo'n technisch vooruitstrevend product te ontwikkelen. Daarom ben ik erg blij dat er al interesse is uit o.a. Californi, Washington DC, Hamburg, Londen en Amsterdam.'

Bron : Persbericht Van Hool