01/02/2013

Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020. Nieuwe stap in strijd tegen klimaatverandering

Back to article overview

Op voorstel van Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege keurde de Vlaamse Regering vandaag de conceptnota van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 goed. Voor het eerst wordt het Vlaams Klimaatbeleidsplan uitgesplitst in een Vlaams Mitigatieplan, om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, en een Vlaams Adaptatieplan om de effecten van de klimaatverandering in Vlaanderen op te vangen.

In opvolging van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 is de voorbije maanden hard gewerkt aan het nieuwe Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020. Op 1 juli 2011 stemde de Vlaamse Regering in met het voorbereidingstraject van het 3de Vlaams Klimaatbeleidsplan. Een Taskforce Mitigatie en een Taskforce Adaptatie, beide onder het voorzitterschap van het Leefmilieu-departement (LNE), leidden alles in goede banen. Naast het beleidsdomein Leefmilieu zijn ook andere beleidsdomeinen betrokken (o.a. Energie, Wonen, Economie, Landbouw en Mobiliteit).

Belangrijk in de aanloop naar deze conceptnota VKP 2013-2020 waren de Vlaamse Klimaatconferenties die minister Schauvliege op 26 mei en 25 november 2011 bijeengeroepen heeft voor resp. adaptatie en mitigatie en waarop alle stakeholders aanwezig waren. Nadien organiseerden de betrokken departementen per sector rondetafels waar met de belanghebbende maatschappelijke actoren naar nieuwe klimaatmaatregelen werd gezocht. Minister Schauvliege waakte er over dat de voorstellen aansloten op andere initiatieven van de Vlaamse Regering zoals het Pact 2020 en Vlaanderen in Actie.

 

Vlaams Mitigatieplan (VMP)

Het nieuwe Vlaamse Mitigatieplan (VMP) focust op de Europese niet-ETS broeikasgasdoelstelling van -15% in 2020 tegenover 2005 voor België. Het gaat om de sectoren die niet onder het Europees emissiehandelssysteem voor bedrijven vallen m.n. mobiliteit, gebouwen, landbouw en de (beperkte) niet-ETS onderdelen voor industrie en energie. Het VMP legt tevens de basis voor de verdere emissiereducties richting 2050.

Het pakket maatregelen in het Vlaamse Mitigatieplan bestaat uit drie luiken.

Het eerste luik zijn de bestaande maatregelen die hun doeltreffendheid bewijzen en waar onverminderd wordt op ingezet, zoals het energieprestatiecertificaat, de steun aan energiezuinige (ver)nieuwbouw, renovatiepremies, certificeringsverplichtingen voor koelinstallaties, energierecuperatie in afvalverbrandingsinstallaties enz.

Een tweede luik betreft nieuwe maatregelen, nieuwe inspanningen, die de Vlaamse Regering al beslist heeft. Hier gaat het over o.m. de verstrenging van de E-peileisen voor nieuwbouwwoningen, -kantoren en -scholen, de beperking van de lekverliezen van F-gassen uit koelinstallaties in de industrie enz.

Globaal brengen deze eerder geplande en al goedgekeurde nieuwe interne beleidsmaatregelen de overschrijding van de Europese doelstelling terug tot 10 Mton CO2-eq over de volledige periode 2013-2020. Dit betekent een gemiddelde van 1,3 Mton CO2-eq (ten opzichte van een gemiddelde jaarlijkse doelstelling van 43,3 Mton CO2-eq). Deze maatregelen worden door de betrokken beleidsdomeinen gefinancierd. Alles samen wordt ongeveer 1,2 miljard euro voorzien voor het geplande en besliste interne klimaatbeleid.

Daar wordt nu nog een derde groep van ingrepen aan toegevoegd. In voorbereiding van het VMP hebben de betrokken beleidsdomeinen 33 extra interne reductiemaatregelen voorgesteld voor mogelijke cofinanciering vanuit het Vlaams Klimaatfonds de komende twee jaar. Dit nieuw financieringsmechanisme is vorig jaar opgericht en zal voornamelijk gespijsd worden door de opbrengsten uit de veiling van emissierechten in het kader van de Europese emissiehandel.

Dat nieuwe financiële kader is nodig om de extra maatregelen te betalen. Het gaat bijv. over extra stimulansen voor grondige energierenovaties van huizen en sociale woningen, het stimuleren van hybride of elektrische voertuigen, steun voor kleinschalige biovergisters, gesubsidieerde energieadviezen…

De Vlaamse Regering zal evenwel de ingediende voorstellen voor cofinanciering toetsen aan vier criteria: reductiepotentieel, additionaliteit (toegevoegde waarde t.o.v. bestaand beleid), duurzaamheid (nut op lange termijn) en kostenefficiëntie (verhouding kost maatregel/impact op emissiereductie). Hoe beter de voorgestelde maatregelen scoren op die criteria, hoe groter de kans dat het tot een cofinanciering komt.

