23/05/2003

Toelaatbare functiewijzigingen aan zonevreemde gebouwen

Terug naar artikeloverzicht

Vandaag keurde de Vlaamse regering op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN een besluit principieel goed, dat toelaat in bepaalde gevallen het gebruik of de functie van zonevreemde gebouwen te wijzigen.

Zonevreemde gebouwen zijn gebouwen, die niet gelegen zijn in een geigende bestemmingszone. Het zijn geen illegale gebouwen, maar het kan gaan om b.v. een schooltje of een particuliere woning in een agrarisch gebied, een kasteel in een parkgebied of om een handelszaak in een industriegebied.

Het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening, dat nog door de vorige regering werd goedgekeurd, liet slechts 2 gebruikswijzigingen toe, nl. het residentialiseren van een landbouwerswoning (nadat de boer op pensioen is gegaan) en hoevetoerisme op voorwaarde dat landbouw als nevenactiviteit behouden blijft.

Met het wijzigingsdecreet van 13 juli 2002 over de zonevreemde woningen besliste de Vlaamse regering tot de opmaak van een lijst, waardoor het gebruik van een bestaand, vergund gebouw zou kunnen worden gewijzigd.

Deze lijst werd vandaag principieel goedgekeurd en is vooral gericht op een zinvol hergebruik en een revalorisering van bestaande, zonevreemde gebouwen.
Vlaanderen beschikt immers over een waardevol gebouwenpatrimonium, waarvan het jammer zou zijn indien dit zou verkommeren door leegstand omdat er geen nieuwe, nuttige functie aan kan worden gegeven.

Indien het gebouw of het gebouwencomplex daartoe bouwfysisch geschikt is, kunnen o.a. de volgende gebouwen onder welbepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning:

  • In elk gebied: het wijzigen van het gebruik van een deel van een bestaande, zonevreemde woning naar een gebruik als kantoorruimte voor een vrij beroep (b.v. architect, notaris, dierenarts, enz..) of een dienstenfunctie (b.v. een kapsalon) voor zover de oppervlakte beperkt blijft tot max. 100m2;

  • In een industriegebied: het wijzigen van het gebruik van een bestaand gebouw naar handel, horeca, kantoren of diensten voor zover in de ruime omgeving er nog gebouwen voorkomen met een soortgelijke functie;

  • In een industriegebied: het wijzigen van het gebruik van een bestaand gebouw naar luidruchtige binnenrecreatie, zoals b.v. een carting, een fuifzaal of een schietstand;

  • In een agrarisch gebied: het wijzigen van het gebruik van een bestaand gebouw tot industrie of ambacht voor zover het gebouw deel uitmaakt van een gebouwengroep. Zo kan b.v. een landbouwschuur gebruikt worden als opslagplaats van allerhande goederen.

  • In een agrarisch gebied: het wijzigen van het gebruik van een bestaand gebouw tot recreatie, handel, horeca, kantoren of diensten. Hierbij wordt in de eerste plaats gedacht aan b.v. een paardenhouderij, een dierenasiel, een veeartsenpraktijk, een tuinaanlegbedrijf of een kinderboerderij.

  • In elk gebied: het wijzigen van het gebruik van een bestaand gebouw tot eender welk nieuw gebruik voor zover het gebouw is opgenomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Dit zijn inventarissen van de meest waardevolle en markante gebouwen, die worden opgemaakt door de bevoegde diensten van Monumenten en Landschappen. Zo kan b.v. een voormalig kasteelgebouw omgevormd worden tot kantoren of restaurant.

Met dit nieuwe besluit wordt nogmaals een bijdrage geleverd om meer rechtszekerheid te geven aan de problematiek van de zonevreemdheid in Vlaanderen.

Uiteraard blijft de minister de planningsinitiatieven van de gemeenten ondersteunen om een gebiedsgerichte en gebiedsspecifieke benadering op te maken, zodat het 'confectiepak' een 'maatpak' kan worden.

persinfo : Philippe Heyvaert, woordvoerder van minister Van Mechelen
tel. : 02 553 64 11
e-mail : persdienst.vanmechelen@vlaanderen.be