De OVAM heeft een verkennend onderzoek laten uitvoeren naar de aanwezigheid van toeslagstoffen bij grondwaterverontreinigingen met gechloreerde solventen. Uit de studie bleek ondermeer dat 1,4-dioxaan een verdachte stof is wanneer 1,1,1-trichloorethaan werd toegepast. Deze stof moet worden onderzocht in een oriënterend of beschrijvend bodemonderzoek op sites waar 1,1,1-trichloorethaan werd gebruikt.
Als er voor 1,1,1-trichloorethaan in het grondwater een beschrijvend bodemonderzoek noodzakelijk is, moet het grondwater ook onderzocht worden op de aanwezigheid van 1,4-dioxaan.
Wij verwijzen hiervoor naar de standaardprocedure voor beschrijvend bodemonderzoek, versie januari 2017.
Intussen werd ook de standaardprocedure voor oriënterend bodemonderzoek aangepast sinds 1 oktober 2017. Hier is vermeld dat indien 1,1,1-trichloorethaan een verdachte stof is, ook 1,4-dioxaan als een verdachte stof dient te worden beschouwd.
Meer info
Raadpleeg de studie ‘Toeslagstoffen van gechloreerde solventen -1,4-dioxaan in Vlaanderen’.
Voor meer info over de praktische uitvoering lees Richtlijnen Deskundigen – april 2017.
Bron: De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Vlaamse Overheid