12/01/2007

VITO BBT-studie zet krijtlijnen uit voor mestverwerking in de praktijk

Terug naar artikeloverzicht

De studie kadert in de reeks BBT-studies die het BBT-Kenniscentrum van VITO opstelt in opdracht van de Vlaamse overheid. BBT staat voor Beste Beschikbare Technieken. Dat zijn de technieken die de milieu-effecten van een activiteit het best beperken en toch betaalbaar zijn voor de bedrijven. De BBT Mestverwerking is al aan haar derde editie toe. In 1998 en 2002 was het besluit nog dat de verwerking enkel haalbaar was voor kippenmest. Sindsdien hebben de technieken voor varkensmestverwerking zich verder ontwikkeld.

VITO heeft een nieuwe BBT-studie uitgebracht rond mestverwerking. De studie kadert in de reeks BBT-studies die het BBT-Kenniscentrum van VITO opstelt in opdracht van de Vlaamse overheid. BBT staat voor Beste Beschikbare Technieken. Dat zijn de technieken die de milieu-effecten van een activiteit het best beperken en toch betaalbaar zijn voor de bedrijven. De BBT Mestverwerking is al aan haar derde editie toe. In 1998 en 2002 was het besluit nog dat de verwerking enkel haalbaar was voor kippenmest. Sindsdien hebben de technieken voor varkensmestverwerking zich verder ontwikkeld. En wat meer is, ze zijn goedkoper geworden. De nieuwe studie besluit dan ook dat mestverwerking voor bepaalde varkensbedrijven nu wel haalbaar is. Het gaat dan wel om de meer rendabele bedrijven die op een gunstige locatie gelegen zijn. Dat is goed nieuws voor het mestbeleid. Het blijkt immers niet langer onmogelijk om bijkomende mestverwerkingcapaciteit op te zetten.

Wat?

Mestverwerking is het behandelen van de mest zodat de nutrinten (stikstof (N), fosfor (P)) in de mest geneutraliseerd worden (bvb. omzetting nitraat naar stikstofgas) of in een vorm gebracht worden waarin ze makkelijk exporteerbaar zijn naar gebieden buiten Vlaanderen, waar nog een nutrintentekort is. De technieken die daarvoor gebruikt worden, zijn onder meer scheiden in dikke en dunne fractie, drogen van de mest, biologisch afbreken van de nutrinten, vergisten, composteren en verbranden. Om tot een volledige verwerking te komen, moeten verschillende technieken achter elkaar geschakeld worden tot een verwerkingstraject. In theorie is er een ruim aanbod van technieken. Maar in de praktijk is slechts met een beperkt aantal technieken veel ervaring.
VITO heeft de mogelijke verwerkingstechnieken in detail beschreven. Bij elk van deze technieken bespreken de experten de technische karakteristieken, de kosten, de emissies, het energieverbruik en de toepasbaarheid in Vlaanderen.
Voor vier typische verwerkingstrajecten van varkensmest en drie van pluimveemest is een vergelijkend BBT-onderzoek gedaan. Dat wil zeggen dat de technische haalbaarheid, de milieuperformantie en de kostprijs gevalueerd werden. Als vergelijkingsbasis werd het uitrijden van de mest in Vlaanderen genomen (situatie 2004).

Hoe?

In kleinschalige installaties wordt de mest gedroogd met stallucht. De gedroogde mest kan na compostering als organische meststof gexporteerd worden. In kleine en middelgrote installaties past men ook biologische verwerking toe op varkensmest. Na een scheiding van de mest wordt de dunne fractie behandeld in een biologische zuiveringsinstallatie. Het effluent wordt oordeelkundig op landbouwgrond uitgespreid. De dikke fractie wordt gecomposteerd of gedroogd en vervolgens gexporteerd, of ze wordt verbrand. Voor grootschalige installaties is een verdergaande behandeling van varkensmest mogelijk. Die laat toe om een effluent te bereiken dat geloosd kan worden op oppervlaktewater en produceert een droge organische meststof.
Vergisting van mest is ook een verwerkingstechniek. Die is enkel haalbaar als er andere organische materialen mee vergist worden. Het vergiste product (digestaat) moet nog verder behandeld worden om de nutrinten te verwijderen. Enkele installaties zitten in een startfase.

