22/05/2020

Vergelijking van de elektriciteits- en aardgasprijzen in België en de ons omringende buurlanden in januari 2020

verwarming-2
Terug naar artikeloverzicht

Als antwoord op de vraag die de verschillende energieministers stelden in het kader van het Belgische Interfederale Energiepact, voerde PWC in een gezamenlijke opdracht van de vier energieregulatoren een vergelijkende studie uit naar de elektriciteits- en aardgasprijzen in België en de ons omringende landen (Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk). Dit rapport gaat over de prijzen van januari 2020. Daaruit blijkt dat we in België relatief weinig betalen voor aardgas, maar ook dat de Belgische gezinnen, kmo’s en elektrointensieve industrie een hoge elektriciteitsfactuur betalen.

Uit het onderzoek naar de energieprijzen geldig in januari 2020 blijkt:

  • De Belgische gezinnen en bedrijven, aangesloten op laagspanning, betalen een hoge elektriciteitsfactuur in vergelijking met onze buurlanden.
  • De elektriciteitsfactuur van niet-elektro-intensieve bedrijven aangesloten op midden- of hoogspanning ligt wel in lijn met de ons omringende landen.
  • Omdat onze buurlanden (en ook Vlaanderen) vaak grote kortingen toekennen aan bedrijven met elektro-intensieve activiteiten, ondervinden vergelijkbare bedrijven in Brussel en Wallonië een concurrentieel nadeel.
  • De aardgasfactuur is relatief laag in België. Aardgasverbruikers in België betalen weinig openbaredienstverplichtingen, toeslagen en heffingen in vergelijking met elektriciteitsverbruikers.

 

Relatief hoge elektriciteitsfactuur voor gezinnen, kmo’s en elektro-intensieve industrie

In vergelijking met onze buurlanden betalen Belgische gezinnen een relatief hoge elektriciteitsfactuur. Enkel de Duitse gezinnen betalen meer, terwijl in Nederland de gezinnen het minst betalen. De verschillen zijn groot: de Duitsers betalen bijna twee keer zoveel als de Nederlandse gezinnen. De voornaamste oorzaak van deze verschillen zijn de ‘andere’ kosten: openbaredienstverplichtingen, toeslagen en heffingen, die via de energiefactuur aangerekend worden. In het Brussels Hoofdstedelijke Gewest worden minder toeslagen en heffingen aangerekend. Daardoor is dit gewest de goedkoopste regio binnen België.

De resultaten voor de kmo’s aangesloten op het laagspanningsnet zijn heel gelijkaardig aan de resultaten voor de gezinnen. Nederland is wel niet langer het goedkoopste buurland, aangezien de vermindering van de energiebelasting daar enkel geldt voor de gezinnen. Bij de professionele klanten laten we ook de btw buiten beschouwing en daardoor wordt ook het verschil met het Verenigd Koninkrijk kleiner (de Britse gezinnen betalen slechts 5% btw).

Elektriciteitsfactuur voor een gezin met een verbruik van 3.500 kWh (januari 2020, in euro/MWh)

VREG_1

Voor de Belgische bedrijven aangesloten op het middenspanningsnet ligt de elektriciteitsfactuur meer in lijn met de ons omringende landen. Zij betalen minder dan de Duitse en Britse bedrijven, bijna evenveel als de Nederlandse bedrijven, maar meer dan de Franse bedrijven (afhankelijk van de specifieke situatie). De zuivere elektriciteitskost is vrij gelijk in alle landen en regio’s, het zijn opnieuw de netwerkkosten en ‘andere’ kosten die de voornaamste verschillen veroorzaken.

Elektriciteitsfactuur voor een bedrijf met een verbruik van 160 MWh, aangesloten op het distributienet (januari 2020, in euro/MWh)

VREG_2

Uit de studie blijkt dat de Belgische bedrijven aangesloten op het hoogspanningsnet relatief hoge prijzen betalen in vergelijking met onze buurlanden. Enkel in het Verenigd Koninkrijk is de elektriciteitsfactuur altijd hoger. Er is evenwel een duidelijk onderscheid tussen de elektrointensieve bedrijven en de niet-elektro-intensieve bedrijven. Onze buurlanden kennen vaak grote kortingen toe aan de elektro-intensieve bedrijven, die daardoor competitiever zijn dan hun Belgische tegenhangers. Enkel Vlaanderen past met de ‘supercap’ ook zo’n korting toe en vindt daardoor meer aansluiting met de buurlanden. Voor de niet-elektro-intensieve bedrijven zijn de elektriciteitsprijzen in België relatief laag, enkel Nederland heeft nog lagere prijzen.

Elektriciteitsfactuur voor een industrieel bedrijf met een verbruik van 500 GWh, aangesloten op het transmissienet (januari 2020, in euro/MWh)

VREG_3

 

Competitieve aardgasprijzen

Voor aardgas ligt de situatie anders. De Belgische gezinnen en kmo’s betalen relatief weinig ten opzichte van onze buurlanden. In Vlaanderen betalen de gezinnen en kmo’s zelf de laagste aardgasprijzen van alle regio’s. Wat vooral opvalt, is dat we in België weinig openbaredienstverplichtingen, toeslagen en heffingen betalen voor het aardgasverbruik, zeker in vergelijking met de elektriciteitsfactuur.

Ook de industriële afnemers van aardgas betalen relatief lage prijzen in België.

Aardgasfactuur voor een gezin met een verbruik van 23.260 kWh (januari 2020, in euro/MWh)

VREG_4

Aardgasfactuur voor een industrieel bedrijf met een verbruik van 2.500 GWh (januari 2020, in euro/MWh)

VREG-5

 

Betaalbaarheid van energiefactuur voor kwetsbare gezinnen

In een verdere analyse van de energieprijzen focust de studie op de betaalbaarheid van de energiefactuur voor meer kwetsbare gezinnen. Zowel voor elektriciteit als aardgas blijkt dat kwetsbare gezinnen in België vaak een kleiner deel van hun inkomen aan de energiefactuur besteden dan in de ons omringende landen. In welke mate kwetsbare gezinnen effectief bereikt worden en hoe dit zich verhoudt tot de ons omliggende landen, valt buiten de scope van deze studie, maar zou verder onderzocht kunnen worden.

 

Competitiviteit van industriële sectoren

Tot slot wordt ook de impact van de energieprijzen op het concurrentievermogen van de voornaamste industriële sectoren in België uitgelicht. Door de relatief hoge elektriciteitsprijzen ondervinden de elektro-intensieve bedrijven in Brussel en Wallonië een concurrentienadeel. De meer competitieve aardgasprijzen wegen daar niet tegen op.

Dit resultaat duidt op een noodzaak om de belastingverminderingen op de energiefactuur, die momenteel voor de grote industriële gebruikers gelden, opnieuw in overweging te nemen. De algemene doelstelling zou een streven naar meer competitieve elektriciteitsprijzen voor de elektro-intensieve sectoren moeten zijn, zonder dat bijkomende kosten naar de andere consumenten doorgerekend worden. Studie Deze gezamenlijke studie van de vier regulatoren wordt in 2021, 2022 en 2023 geactualiseerd. Meer informatie vindt u in de studie: Rapport studie PWC

 

 

Bron: © 2020 VREG