De Vlaamse vissers kunnen in de toekomst een ecobonus toegekend krijgen. Vissers die investeren in alternatieve visserijtechnieken - of die energiebesparende maatregelen nemen - krijgen 10 % van hun investering terug. Deze ecobonus komt bovenop de gewone steun onder de vorm van een kapitaalpremie of een rentesubsidie van 15 %. De ecobonus, een voorstel van Vlaams Minister van Leefmilieu en Landbouw Vera DUA, biedt de mogelijkheid aan de visserijsector om zich in een ecologische context te moderniseren.
De Vlaamse visserijsector wordt sedert 1998 financieel ondersteund. Dat gebeurt via het FIVA, het Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en Aquicultuursector. Via FIVA ontving de visserijsector operationeel - gespreid over vier jaar - meer dan 18 miljoen euro steun. De meeste rederijen konden van steun genieten. De laatste jaren evenwel zijn de aanvragen gedaald en wordt de sector meer en meer geconfronteerd met lagere visquota en hoge brandstofprijzen bij het gebruik van traditionele visserijmethoden die veel energie nodig hebben.
Rekening houdend met de aanbevelingen van professor Hans Crijns in zijn studie "Een toekomst voor de Belgische visserij" (Vlerick Management School, 2001) wordt de regelgeving toekomstgericht omgebogen naar een meer duurzame en ecologische visserij teneinde de sector verder impulsen te geven en te ondersteunen. Dit gebeurt op twee vlakken: in de FIVA-regelgeving s.s. voor de investeringen in visserijbedrijven n tegelijk ook via de aanpassing van een besluit dat nog dateerde uit 1993 en dat voorziet in de omkadering van de visserij.
In de FIVA-regelgeving wordt de mogelijkheid voorzien om naast de traditionele steun onder vorm van kapitaalpremie of rentesubsidie (die gebracht wordt op 15 %) voor een aantal investeringen een ecobonus van 10 % toe te kennen. Hierbij gaat het om investeringen in:
- energiebesparende en alternatieve visserijtechnieken (zoals o.a. plankenvisserij, twinrigging, drie- en vierlingnetten, snorrevod, seinevisserij, jigging en krabbepotten;
- installatie van een nieuwe motor of hulpmotor, zonder toename van het nominaal vermogen van de hoofdmotor en voor zover er een substantile daling van het verbruik wordt aangetoond;
- investeringen gericht op een beperking van het energieverbruik bij boomkorvisserij;
- navigatieapparatuur, meet- en registratieapparatuur voor installaties die kunnen bijdragen tot energiebesparing, veiligheid en efficinter gebruik van het vissersschip,
- investeringen in visbehandelingsinstallaties aan boord;
- investeringen voor het verzamelen en/of conditioneren van afgedankt materieel zoals netten, kabels, olie en afval op vissersvaartuigen en in vissershavens;
- investeringen in waterbesparing, energiebesparing, waterzuivering en de nodige meet- en registratieapparatuur bij aquicultuurbedrijven en bij coperaties van reders en/of viskwekers.
Van groot belang in dit besluit is de mogelijkheid tot het ondersteunen van "proefprojecten", onder meer in het kader van de experimentele visserij. Waar voorheen experimentele visserij gericht was op het aanboren van nieuwe nog niet gexploiteerde visbestanden, mag deze nu - ook ingevolge Europese richtsnoeren - enkel nog betrekking hebben op bescherming van de bestanden. Tegelijk wordt het begrip uitgebreid tot proefprojecten die niet noodzakelijk op de experimentele visserij s.s. betrekking hebben. Dit opent de mogelijkheid om hier de duurzaamheid van de visserij in een ecologische context bij middel van proefprojecten te ondersteunen.
info: Ann Bats, woordvoerder van minister Dua
tel. (02) 553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be