Staatssteun: Commissie verleent goedkeuring voor maximaal 5,2 miljard EUR aan overheidssteun van dertien lidstaten voor het tweede belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang in de waterstofwaardeketen
De Commissie heeft, op grond van de EU-staatssteunregels, haar toestemming verleend voor een tweede belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (“IPCEI”) voor ondersteuning van onderzoek en innovatie, eerste industriële toepassing en bouw van relevante infrastructuur in de waterstofwaardeketen.
Het zogenoemde "IPCEI Hy2Use"-project werd gezamenlijk voorbereid en aangemeld door dertien lidstaten: België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slowakije, Spanje en Zweden.
De lidstaten zullen maximaal 5,2 miljard EUR aan overheidsfinanciering verstrekken, wat naar verwachting 7 miljard EUR aan extra particuliere investeringen zal aantrekken. In het kader van dit IPCEI zullen 29 ondernemingen met activiteiten in een of meer lidstaten, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen ("kmo's") en start-ups, deelnemen aan 35 projecten.
IPCEI Hy2Use zal een groot deel van de waterstofwaardeketen bestrijken door ondersteuning van
i) de bouw van waterstofgerelateerde infrastructuur, met name grootschalige elektrolyse-installaties en vervoersinfrastructuur, voor de productie, de opslag en het vervoer van hernieuwbare en koolstofarme waterstof; en
ii) de ontwikkeling van innovatieve en duurzamere technologieën voor de integratie van waterstof in de industriële processen van verschillende sectoren, die met name moeilijker koolstofarm of koolstofvrij te maken zijn, zoals de staal-, cement- en glassector. Verwacht wordt dat het IPCEI de bevoorrading met hernieuwbare en koolstofarme waterstof zal stimuleren en zo zal leiden tot minder afhankelijkheid van aardgasleveringen.
Verwacht wordt dat verschillende projecten in de nabije toekomst zullen plaatsvinden, zoals een aantal grootschalige elektrolyse-installaties die volgens de verwachting in 2024-2026 operationeel zullen zijn, en een groot aantal innovatieve technologieën die in 2026-2027 zullen worden uitgerold. De voltooiing van het totale project is gepland voor 2036, en de termijnen variëren naargelang van het project en de betrokken bedrijven.
Noorwegen, dat lid is van de Europese Economische Ruimte, neemt ook deel aan het "Hy2Use"-IPCEI met twee afzonderlijke projecten. De door Noorwegen aangemelde staatssteun moet worden beoordeeld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.
IPCEI Hy2Use volgt – als aanvulling – op het eerste belangrijke project van gemeenschappelijk Europees belang dat betrekking heeft op de waardeketen voor waterstof, namelijk "Hy2Tech", dat de Commissie op 15 juli 2022 heeft goedgekeurd. Beide IPCEI's hebben betrekking hebben op de waterstofwaardeketen, maar Hy2Use is toegespitst op projecten die niet onder Hy2Tech vallen, namelijk waterstofgerelateerde infrastructuur en waterstoftoepassingen in de industrie (terwijl Hy2Tech gericht is op eindgebruikers in de sector van de mobiliteit).
Beoordeling door de Commissie
De Commissie heeft het voorgenomen project getoetst aan de EU-staatssteunregels, meer bepaald aan haar mededeling betreffende belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI's).
Wanneer particuliere initiatieven ter ondersteuning van baanbrekende innovatie en de bouw van grootschalige infrastructuur die voor de EU van aanzienlijk belang is, niet plaatsvinden vanwege de significante risico's die dergelijke projecten met zich meebrengen, kunnen de lidstaten met een IPCEI gezamenlijk de kloof dichten om dit marktfalen te verhelpen. Op die manier wordt er ook voor gezorgd dat de economie van de EU in haar geheel van de investeringen profiteert en dat potentiële verstoringen van de mededinging worden beperkt.
De Commissie is tot de bevinding gekomen dat het Hy2Use-IPCEI voldoet aan de voorwaarden uit de desbetreffende mededeling. Met name concludeerde de Commissie het volgende:
- Het project levert een bijdrage tot een gemeenschappelijke doelstelling door een belangrijke strategische waardeketen voor de toekomst van Europa te ondersteunen, en door bij te dragen aan de doelstellingen van belangrijke EU-beleidsinitiatieven zoals de Europese Green Deal, de EU-waterstofstrategie en het REPowerEU-plan.
