De industrie is in België verantwoordelijk voor meer dan een kwart van de uitstoot van broeikasgassen. Het is dus cruciaal om de impact snel te verminderen. Maar is dat mogelijk? Met welke technologieën en tegen welke kost? Dat zijn precies de vragen die het project “DEEPIN”, uitgevoerd door de VUB in opdracht van onze Dienst, heeft onderzocht. Goed nieuws: het is mogelijk. Maar er moet wel snel gehandeld worden.
De “DEEPIN” (Deep Industrial greenhouse gas reductions in Belgium)-studie werd uitgevoerd door de VUB met financiering van BELSPO. Voor het eerst werden de belangrijkste industriële sectoren in ons land geëvalueerd, samen met de beschikbare technologieën om hun CO₂-uitstoot te verminderen. Het doel? Nagaan of diepe reducties in deze sectoren mogelijk zijn, tegen welke kost en onder welke voorwaarden.
Conclusie? Na de analyse van enkele honderden technologieën stellen de onderzoekers dat een vermindering van 90% van de industriële CO₂-uitstoot in België, vergeleken met het niveau van 2005, technisch haalbaar is tegen 2040-2050. Om dat te bereiken moeten echter heel wat voorwaarden worden vervuld.
Het goede nieuws: de technologieën zijn (bijna) voorhanden
Van alle beoordeelde technologieën zullen er tegen 2040 waarschijnlijk meer dan honderd commercieel gereed zijn, en veel daarvan zijn of zullen eerder beschikbaar zijn. Belangrijke bijdragen worden verwacht van:
- Elektrificatie van industriële warmte: industriële warmtepompen worden een echte gamechanger, door hun kostenefficiëntie. Voor industriële warmte op hoge temperatuur is meer tijd nodig, maar in theorie kan 90-99% van de industriële warmte worden geëlektrificeerd.
- Koolstofafvang (en -opslag): essentieel voor procesemissies in cement, kalk, chemie en staal. Er bestaat een potentieel om 90% of meer van de industriële procesemissies af te vangen.
- Efficiënt materiaalgebruik en circulaire materialen: dit verlaagt niet alleen de uitstoot van broeikasgassen, maar vermindert ook de afhankelijkheid van (geïmporteerde) materialen en brandstoffen.
De uitdaging: de juiste voorwaarden creëren voor de uitrol van deze technologieën.
Het rapport benadrukt dat het realiseren van diepe emissiereducties afhangt van enkele strikte voorwaarden:
- Infrastructuur: twee tijdkritieke netwerken zijn essentieel: 1) een CO₂-transport- en opslagnetwerk en 2) een sterke uitbreiding van de capaciteit voor schone energie en versterking van het elektriciteitsnet.
- Investeringen: de meeste decarbonisatie-opties brengen extra kosten met zich mee. Carbon Contracts for Difference (CfD’s), hervorming van de energietaksen om de kloof tussen de elektriciteits- en gasprijzen te verkleinen, en groene overheidsopdrachten zijn cruciaal om investeringen minder risicovol te maken.
- Innovatie: er moet volop worden ingezet op het sneller marktrijp maken van bestaande innovaties en het stimuleren van nieuwe baanbrekende ideeën.
- Bestuur: de verdeelde bevoegdheden in België vereisen gecoördineerde planning tussen federaal en gewestelijk niveau om de industriële transitie mogelijk te maken. Dit omvat onder meer coördinatie rond energietaksen, infrastructuurinvesteringen, planning en vereenvoudiging van regelgeving. Ook samenwerking rond infrastructuur met buurlanden (bijvoorbeeld in de Noordzee) is essentieel om de totale kosten te verlagen.
De tijd dringt: de komende vijf jaar zijn cruciaal om de noodzakelijke beslissingen te nemen. Met een beleid dat snel knopen doorhakt op vlak van infrastructuur, investeringsvoorwaarden en governance kan België de diepe decarbonisatie van de industrie realiseren én tegelijk onze industrie toekomstbestendig verankeren.
Bron: Copyright © 2019-2025 Klimaat.be - Alle rechten voorbehouden