16/05/2012

UGent-onderzoek analyseert milieu-impact van veehouderijproducten

Terug naar artikeloverzicht

Wetenschappers van de vakgroep Landbouweconomie van de UGent onderzochten in opdracht van het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid de impact van veehouderijproducten op het klimaat. Ze berekenden die impact via de zogenaamde koolstofvoetafdruk of carbon footprint methodologie, die voor de volledige levensduur van een product alle emissies bepaalt die bijdragen aan de klimaatsopwarming.

Resultaten

De carbon footprint van koemelk schommelt tussen 0,9 en 1,2 kg CO2 equivalenten (eq) per kg rauwe melk en tussen 1,0 en 1,4  kg CO2 eq per kg UHT halfvolle melk. Voor rundvlees ligt de carbon footprint tussen 11,6 en 14,6 kg CO2 eq per kg levend gewicht en tussen 22,2 en 25,4 kg CO2 eq per kg ontbeend vlees. Varkensvlees ten slotte heeft een bijdrage van 3,1 tot 4,2 kg CO2 eq per kg levend gewicht en van 4,8 tot 6,4 kg CO2 eq per kg ontbeend vlees.

Bepalende factoren

Hoewel de toegepaste methodologie nauw aansluit bij internationale richtlijnen, is het niet zomaar mogelijk om de eindwaardes van diersoorten, productgroepen of internationaal onderzoek te vergelijken. Bovendien is de vergelijking met andere sectoren, zoals bijvoorbeeld groenten- en fruitsector, volledig uit den boze omdat de veehouderij te maken heeft met broeikasgassen zoals methaan en lachgas. Methaan komt bij het herkauwen vrij in de magen van de koe en komt zo in de atmosfeer terecht. Het lachgas komt vrij uit de koe- en varkensmest. Deze gassen dragen immers veel meer bij tot klimaatsopwarming dan CO2 op zich, ze hebben namelijk een veel hogere global warming potential. Één kg methaan bijvoorbeeld komt overeen met 25 kg CO2 equivalenten, één kg lachgas met 298 kg CO2 equivalenten.

Daarnaast heeft ook de samenstelling van het veevoeder een belangrijke impact op de koolstofvoetafdruk van de veehouderijproducten. Soja uit Latijns-Amerika wordt immers gebruikt als component in krachtvoer. De grondoppervlakte die nodig is om die soja te verbouwen, weegt zwaar door in de berekeningen.

Over het onderzoek

Valerie Vandermeulen en Ray Jacobsen van de vakgroep Landbouweconomie deden het onderzoek in samenwerking met consultants van Environmental Resources Management (ERM). Ze ontwikkelden hiervoor een methodologie die geïnspireerd op internationale standaarden, waaronder de ISO14067. Daarnaast werden ook vergelijkbare studies in de veehouderij uit het buitenland onderzocht.

De wetenschappers onderzochten de landbouwsector en verwerking van de veehouderijproducten in detail. In de analyses werden de emissies meegenomen die te maken hadden met de productie van veevoeders en materiaal voor bedding van de stallen, de aankoop van veevoeders, de dierlijke productie (voornamelijk maagdarmfermentatie), mestopslag en -afzet, mestgebruik, energie- en waterverbruik, transport van de goederen en procesmaterialen.

Info

Link naar het volledige onderzoeksrapport

Bron : UGent

____________________

Extra info

Rapport : Toepassen van de carbon footprint methodologie op Vlaamse veehouderijproducten 146 bladzijden (1,5 MB, 22 februari 2012)
Ellen Bracquené, Marianne Fernagut, Kathleen Goossens, Ray Jacobsen, Valerie Vandermeulen, Xavier Gellynck, Stefaan De Smet, Pascal Boeckx en Guido Van Huylenbroeck