03/07/2009

Verslag aan het federaal parlement: uitvoering van het Kyotoprotocol op federaal vlak

Terug naar artikeloverzicht

In zijn audit naar de uitvoering van de klimaatmaatregelen in het kader van het Kyotoprotocol, heeft het Rekenhof vastgesteld dat de federale overheid niet over een federaal klimaatplan beschikt. Er is geen precieze omschrijving van de maatregelen om de klimaatdoelstellingen te halen en van de kost ervan. De doelstellingen in termen van CO2-reductie zijn niet onderbouwd of ontbreken. Er is geen afdoende rapportering over de resultaten van het beleid en vooralsnog is het federale klimaatbeleid niet gevalueerd. De federale regering kan haar aandeel in het akkoord over de verdeling van de lasten tussen de gewesten en de federale overheid momenteel niet nakomen omdat belangrijke maatregelen niet of laattijdig zijn uitgevoerd en enkele maatregelen weinig succes hebben. Het Rekenhof beveelt dan ook aan om het hele pakket van maatregelen in hun onderlinge samenhang kritisch te evalueren en waar nodig bij te sturen.

30 juni 2009 In zijn audit naar de uitvoering van de klimaatmaatregelen in het kader van het Kyotoprotocol, heeft het Rekenhof vastgesteld dat de federale overheid niet over een federaal klimaatplan beschikt. Er is geen precieze omschrijving van de maatregelen om de klimaatdoelstellingen te halen en van de kost ervan. De doelstellingen in termen van CO2-reductie zijn niet onderbouwd of ontbreken. Er is geen afdoende rapportering over de resultaten van het beleid en vooralsnog is het federale klimaatbeleid niet gevalueerd. De federale regering kan haar aandeel in het akkoord over de verdeling van de lasten tussen de gewesten en de federale overheid momenteel niet nakomen omdat belangrijke maatregelen niet of laattijdig zijn uitgevoerd en enkele maatregelen weinig succes hebben. Het Rekenhof beveelt dan ook aan om het hele pakket van maatregelen in hun onderlinge samenhang kritisch te evalueren en waar nodig bij te sturen.

Het Belgische lastenverdelingsakkoord verdeelt de Kyoto-inspanningen tussen de gewesten en de federale overheid. Het federale engagement binnen dit akkoord is dubbel. De federale overheid wil 24 miljoen ton emissievermindering realiseren (gemiddeld 4,8 Mton per jaar). Daarnaast wil ze 12,2 miljoen ton emissierechten aankopen in het buitenland (gemiddeld 2,44 Mton per jaar).

In deze audit werden de planning en evaluatie van het federale klimaatbeleid onderzocht en werd beoordeeld in welke mate de zestien belangrijkste federale maatregelen werden uitgevoerd en of inzicht bestaat in de effecten daarvan. Verschillende ministers en overheidsadministraties zijn bij dit onderzoek betrokken. De minister van Klimaat en Energie onderschrijft de conclusies en aanbevelingen en stelt dat het kritische rapport van het Rekenhof overeenstemt met de actuele toestand.

Op federaal niveau bestaat er geen federaal klimaatplan. Er is geen precieze omschrijving van de maatregelen en de kost ervan. De doelstellingen die de overheid met de maatregelen wil realiseren, in termen van CO2-reductie, zijn niet onderbouwd of ontbreken. Er wordt niet afdoende gerapporteerd over de maatregelen en de uitvoering ervan en vooralsnog is er geen evaluatie van het federale klimaatbeleid. Een goed federaal klimaatplan zou volgens het Rekenhof duidelijk maken wie verantwoordelijk is voor de uitvoering, evaluatie en de
bijsturing. Vooral voor fiscale maatregelen is het vaak niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor besluitvorming en evaluatie. De minister bevoegd voor het klimaat zou zo'n plan moeten uitwerken en de opvolging zou aan n administratie moeten worden toegewezen, bij voorkeur de dienst Klimaat van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Een goed plan en een adequate planopvolging en evaluatie is maar mogelijk als de ministers die inhoudelijk bevoegd zijn voor de uitvoering van de maatregelen de
nodige informatie verzamelen en tijdig leveren. Op deze aanbevelingen van het Rekenhof hebben de betrokken ministers niet gereageerd.

Op basis van de resultaten van het gevoerde beleid kan worden gesteld dat de regering haar engagement in het Belgische lastenverdelingsakkoord momenteel niet kan nakomen op het vlak van het reductiebeleid. Het Rekenhof stelde vast dat verschillende maatregelen niet of laattijdig werden uitgevoerd, andere maatregelen kenden weinig succes.
Enkele voorbeelden:

  • De bouw van windmolenparken offshore loopt vertraging op en de verdere evolutie ervan wordt geremd door de beperkte capaciteit van het elektriciteitstransmissienet op het land en de beschikbare inplantingszone offshore.
  • De aanleg van het Gewestelijk Express Net (GEN) loopt grote vertraging op.
  • De streefcijfers voor de biobrandstoffen werden tot nu toe niet gehaald. Er is een dubbel afstemmingsprobleem: de toegekende quota zijn kleiner dan de productie die nodig is om de doelstelling te halen en het aanbod en de vraag zijn niet goed op elkaar afgestemd.
  • Tot nu toe is geen enkel project om energieverbruik in de overheidsgebouwen terug te dringen gefinancierd via derdepartijfinanciering. De taken van Fedesco (in dit geval de "derde" die een partnershipovereenkomst heeft met de Regie der Gebouwen m.b.t. energiebesparende projecten in federale overheidsgebouwen) en de Regie der Gebouwen zijn niet goed op elkaar afgestemd.

In hun reactie op de audit hebben de betrokken ministers enkele initiatieven aangekondigd die aan de opmerkingen van het Rekenhof tegemoet komen.

De aankoop van emissierechten via de flexibiliteitsmechanismen (mechanismen aan de hand waarvan de industrielanden een deel van hun reductieverplichting in het buitenland kunnen realiseren) verloopt niet optimaal: er is geen afstemming tussen de inzet van deze mechanismen en het binnenlands reductiebeleid. Bovendien houdt de aankoop van de emissierechten geen rekening met de door het Federaal Planbureau in mei 2008 voorspelde evolutie van de uitstoot van broeikasgassen. De federale regering is volgens de minister van Klimaat en Energie door het lastenverdelingsakkoord verplicht tot de aankoop van 12,2 Mton emissierechten. Het rationeel gebruik van de flexibiliteitsmechanismen vraagt volgens het Rekenhof nochtans een initiatief om het lastenverdelingsakkoord te herzien, zeker nu Belgi vooralsnog zijn Kyoto-doelstellingen bereikt.

Het Rekenhof beveelt dan ook aan om het hele pakket van maatregelen in hun onderlinge samenhang, inclusief de plaats van flexibiliteitsmechanismen in het klimaatbeleid, kritisch te evalueren en waar nodig bij te sturen.

Bron : het Rekenhof

_________________________

Extra info :