Beter voor het milieu?

Mestverwerking heeft een milieuvoordeel ten opzichte van uitrijden. De verontreiniging van oppervlakte- en grondwater met N en P wordt beperkt. Mestverwerking is een kosteneffectieve techniek om N- en P-verontreiniging van oppervlakte- en grondwater te reduceren. Afhankelijk van het traject is er ook een vermindering van de hoeveelheid geloosde zouten. Sommige trajecten zorgen voor een energiebesparing, terwijl andere energie verbruiken.

Betaalbaar?

Het grote struikelblok is de kostenhaalbaarheid voor de varkenshouder. De verwerking van een kubieke meter varkensmest kost 20-30. Voor de 30 % beste bedrijven is mestverwerking economisch haalbaar. Voor een gemiddeld bedrijf is een mestverwerkingspercentage van maximum 20 % van de totale mestproductie in specifieke gevallen haalbaar. Dit is enkel zo in gebieden met lage mestdruk of in gebieden met gemiddelde en hoge mestdruk waar de landbouwer meer dan 80 % van de mest op eigen land kan afzetten. Indien hoge verwerkingspercentages worden opgelegd, zal de rendabiliteit van de varkenshouderij gevoelig dalen. Hierdoor kan een deel van de boeren op termijn de competitie met varkenshouders in regio's zonder mestoverschot verliezen. De verwerking van kippenmest is wel economisch haalbaar voor de hele sector.

BBT

Voor verwerking van pluimveemest zijn de volgende trajecten BBT: export van ruwe mest, export na compostering en verbranding.
Voor varkensmest zijn er technisch haalbare verwerkingsinstallaties, die voor een gedeelte van de sector ook economisch te dragen zijn. Mestverwerking is echter niet BBT voor de hele sector. Daarvoor is de economische situatie op de verschillende bedrijven te variabel. Die situatie hangt af van het lokaal mestoverschot, de beschikbaarheid van land om de mest uit te rijden, de mest- en nutrintenproductie per dier. Een efficinte bedrijfsvoering kan de economische impact van mestverwerking beperken. Voor de bedrijven die op basis van de lokale omstandigheden mestverwerking kunnen dragen, zijn de trajecten uitrijden, biologie, stalluchtdroging en loosbaar wel BBT, alsook mobiele systemen. Vergisting wacht op demonstratie op volledige schaal.

Besluiten en Aanbevelingen

De derde editie van de BBT Mestverwerking besluit dat de technieken voor verwerking van varkensmest zich in de voorbije jaren verder ontwikkeld hebben. Bovendien zijn ze goedkoper geworden. Hierdoor is het voor een deel van de sector nu wel haalbaar om aan mestverwerking te doen. Dat is goed nieuws voor het mestbeleid. Vanuit Europa worden we immers verplicht om minder mest uit te rijden. De financile haalbaarheid kan verder verbeterd worden, door gerichte subsidies of aanpassing van het btw-tarief. Daarnaast is het nodig dat alle actoren goede informatie over mestverwerking krijgen: de lokale besturen, de burgers en de landbouwers zelf. Hiervoor bestaan er verschillende kanalen, zoals het VCM. De BBT-studie van VITO biedt een goede basis om deze informatiestroom te voeden. 

De volledige studie is ter beschikking op de website van het BBT-Kenniscentrum: www.emis.vito.be onder 'Vlaamse BBT-studies'.
De studie zal gepubliceerd worden in boekvorm door Academia Press, in de maand maart.

Contact en informatie:
dr. Karl Vrancken
VITO NV BBT Kenniscentrum
014 33 58 92 0479 97 90 41
karl.vrancken@vito.be

___________________________________________

Extra info :