01/12/2006

Van meer energieverbruik naar meer energiebesparing

Terug naar artikeloverzicht

Op voorstel van Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur heeft de Vlaamse Regering vandaag een ontwerpbesluit goedgekeurd dat de elektriciteitsdistributienetbeheerders (DNB's) een aantal openbaredienstverplichtingen (ODV's) oplegt inzake rationeel energiegebruik (REG). Het besluit legt onder andere de uitvoering van een 50.000 energiescans op gedurende 3 jaar bij huishoudens.

Het ontwerp wordt nog voor advies aan de Raad van State voorgelegd.

Sinds 2003 zijn de elektriciteitsdistributienetbeheerders verplicht om acties rond rationeel energiegebruik bij hun eindafnemers te voeren. De belangrijkste verplichting is de realisatie van een hoeveelheid energiebesparing door energiebesparende maatregelen financieel te ondersteunen. Dit systeem werd gedurende het voorbije jaar grondig gevalueerd. Op basis van een doorlichting door het Vlaams Energieagentschap, rondetafelgesprekken met de netbeheerders, overleg met de milieuorganisaties en met het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen en voorstellen van de werkgroep gebouwen van de Vlaamse Klimaatconferentie, heeft Vlaams minister Kris Peeters een aantal wijzigingen aan de huidige verplichtingen voorgesteld.

De zes belangrijkste wijzigingen zijn de volgende.

1. Energiescans

De elektriciteitsdistributienetbeheerders krijgen de actieverplichting om gedurende een periode van drie jaar energiescans uit te voeren bij specifieke doelgroepen van huishoudelijke eindafnemers. Het aantal uit te voeren scans, jaarlijks zo'n 17.000 per jaar, wordt berekend op basis van het aantal huishoudelijke toegangspunten. De gemeenten bepalen de specifieke doelgroepen waar de energiescans zullen uitgevoerd worden, waarbij opgeroepen wordt om prioritair te opteren voor beschermde afnemers of mensen die in bestaansonzekerheid leven. De energiescans kunnen uitgevoerd worden door gemeentepersoneel, door personeel van de netbeheerder of door derden. De netbeheerder staat in elk geval in voor de omkadering van de actie, waaronder de aankoop van het materiaal, de opleiding van de personen die de energiescans uitvoeren en het ter beschikking stellen van de software die gebruikt moet worden. Alle afspraken tussen de netbeheerder en de gemeente worden vastgelegd in een convenant.

2. Verhogen van de energiebesparingsdoelstelling

Iedere netbeheerder zal jaarlijks 2% energiebesparing moeten realiseren bij zijn huishoudelijke eindafnemers en 1,5% bij de niet-huishoudelijke eindafnemers. Ten opzichte van de momenteel voorziene 1% energiebesparing vanaf 2008 betekent dit een substantile verhoging van de resultaatsverplichting van de netbeheerders.

3. Geen valorisatie meer van zachte acties

Energieboekhouding, energieaudits en energiezorgsystemen zijn noodzakelijke acties om gebruikers te sensibiliseren over REG en om energiebesparende maatregelen te kunnen identificeren. Deze acties leveren echter op zich geen besparingen op. De besparingen worden pas gerealiseerd op het moment dat de mogelijke maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd.

Momenteel wordt aan deze zachte acties een fictief energiebesparingsresultaat toegekend dat in rekening kan gebracht worden voor het behalen van de opgelegde energiebesparingsdoelstelling. Vlaams minister Kris Peeters wil effectieve energiebesparingsresultaten boeken. Zachte acties zullen dan ook niet meer kunnen worden gevaloriseerd.

4. Invoeren van actieverplichtingen

Naast de opgelegde resultaatsverplichting wordt ook de mogelijkheid ingevoerd om op een eenvoudige manier actieverplichtingen vast te leggen. In het huidige systeem ligt de nadruk immers teveel op het behalen van de resultaatsverplichting, waardoor vooral acties worden gevoerd met een gegarandeerd succes en die in een aantal gevallen eigenlijk niet meer ondersteund dienen te worden, zoals de plaatsing van thermostatische kranen. Andere maatregelen die minder ingeburgerd zijn, zoals warmtepompen, en die hierdoor meer financile inspanningen vergen, vallen te dikwijls uit de boot.

5. Beter uitgewerkt doelgroepenbeleid

Uit de evaluatie is gebleken dat in het huidige regelgevend kader de doelgroepenaanpak onvoldoende is uitgewerkt. Vooral de doelgroep van de beschermde afnemers (dit zijn mensen met een laag inkomen) wordt momenteel onvoldoende bereikt. Voor de beschermde afnemers worden daarom verschillende initiatieven voorzien:

  • een verhoogde financile tegemoetkoming voor elke actie die de netbeheerder voert;
  • kortingbonnen voor de aankoop van energiezuinige koelkasten en wasmachines;
  • specifieke informatiesessies, bijvoorbeeld in samenwerking met de OCMW's;
  • het opstellen van een specifiek plan voor de stimulering van REG samen met de sociale huisvestingsmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren.

Ook voor de lokale besturen (gemeenten, provincies, OCMW's) worden de actieverplichtingen duidelijker omschreven. Het gaat dan vooral om de ondersteuning van het lokale energiebeleid met behulp van energiezorgsystemen en financieringssystemen, zoals derdepartijfinanciering en renteloze leningen.

6. Wegwerken van het gebrek aan uniformiteit

Momenteel is er een groot gebrek aan uniformiteit tussen de acties van de diverse netbeheerders. De acties verschillen niet alleen over Vlaanderen, bovendien verschillen ook de premievoorwaarden en de hoogtes van de premies van netbeheerder tot netbeheerder. De voorwaarden verschillen dan ook nog eens van deze van de fiscale aftrek voor personen. Dit leidt tot ondoorzichtigheid en verwarring bij de eindgebruikers.

Daarom wordt een werkwijze vastgelegd waardoor grotere nvormigheid wordt nagestreefd bij de actievoorwaarden, de premiebedragen en de aanvraagformulieren.

"Zo helpen we niet alleen kWh, m aardgas, hl stookolie of C02 te besparen maar ook euro's", aldus minister Peeters, "want goed voor het leefmilieu is ook goed voor het gezinsbudget. Het principieel goedgekeurd besluit laat toe om het REG-beleid te continueren en te intensifiren. Het is", volgens minister Peeters, "noodzakelijk om enerzijds de engagementen die het Vlaamse Gewest heeft aangegaan in het kader van het Kyotoprotocol te kunnen naleven en om anderzijds aan de verplichting te kunnen voldoen die de Europese richtlijn inzake energie-efficintie en energiediensten aan de lidstaten oplegt om binnen een periode van 9 jaar 9% energiebesparing te realiseren op het energiegebruik."

Bron : Persbericht van het kabinet van minister Kris Peeters