24/11/2008

Snuffelploegen moeten geurhinder objectieveren

Terug naar artikeloverzicht

Geurhinder in onze woonomgeving is een vaak onderschat probleem. Ruim 15 % van de bevolking in Vlaanderen, of bijna 1 op 6 burgers, is momenteel op n of andere manier gehinderd door geurtjes van n of andere activiteit. Dit blijkt uit een grootschalige enqute die in 2008 werd uitgevoerd in opdracht van Vlaams minister Hilde Crevits. Na de enqute heeft de minister een beleidsvisie met acties laten uitwerken. Een van de maatregelen is de inzet van snuffelploegen die de geurhinder kunnen objectieveren.

Geurhinder in onze woonomgeving is een vaak onderschat probleem. Ruim 15 % van de bevolking in Vlaanderen, of bijna 1 op 6 burgers, is momenteel op ££n of andere manier gehinderd door geurtjes van ££n of andere activiteit. Dit blijkt uit een grootschalige enqute die in 2008 werd uitgevoerd in opdracht van Vlaams minister Hilde Crevits. Na de enqute heeft de minister een beleidsvisie met acties laten uitwerken. Een van de maatregelen is de inzet van snuffelploegen die de geurhinder kunnen objectieveren.
 
Belangrijkste evoluties

Ten opzichte van de eerste enqute, uitgevoerd in 2001, vallen er een aantal opmerkelijke tendensen op. Zo is er een stijgende trend in het aantal geurgehinderden in Vlaanderen als gevolg van particuliere activiteiten (13% van de bevolking). Vooral het verbranden van afval in open lucht, schoorstenen en dampafvoeren worden beschouwd als de belangrijkste boosdoeners. Het verkeer blijft een constante, belangrijke bron van geurwrevel (eveneens 13% geurgehinderden), hoewel hierover weinig wordt geklaagd.
 
Een positieve, zij het minder uitgesproken, dalende trend is er met betrekking tot het aantal geurgehinderden van bedrijfsactiviteiten. 7% van de respondenten ondervindt van hinder van industrile bedrijvigheden en 6% van landbouwbedrijvigheden. Volgens minister Hilde Creivts werpen de verscherping van regelgeving en de nauwe opvolging van milieuproblemen op het terrein, via milieuvergunningen en een scherpe handhaving, alvast hun vruchten af.
 
Toch nog onduidelijkheid

Toch zijn er nog heel wat situaties waar onduidelijkheid en rechtsonzekerheid heerst voor de veroorzakers van geurhinder. Als gevolg van de te vage regelgeving met betrekking tot geurhinder kan er nog te weinig houvast worden geboden aan de instanties die de hinder moeten beoordelen en eventueel sanctioneren. Het grote aantal geurklachten van zowel particuliere als bedrijfsactiviteiten dat wordt gemeld bij lokale en gewestelijke overheidsdiensten lijkt alvast nog niet te dalen.
 
Omdat er nood is aan een duidelijk beleidsmatig en regelgevend kader heeft minister Hilde Crevits een visiedocument laten opmaken. In dit visiedocument wordt ingegaan op de (beleids)context, beleidshiaten, recente realisaties, visie en potentile vernieuwende geurbeleidsmaatregelen in Vlaanderen. De resultaten en conclusies van boven genoemde enqutering zijn mee in rekening gebracht in dit visiedocument.
 
Het visiedocument heeft de bedoeling een overzicht te geven van mogelijkheden die er zijn om geurhinder, veroorzaakt door diverse doelgroepen, op een meer coherente, gestructureerde, brongerichte en sectorale manier aan te pakken. Het visiedocument is het resultaat van heel wat beleidsvoorbereidend studiewerk, praktijkervaring en overleg met diverse stakeholders.
 
Hoe hinder aanpakken?
Er wordt een mix van mogelijke maatregelen voorgesteld.
 
Voor de aanpak van de geurhinder die wordt veroorzaakt door hinderlijke inrichtingen betekent dit concreet onder meer:

Voor activiteiten die niet onder de noemer 'hinderlijke inrichting' vallen biedt het nieuwe milieuhandhavingsdecreet nogal wat mogelijkheden om het lokale overheidsniveau te versterken. Aanvullend moet de samenwerkingsovereenkomst die de Vlaamse overheid met vele gemeenten afsluit op vlak van milieu (inclusief een thema hinder) een stimulans zijn voor gemeenten om effectief op te treden tegen diverse vormen van kleinschalige geurwrevel. Ook de code van goede praktijk voor de beheersing van geurhinder van luchtafvoersystemen van grootkeukens, frituren en restaurants, die in de loop van 2009 wordt opgesteld, zal hiertoe een belangrijk hulpmiddel kunnen betekenen.
 
Wat het straatverkeer betreft, zijn het vooral maatregelen die kaderen in de bestrijding van de luchtverontreiniging, zoals roetfilters, die ongetwijfeld ook een positief effect hebben op de geurhinder. Geurhinder door verkeer gaat immers voor een groot deel samen met de emissie van een aantal andere luchtpolluenten uit voertuigen. Nochtans blijft de nodige aandacht voor de geurproblematiek van het verkeer vereist, aangezien de effecten van genomen maatregelen niet altijd eenduidig positief zijn met betrekking tot geurhinder.
 
Vlaams minister Hilde Crevits meent dat de tijd nu rijp is om het maatschappelijke debat rond de problematiek van geurhinder op te starten om zodoende een draagvlak te creren als voorbereiding op de introductie van vernieuwende beleidsmaatregelen gericht op het voorkomen en beheersen van de geurhinder die wordt veroorzaakt door diverse activiteiten. De minister zal hiertoe het advies vragen van de Vlaamse adviesraden SERV en Minaraad met betrekking tot het opgestelde visiedocument. Uit dit advies zal moeten blijken welke beleidspistes een voldoende groot draagvlak hebben. Deze pistes zullen in een volgende fase verder worden geconcretiseerd.

Bron : Kabinet van minister Hilde Crevits Vlaams minister van openbare werken, energie, leefmilieu en natuur 

_________________________________

Extra info :

Code van Goede Praktijk "Bepalen van de geurverspreiding door middel van snuffelploegmetingen"