20/10/2017

Verlenging huidige luchtvaartregels van EU-emissiehandelssysteem - voorlopig akkoord bereikt

Back to article overview

Op 18 oktober bereikte het Estse voorzitterschap een voorlopig akkoord met vertegenwoordigers van het Europees Parlement over een verordening tot verlenging van de bestaande bepalingen voor luchtvaartactiviteiten van de EU-verordening betreffende het emissiehandelssysteem (ETS) na 2016 en over de voorbereiding van de toepassing van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021. Het voorlopige akkoord zal aan de EU-ambassadeurs worden voorgelegd met het oog op de politieke goedkeuring ervan.

Deze nieuwe verordening is een gevolg van het in oktober 2016 door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) bereikte akkoord tot invoering van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021. Doel is de emissies van de internationale luchtvaart te reguleren via een compensatieregeling, ook "Corsia" genoemd (Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation – regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart). De EU steunt deze maatregel en wil deelnemen aan de vrijwillige proefprojectfase van de regeling in 2021.

In afwachting is het absoluut noodzakelijk dat deze nieuwe verordening vóór het einde van het jaar wordt aangenomen om een rechtsvacuüm in verband met de naleving van de huidige ETS-verordening in 2017 te voorkomen. Dat zal dankzij het akkoord van vandaag mogelijk zijn. De data voor de rapportage van emissies en de inlevering van emissierechten in 2017 zouden respectievelijk 31 maart en 30 april 2018 zijn.

"De EU is van mening dat alle vluchten moeten bijdragen tot de vermindering van de broeikasgasemissies. Wij scharen ons geheel achter de lopende ICAO-onderhandelingen met het oog op het ontwikkelen van alomvattende en uniforme internationale regels om dit te realiseren. In afwachting daarvan is de aanneming van deze verordening van cruciaal belang. We zullen vliegtuigexploitanten rechtszekerheid bieden en ervoor zorgen dat de emissies van Europese vluchten na 2016 blijven afnemen."
Siim Kiisler, minister van Milieubeheer van Estland

 

Dit zijn de voornaamste punten van het voorlopig akkoord:

  • de huidige beperkingen binnen het toepassingsgebied van het EU-ETS worden gehandhaafd, met name door de afwijking voor vluchten tussen de Europese Economische Ruimte (EER) en derde landen te verlengen tot 31 december 2023, wanneer de 'eerste' fase van Corsia ingaat;
  • er worden bepalingen voor een evaluatie ingepast met het oog op de toepassing van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel binnen de EU, in het bijzonder in de ETS-richtlijn, zodra alle ICAO-besluiten zijn genomen;
  • onder voorbehoud van deze evaluatie wordt in het vooruitzicht gesteld dat de in de ETS-richtlijn beschreven lineaire verminderingsfactor vanaf 2021 op de luchtvaartsector wordt toegepast.

Er werd ook een verklaring afgelegd waarin wordt onderstreept dat volledige transparantie van de ICAO noodzakelijk is, net als contacten met alle belanghebbenden om hen tijdig te informeren over de geboekte vooruitgang en de besluiten.

Voorts bereikten het Parlement en de Raad overeenstemming over voorzorgsmaatregelen om de integriteit van het EU-ETS te beschermen indien de verplichtingen van vliegtuigexploitanten en andere exploitanten van een lidstaat ten einde komen.

Tijdlijn en volgende stappen

De Commissie diende het voorstel op 3 februari 2017 in en stelde het op 28 februari aan de Raad Milieu voor. Op 21 juni bereikten de EU-ambassadeurs een akkoord over het Raadsmandaat voor onderhandelingen met het Europees Parlement. Het Parlement stemde tijdens de plenaire zitting van 13 september over het voorstel. Vervolgens hielden de twee wetgevers een eerste trialoogvergadering op 25 september.

Indien de EU-ambassadeurs het akkoord goedkeuren, zal het Parlement en de Raad worden gevraagd de nieuwe verordening in eerste lezing aan te nemen. Vervolgens treedt ze in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad.

ETS en de ICAO - achtergrond

Het emissiehandelssysteem (ETS) werd in 2005 opgezet om de reductie van broeikasgasemissies op EU-niveau te stimuleren. De luchtvaartsector valt onder de bestaande ETS-verordening. De emissies van de luchtvaart maken ook deel uit van de doelstelling van de EU om de broeikasgasemissies tegen 2020 met 20% verminderd te hebben ten opzichte van de niveaus van 1990.

In 2014 besloot de EU het toepassingsgebied van het ETS te beperken tot vluchten binnen de EER, om aldus de onderhandelingen binnen de ICAO te doen vorderen, en in de hoop duidelijkheid te verkrijgen wat de emissies van internationale vluchten tussen de EER en derde landen betreft. Vervolgens werd besloten de afwijking voor vluchten tussen de EER en derde landen slechts toe te passen tot eind 2016.

Wat de ETS-hervorming betreft, wordt momenteel onderhandeld over de periode 2021-2030. Een evaluatie van de hervorming zal plaatsvinden zodra de wettelijke verplichtingen van de ICAO in verband met de uitvoering van de wereldwijde marktgebaseerde maatregel duidelijk worden. Er zal ook worden gezorgd voor samenhang met de toezegging van de EU in het kader van de Overeenkomst van Parijs om de uitstoot tussen 2016 en 2030 te verminderen met ten minste 40% ten opzichte van de niveaus van 1990.

De wereldwijde marktgebaseerde maatregel van de ICAO moet de toename van de uitstoot van broeikasgassen in de luchtvaartsector afremmen en ervoor zorgen dat het emissiepeil na 2020 stabiel blijft. De toepassing van de maatregel zal vanaf 2027 verplicht zijn voor grote luchtvaartlanden, maar in 2021 start een proefprojectfase op vrijwillige basis.

 
 

Bron: © Europese Unie, 2017