Nederlandse luchtkwaliteitsmetingen zijn vergeleken met de metingen en methoden van de ons omringende landen. Ook zijn de cijfers vergeleken die gebruikt worden voor het bepalen van de nieuwe Europese emissieplafonds.
Nederlandse luchtkwaliteitsmetingen zijn vergeleken met de metingen en methoden van de ons omringende landen. Ook zijn de cijfers vergeleken die gebruikt worden voor het bepalen van de nieuwe Europese emissieplafonds.
Nederland vormt ten opzichte van de ons omringende landen geen uitzondering wat betreft de gemeten concentraties van fijn stof. Ook neemt Nederland geen uitzonderingspositie in wat betreft de gebruikte meetmethoden en aantal meetstations om de concentratie in de lucht te bepalen van fijn stof (PM 10 ), zeer fijn stof (PM 2.5 ) en vluchtige organische stoffen (VOS). Dit blijkt uit onderzoek naar luchtkwaliteitsmetingen in Nederland, Belgi, Duitsland, Denemarken, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Van dezelfde landen zijn de cijfers vergeleken die gebruikt zijn voor het bepalen van de nieuwe Europese emissieplafonds. Doel van dit onderzoek was om over- of onderschatting in de emissiecijfers van de landen op te sporen. De emissiecijfers uit 2000 van PM 2.5, VOS en ammoniak zijn met elkaar vergeleken. Deze cijfers worden als referentiejaar gebruikt om de nieuwe Europese emissieplafonds voor 2020 te bepalen. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat de emissiecijfers van bepaalde landen structureel zijn over- of onderschat. De nieuwe emissieplafonds zullen in de loop van 2009 door de Europese Commissie worden voorgesteld
RIVM-rapport: Vergelijking luchtkwaliteitsmetingen en emissiecijfers
Bron : RIVM