Voor de langere termijn (na 2015) komt er een nieuw financieringsmechanisme om met het Vlaams Klimaatfonds projecten of maatregelen (van Vlaamse overheid, lokale overheden, bedrijven, verenigingen…) te ondersteunen in functie van hun bereikte broeikasgasreducties en kostenefficiëntie.

 

Vlaams Adaptatieplan (VAP)

Omdat klimaatvoorspellingen voor Vlaanderen een temperatuurstijging, drogere zomers (met enkele hevige buien), nattere winters en een stijging van de zeespiegel aangeven, moet Vlaanderen zich daarop voorbereiden en weerbaar maken. Adaptatie zal structureel geïntegreerd worden in het beleid en de werking van de beleidsdomeinen, die daarmee ook zelf verantwoordelijk blijven voor de te nemen maatregelen.

De benodigde adaptatiemaatregelen bouwen voor een belangrijk deel voort op bestaande maatregelen. Ook zal dit VAP doorwerken in andere beleids- en beheersplannen, zoals het beleidsplan Ruimte en de stroomgebiedbeheersplannen.

Zo zal bijvoorbeeld het waterbeheer er rekening mee moeten houden dat de klimaatverandering leidt tot een verhoogde kans op overstromingen, zowel vanuit de zee en de rivieren, alsook onrechtstreeks uit rioleringen. Daarnaast kan, onder andere door temperatuursveranderingen en verzilting, de kwaliteit van het water achteruitgaan en kunnen langere periodes van droogte (gekoppeld aan hogere temperaturen) een negatief effect hebben op de (drink)waterbeschikbaarheid. De concrete maatregelen hiertegen groeperen zich rond duurzaam waterbeheer, evenwicht tussen de aanvulling en onttrekking van grondwater, het beter beheersen van het oppervlaktewater, bescherming tegen overstromingen en het risico op wateroverlast beperken, en een verbetering van de structuur van de waterloop.

Specifiek voor landbouw- en natuurgebieden, waar de gevolgen het grootst zijn, worden aanpassingen van landbouwpraktijken, erosiemaatregelen en het ontsnipperen van natuurgebieden, voorgeschreven.

Watertekort of overstromingen zullen ook een factor zijn waar de industrie en de diensten effecten van zullen ondervinden. Daarom wordt een overleg opgestart met de verzekeringssector en wordt binnen het Nieuw Industrieel Beleid een klimaatstrategie ontwikkeld.

In de stedelijke omgeving moeten voldoende groen en water in de stad en een betere locatie- en materiaalkeuze bij nieuwe bouwplannen voor verlichting in de te verwachten hittegolven zorgen. Voorlopig zijn door de Vlaamse overheid al 74 maatregelen opgelijst.

Het integreren van het adaptatiebeleid binnen het bestaande beleid van de betrokken beleidsdomeinen, is een elementair uitgangspunt van dit plan. Daarom zullen de verantwoordelijke organisaties zelf o.m. nieuwe initiatieven of het opvoeren van bestaande acties, beleidsmatig en financieel sturen en bekostigen. Meer algemeen moet adaptatie per definitie kosteneffectief zijn, m.a.w. de kosten van adaptatie moeten lager zijn dan de voorziene schade die voorkomen wordt.

 

Opvolging

Over de doeltreffendheid van de maatregelen voor het mitigatiebeleid zal elk jaar door de Vlaamse minister van Leefmilieu d.m.v. een voortgangsrapport aan de Vlaamse Regering verslag worden uitgebracht. Ook hier moeten de verschillende beleidsvelden de nodige informatie aanleveren. Uit deze jaarlijkse rapporten moet ook blijken of bijkomende maatregelen nodig zijn om de doelstellingen te halen.

Zodra de Vlaamse Regering het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 definitief zal hebben goedgekeurd, zal een informatiecampagne gestart worden. Nu gaan het VMP en het VAP eerst naar de strategische adviesraden (SERV, MINA, …).

 

Vlaams minister Joke Schauvliege: “Klimaatverandering grijpt in op ons leven. Dit Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 is een nieuwe stap in de bestrijding van broeikasgaseffecten. Elk betrokken beleidsdomein staat dus voor een grote verantwoordelijkheid. Maar het stopt niet met dit plan: we moeten blijven volharden in onze inspanningen. Daarom zullen we de situatie van zeer nabij opvolgen en waar nodig niet aarzelen om bij te sturen.”

Bron : Persbericht van minister Joke Schauvliege

_________________

Extra info  :

Op 1 februari 2013 keurde de Vlaamse Regering de conceptnota met het eerste ontwerp van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 goed. Voor het eerst wordt het Vlaams Klimaatbeleidsplan uitgesplitst in een Vlaams Mitigatieplan, om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, en een Vlaams Adaptatieplan om de effecten van de klimaatverandering in Vlaanderen op te vangen.

De principieel goedgekeurde ontwerpteksten:

De ontwerpteksten worden nu aan de relevante Vlaamse strategische adviesraden (de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), de Milieu- en Natuurraad (Minaraad), de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie, de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA), de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV), de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening –Onroerend Erfgoed en de Vlaamse Woonraad) bezorgt voor advies.