Dat elektriciteit belast wordt tegen het hoogste btw-tarief, vindt minister van Energie en Economie Marc Verwilghen onlogisch. ,,Enerzijds worden allerlei sociale maatregelen genomen om de energiefactuur te milderen, anderzijds wordt met een btw-tarief van 21 procent elektriciteit gelijkgesteld met een luxeproduct'', zegt hij in een gesprek met De Standaard. Verwilghen denkt aan een verlaging van het btw-tarief tot 6 procent.
Het ter discussie stellen van het huidige btw-tarief voor energie is ook ingegeven door de vaststelling van de minister dat de vrijmaking van de elektriciteits- en gasmarkt totnogtoe niet geleid heeft tot goedkopere stroom of betere dienstverlening. Volgens Verwilghen gaat het zelfs de verkeerde kant uit omdat de verbruikers meer en meer geconfronteerd worden met almaar stijgende energierekeningen. Daar moet een rem op gezet worden, verklaart hij.
Hij vindt het ook symptomatisch dat hij bij bedrijfsbezoeken nu eerst genterpelleerd wordt over de hoge energiekosten, terwijl voor enkele jaren steevast de loonkosten het grote pijnpunt waren.
De minister van Energie steekt overigens de hand in eigen boezem. Allerhande belastingen wegen zwaar op de energiefactuur. Dat is zeker het geval voor de bedrijven.
Volgens Verwilghen kan er geen sprake meer zijn van bijkomende belastingen. Daarmee geeft hij meteen een signaal aan de minister van Begroting, Johan Vande Lanotte (SP.A). Die dringt aan op een zeer verregaande subsidiring van het windmolenpark op de Noordzee. Volgens Verwilghen zal dat een te zware belasting worden voor de bedrijven.
Hij zegt te willen vermijden dat de recente regeringsbeslissing om de energieheffingen voor de bedrijven te plafonneren al meteen teniet wordt gedaan omdat de ondernemingen mee opdraaien voor de zware subsidiring van het windmolenpark.
Naast het aanzwengelen van de discussie over een verlaging van het btw-tarief en de ban op bijkomende taksen, hoopt de minister van Energie de energieprijzen de komende jaren zelfs te kunnen drukken. Hij verwacht veel van een overeenkomst tussen Belgi, Nederland en Frankrijk over een echte eenmaking van de energiemarkt.
Verwilghen meldt dat deze drie landen dicht bij een principeovereenkomst zijn om de aanleg van grensoverschrijdende hoogspanningslijnen aan te moedigen. De verwachting is dat zo'n akkoord investeringen in elektriciteitscentrales zal stimuleren. Wat dan weer moet leiden tot meer concurrentie tussen de stroommakers en dus lagere prijzen.