- De 35 projecten die deel uitmaken van het IPCEI, zijn allemaal zeer ambitieus, aangezien zij gericht zijn op de ontwikkeling van technologieën en infrastructuur die verder gaan dan wat de markt momenteel biedt, en opmerkelijke verbeteringen mogelijk zullen maken wat prestaties, veiligheid, milieueffecten en kostenefficiëntie betreft.
- Het IPCEI brengt ook aanzienlijke technologische en financiële risico's met zich mee. Overheidssteun is dus noodzakelijk om ondernemingen ertoe aan te zetten investeringen te verrichten.
- Steun aan individuele bedrijven blijft beperkt tot wat noodzakelijk en evenredig is en de mededinging niet buitensporig verstoort. Meer bepaald heeft de Commissie zich ervan vergewist dat de totale voorgenomen maximumbedragen aan steun in overeenstemming zijn met de subsidiabele kosten van de projecten en de “financieringskloof” ervan. Indien grote, door het IPCEI bestreken projecten uiteindelijk erg succesvol blijken en extra netto-opbrengsten opleveren, zullen de bedrijven voorts een deel van de ontvangen steun teruggeven aan de betrokken lidstaten (terugvorderingsmechanisme).
- De deelnemende bedrijven die de overheidssteun ontvangen, zullen de uitkomsten van het project breed delen zodat naast de ondernemingen en de landen die deel uitmaken van het IPCEI, ook Europese wetenschappers en het Europese bedrijfsleven daar baat bij vinden. Een en ander zal in heel Europa positieve overloopeffecten opleveren.
Op grond van dit alles concludeerde de Commissie dat het project in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels.
Financiering, begunstigden en bedragen
Het belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) zal 35 projecten omvatten van 29 bedrijven, waaronder kmo's en start-ups, met activiteiten in een of meer lidstaten. De directe deelnemers zullen onderling nauw samenwerken (in tal van samenwerkingsverbanden die daarvoor gepland zijn), alsook met meer dan 160 externe partners, zoals universiteiten, onderzoeksorganisaties en kleine en middelgrote ondernemingen uit heel Europa.
Onderstaande figuur toont de algemene structuur van Hy2Use en vermeldt de afzonderlijke projecten.
Meer informatie over de steunbedragen voor individuele deelnemers zal beschikbaar zijn in de openbare versie van het besluit van de Commissie, zodra met de lidstaten en derde partijen overeenstemming is bereikt over eventuele bedrijfsgeheimen die niet openbaar mogen worden.
Citaten van Commissieleden
Voorzitter Ursula von der Leyen: “Waterstof kan een doorbraak betekenen voor Europa. Het is van cruciaal belang dat we hiermee onze energiebronnen diversifiëren en minder afhankelijk worden van Russisch gas. We moeten de schaal van deze nichemarkt vergroten. Daarom zijn we bezig met de oprichting van een waterstofbank. En wij zullen ook onze financiële deelname aan belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang vergroten. Dit zal baanbrekende innovatie en positieve overloopeffecten voor de hele EU-economie mogelijk maken en de economie van de toekomst ondersteunen.”
Uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager, belast met het mededingingsbeleid: „De ontwikkeling van technologieën voor koolstofarme en met name groene waterstof en de bouw van de nodige infrastructuur voor de uitrol daarvan zal ons een stap dichterbij brengen om tegen 2050 van Europa het eerste klimaatneutrale continent te maken. De waardeketen voor waterstof in Europa staat in zijn kinderschoenen. Dit maakt het voor bedrijven en lidstaten riskant om in hun eentje in een dergelijke innovatieve markt te investeren. Dan moet staatssteun een rol spelen om grote bedragen aan particuliere investeringen te ontsluiten, aan te trekken en te benutten als hefboom. Deze investeringen zouden anders nooit plaatsvinden." De volledige verklaring is hier te vinden.
Commissielid Thierry Breton voor de interne markt hierover: “Waterstof is uiterst belangrijk voor de groene transitie van de energie-intensieve industriesectoren in Europa: het biedt de mogelijkheid om staal, cement en chemicaliën koolstofvrij te produceren en kan grote hoeveelheden fossiele brandstoffen vervangen. De Europese industrie is een wereldwijde leider op het gebied van waterstoftechnologie. De tijd is aangebroken om onze technologieën uit te rollen in Europa's werkplaatsen. Onze waterstof-IPCEI's willen niet meer dan dit: steun bieden voor een eerste generatie grootschalige industriële waterstofprojecten in Europa."
