25/04/2007

Thematische strategie inzake het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen

Terug naar artikeloverzicht

Het Parlement aanvaardt de mededeling van de Commissie, maar roept de Commissie wel op om bindende streefcijfers en tijdschema's voor natuurlijke hulpbronnen in te stellen. Het EP benadrukt dat een politiek beleid op dit gebied zich moet concentreren op het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en een verbetering van de hulpbronnenefficintie.

In dit initiatiefverslag van rapporteur Kartika LIOTARD (EVL/NGL, NL) stelt het Parlement vast dat de Thematische strategie van de Commissie niet beantwoordt aan de doelstellingen van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (6e MAP). Het EP verwelkomt de erkenning door de Commissie dat het beleid ten aanzien van duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen onvoldoende is gebleken en verheugt zich over de levenscyclusopvatting die terugkomt in de hele mededeling van de Commissie. Maar de mededeling van de Commissie moet volgens het Parlement beschouwd worden als een eerste stap in een proces dat uiteindelijk zal leiden tot een uitvoerige strategie voor het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Het EP is van mening dat de Commissie het Parlement, de Europese publieke opinie en het milieu serieus zou moeten nemen en roept de Commissie op om bindende streefcijfers en tijdschema's voor natuurlijke hulpbronnen in te stellen op de volgende tweeledige manier:

  • ontwikkeling en invoering van best practices voor iedere productieketen,
  • een kwantitatieve verlaging van de uitstoot van broeikasgassen met minimaal 30% tegen 2020 en 80% tegen 2050, vergeleken met de niveaus van 1990.

Het Parlement stelt dat tegen 2010 minimaal 12% van de hernieuwbare ruwe grondstoffen binnen de EU afkomstig moet zijn van aantoonbaar duurzaam beheerde hulpbronnen, te verhogen tot minimaal 15% in 2015. Tegelijkertijd benadrukt het EP het belang van de doelstelling voor de EU van 20% energiebesparing tegen 2020 en is het van oordeel dat tegen het jaar 2030 het gebruik van primaire niet-vernieuwbare hulpbronnen in de EU met een factor vier moet verminderen. Volgens het Parlement zijn er, in tegenstelling tot wat de Commissie zegt, wel degelijk indicatoren bekend om nu al concrete, duidelijke en tijdsgebonden doelstellingen in de strategie op te nemen. Daarnaast benadrukt het EP de noodzaak om methoden te ontwikkelen om een waarde toe te kennen aan natuurlijk kapitaal.
 
De vervuiling, de toenemende schaarsheid van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen evenals de afnemende toegankelijkheid ervan, vormen een bedreiging voor het behoud van de biodiversiteit en zullen leiden tot prijsstijgingen van een zodanige omvang dat ze kunnen resulteren in een min of meer volledige destabilisatie van de economische en sociale systemen van de Europese Unie en derde landen. Het Parlement roept de Europese Unie op meer inspanningen te doen en beslissingen te nemen teneinde de "efficintste economie ter wereld" te worden wat betreft het gebruik van hulpbronnen en energie. Het gebruik van milieubelastende hulpbronnen kan volgens het EP teruggedrongen worden door verschuiving van subsidies, een fasegewijze maar snelle verlaging van subsidies voor niet-duurzame activiteiten en het ondersteunen van de invoering van ecotaksen op Gemeenschapsniveau vanaf 2009. Het Parlement oordeelt dat de Commissie uiterlijk in 2008 met een routekaart moet komen voor de hervorming, per sector, van de subsidieregelingen die aanzienlijke negatieve effecten op het milieu hebben en op gespannen voet staan met duurzame ontwikkeling, om ze vervolgens geleidelijk af te schaffen.
 
Het EP is van oordeel dat de lidstaten de EU-biodiversiteitsstrategie moeten uitvoeren, zowel in de visserij als op andere gebieden, en in samenwerking met de Commissie maatregelen moeten nemen om vr 2010 de stopzetting van het verlies aan biodiversiteit als doelstelling te bereiken. Het landbouwbeleid dient mede gericht te zijn op het terugdringen van de druk op het milieu middels het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen waaronder grond, water en brandstoffen. Ook moet er in de landbouw werk worden gemaakt van onderzoek naar ecologische productiemethodes, regelgeving en controle met betrekking tot onder meer bemesting, pesticiden- en watergebruik en het koppelen van economische steun aan milieuvoorwaarden.
 
De EU dient alles in het werk te stellen om consumenten en producenten deugdelijke voorlichting te verschaffen over duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Producenten moeten aan burgers informatie verstrekken over de herkomst, productiemethodes en productieketens van hun producten en diensten, inclusief informatie over de milieugevolgen hiervan en de gebruikte hulpbronnen. Ook moeten zij informatie beschikbaar stellen over de vraag in hoeverre het product repareerbaar, hergebruikbaar en recycleerbaar is.
 
Er moet worden gestreefd naar een geleidelijke verkleining van de ecologische voetafdruk van de EU in de wereld. In dit kader roept het Parlement de Commissie op om specifieke beleidsdocumenten en -maatregelen aan te wijzen en te ontwikkelen voor de 20 hulpbronnen met de grootste gevolgen voor het milieu; deze voorstellen moeten ten laatste tegen 2008 ingediend zijn. Het EP stelt voor dat de Commissie binnen drie jaar een methode ontwikkelt om de milieueffecten van iedere productieketen te meten en dat de Commissie iedere drie jaar de vooruitgang inzake hulpbronnenefficintie controleert.

Bron : Europees Parlement