De OVAM is partner in het Interreg North-West Europe-project RAWFILL. Doel van het project is enkele aspecten van Dynamic Landfill Management (het duurzaam voorraadbeheer van stortplaatsen) onder de loep te nemen en te verbeteren. Tegelijk loopt het Interreg Europe-project COCOON, waarin de uitgebreide kennis van de OVAM van pas komt om beleidsadviezen over het langetermijnbeheer van stortplaatsen te formuleren aan de Europese Commissie.
Meest winstgevende projecten
Op het einde van het traject willen de RAWFILL-partners onder andere uitpakken met een tweeledige beslissingsondersteunende toepassing. Deze tool moet het mogelijk maken om de meest winstgevende Landfill Mining-projecten te selecteren. De laatste stand van zaken werd recent tijdens het midterm event aan het grote publiek voorgesteld.
De eerste fase, ‘Cedalion’ gedoopt, geeft een rangschikking van vervuilde gronden aan de hand van de meest fundamentele criteria. Deze gegevens worden via bureauonderzoek (desktoptoepassing) en veldonderzoek (app) verzameld. De nadruk ligt op de gebruiksvriendelijkheid en eenvoud van de input. Zowel de desktoptoepassing als de app zullen als freeware beschikbaar zijn bij oplevering.
De output van Cedalion is een aanbeveling om door te gaan naar de tweede fase, of het advies dat het stort nevenfuncties kan krijgen die waardevol zijn voor mens en milieu. Dat wil zeggen dat de omstandigheden niet goed genoeg zijn voor een definitieve valorisatie. Dat advies is een nieuwigheid. Tools uit het verleden lieten deze groep stortplaatsen links liggen. De RAWFILL-tool bouwt dus een tijdlus in, variërend van één jaar tot enkele decennia, waarbij ook deze ‘hopeloze’ stortplaatsen opnieuw een nuttige invulling krijgen in afwachting van betere (markt)omstandigheden.
Voor de meest veelbelovende stortplaatsen wordt tijdens de tweede fase, ‘Orion’, een heuse businesscase uitgerekend, gestoeld op de principes van het UNFC (United Nations Framework Classification for Resources). De gebruiker moet daarvoor wel de nodige experts onder de arm nemen, want de input is veel vaktechnischer en omvangrijker dan in de eerste fase.
Stortplaatsen in kaart brengen
Een ander onderdeel van RAWFILL is de geofysische kartering van stortplaatsen. Daarvoor liep een pilootproject op de site van Meerhout. De Universiteit van Luik en de British Geological Survey nemen dit onderzoek op. Hun metingen worden vergeleken met boringen en sleuven om de toestellen correct te kunnen kalibreren. Op termijn kan zo erg veel geld bespaard worden op ontgravingen, die vandaag als best beschikbare techniek (BBT) naar voren worden geschoven.
Bron: De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Vlaamse Overheid