Achtergrond
De goedkeuring van dit belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) door de Commissie sluit aan bij de bredere inspanningen die zij levert om de ontwikkeling van een innovatieve en duurzame Europese waterstofindustrie te ondersteunen.
In 2018 heeft de Commissie het Strategisch Forum voor belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang opgericht, een gezamenlijk orgaan met vertegenwoordigers van de lidstaten en het bedrijfsleven. In november 2019 heeft het Strategisch Forum zijn verslag gepubliceerd en daarin onder meer waterstoftechnologieën en -systemen als een van de belangrijkste strategische waardeketens voor Europa vermeld. In juli 2020 heeft de Commissie haar EU-waterstofstrategie gepubliceerd, met ambitieuze doelstellingen voor de productie en het gebruik van schone waterstof, en heeft zij de Europese alliantie voor schone waterstof gelanceerd, waarin de Europese waterstofgemeenschap (industrie, maatschappelijk middenveld, overheden) samenkomt.
Samen met de beleidsprioriteiten van de Europese Green Deal, met name op het gebied van ecologische duurzaamheid en de groene transitie naar klimaatneutraliteit van de industrie en het vervoer, hebben deze initiatieven een belangrijke rol gespeeld voor de doelstellingen van het IPCEI Hy2Use, hetgeen geleid heeft tot het ontstaan van meer industriële partnerschappen.
Het besluit van vandaag is het tweede IPCEI-project dat op basis van de mededeling van 2021 betreffende staatssteun voor IPCEI's is goedgekeurd. Deze mededeling omschrijft volgens welke criteria verschillende lidstaten transnationale projecten die voor de EU van strategisch belang zijn, kunnen ondersteunen op grond van artikel 107, lid 3, punt b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het is de bedoeling, met de mededeling, de lidstaten ertoe aan te zetten sterk innovatieve projecten te steunen en zo een duidelijke bijdrage te leveren aan economische groei, banen en het concurrentievermogen.
De IPCEI-mededeling is een aanvulling op andere staatssteunregels zoals de richtsnoeren op het gebied van klimaat, energie en milieu, de algemene groepsvrijstellingsverordening en het steunkader voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I), waarmee steun aan innovatieve projecten kan worden gegeven terwijl potentiële verstoringen van de mededinging toch beperkt blijven.
De richtsnoeren voor staatssteun op het gebied van klimaat, energie en milieu voorzien in de mogelijkheid om overheidssteun te verlenen voor investeringen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, onder meer met projecten betreffende de productie en het gebruik van hernieuwbare of koolstofarme koolstof. Sommige van deze projecten zullen een aanvulling vormen op de waterstof-IPCEI's en worden nu prioritair door de Commissie beoordeeld.
De IPCEI-mededeling ondersteunt investeringen ten behoeve van O&O&I, de eerste industriële toepassing en de bouw van infrastructuur, op voorwaarde dat de aldus ondersteunde projecten zeer innovatief zijn, van belang zijn voor Europa en het niet om massaproductie of commerciële activiteiten gaat. Voorts moeten er toezeggingen komen voor een brede verspreiding en spill-over van de nieuwe kennis in de hele EU en moet het project nader worden beoordeeld uit het oogpunt van de mededinging om buitensporige verstoringen op de interne markt tot een minimum te beperken.
De niet-vertrouwelijke versie van het besluit wordt, zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost, beschikbaar gesteld in het Staatssteunregister op de website van DG Concurrentie, onder de zaaknummers SA.64631 (Oostenrijk), SA.64641 (België), SA.64636 (Denemarken), SA.64628 (Finland), SA.64670 (Frankrijk), SA.64654 (Griekenland), SA.64645 (Italië), SA.64650 (Nederland), SA.64627 (Polen), SA.64754 (Portugal), SA.64634 (Slowakije), SA.64623 (Spanje) en SA.64652 (Zweden). Een overzicht van de recentste staatssteunbesluiten die op internet en in het Publicatieblad van de EU zijn bekendgemaakt, is te vinden in de elektronische nieuwsbrief State Aid Weekly e-News.
Bron: © Europese Unie, 1995-2021