14/03/2011

Richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet waterdicht zijn

Terug naar artikeloverzicht

Op de Europese Raad Leefmilieu in Brussel heeft Vlaams minister Joke Schauvliege namens ons land gepleit voor een waterdichte richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE). Zo niet dreigen nefaste gevolgen voor mens en milieu, waarschuwde de minister. Voor het eerst voerde de Leefmilieuraad ook een debat over een gemeenschappelijk landbouwbeleid in de EU. Minister Schauvliege brak een lans voor   duurzame landbouw en vroeg, verwijzend naar de situatie in Vlaanderen, uitdrukkelijk om een aanpak op maat

WEEE

De Europese Raad Leefmilieu boog zich vandaag eerst over het voorstel voor een richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE). Belangrijkste knelpunt was het toepassingsgebied (scope of lijst van productcategorieën). Sommige lidstaten verkozen een beperkte lijst. Anderen, waaronder ons land, zagen omwille van de duidelijkheid en een eenvoudigere implementatie meer heil in een open lijst.

België vond het huidige voorstel onvoldoende ambitieus wat de harmonisering en de doelstellingen inzake inzameling en recyclage betreft. Uiteindelijk bereikte de Raad na twee jaar onderhandelen een politiek akkoord in eerste lezing over de richtlijn: de eerste zes jaar wordt de scope van de huidige richtlijn 2002/96 hernomen (10 productcategorieën, met toevoeging van zonnepanelen, met dezelfde uitzonderingen als in de oude richtlijn). Na zes jaar wordt overgeschakeld op een scope met vijf niet-limitatieve afvalcategorieën, waarbij de uitzonderingen worden uitgebreid met grote vaste installaties, transportmiddelen en off-road machines.

Minister Schauvliege kaartte ook de controle en de inspectie van de export van WEEE naar het buitenland aan. Antwerpen is immers een belangrijke doorvoerhaven voor elektronisch afval. Omdat het compromisvoorstel uitging van een uitzondering voor bepaalde toepassingen van business-to-business, vroeg en verkreeg de minister een waterdichte regeling. Zij wees op de nefaste gevolgen van de “al dan niet illegale uitstroom naar ontwikkelingslanden, waar het afval op mens- en milieu-onvriendelijke stortplaatsen of in informele werkplaatsen, terechtkomt. Hier opent zich een desastreuze achterpoort in het strikte monitoringbeleid. Een Richtlijn moet harmoniserend werken. Uitzonderingen als deze veroorzaken onduidelijkheid of dubbelzinnigheid.”

Kwik en GGO’s

Ons land stelde zich ook ambitieus op in de discussie over de evaluatie van de communautaire strategie voor kwik, net nu er binnen UNEP (UN Environment Program) onderhandelingen lopen voor een mondiaal bindend verdrag voor de uitbanning van kwik. De meeste lidstaten willen de uitkomst van die onderhandelingen afwachten. Ons land steunde het voorstel van Zweden en Denemarken om nu al ambitieuzere Europese wetgeving in het vooruitzicht te stellen, meer bepaald m.b.t. een uitfasering van kwik bevattende producten, daar waar er alternatieven zijn. Alle producten waar kwik aan toegevoegd is, moeten geëlimineerd worden en er moeten geen nieuwe gebruiksvormen voor kwikhoudende producten worden ingevoerd.

In  de discussie over de GGO’s (Genetisch Gemanipuleerde Organismen) wezen tal van lidstaten op de juridische onduidelijkheden in het voorstel van de Europese Commissie dat lidstaten de mogelijkheid biedt de teelt van GGO’s op hun grondgebied te beperken of te verbieden. Diverse lidstaten, waaronder ons land, vinden dat de Commissie eerst moet nagaan in hoeverre het bestaande wettelijk kader bijgestuurd moet worden en in hoeverre de huidige voorstellen geen afbreuk doen aan de principes van vrije wereldhandel (afspraken binnen WTO).

Gemeenschappelijk landbouwbeleid

De Leefmilieuraad heeft overigens, naast de Raad Landbouw, voor de eerste keer het toekomstig gemeenschappelijk landbouwbeleid tot 2020 (GLB) bediscussieerd. Dat beleid is onder andere ook belangrijk voor het behalen van de milieu- (inzonderheid biodiversiteit, water en bodem) en klimaatdoelstellingen, iets wat de Commissarissen Hedegaard (Klimaat), Potocnik (Leefmilieu) en Ciolos (Landbouw) voor de Raad in een brief aan de leefmilieuministers nog onderstreepten.

Vlaams minister Joke Schauvliege: “Duurzame landbouw is onze enige optie voor de toekomst. Ook onze landbouwers zijn daar van overtuigd. Ik heb mijn Europese collega’s nogmaals gewezen op het belang van een aanpak op maat. In ons dichtbevolkte en verstedelijkte Vlaanderen staat een nieuw MestActiePlan in de steigers dat ons naar een nog betere waterkwaliteit moet voeren. Dat vergt opnieuw loodzware inspanningen van de sector. Ik hoop dat de Commissie die bereidwilligheid van onze landbouwers apprecieert en dat Vlaanderen in mei een derogatie kan binnenhalen. Ik ben er overigens van overtuigd dat ook onze landbouw zich kan inpassen in de milieu- en klimaatdoelstellingen.”    

Klimaat

In reactie op het positieve resultaat van de conferentie van Cancún inzake klimaatverandering (29 november 2010 - 11 december 2010) nam de Leefmilieuraad conclusies aan. In Cancún, waar minister Schauvliege optrad als voorzitter van de Europese Raad Leefmilieu en met commissaris Hedegaard instond voor de bilaterale contacten, werden akkoorden bereikt over belangrijke elementen van het toekomstige klimaatregime zoals de 2°C doelstelling, de gezamenlijke langetermijnvisie, adaptatie, de oprichting van een mondiaal Klimaatfonds, evenals afspraken inzake financiering, technologie en capaciteitsopbouw.

De juridische vorm van het klimaatregime na 2012 en de daarmee samenhangende vraag naar de verlenging van het Kyoto Protocol spelen een sleutelrol in de onderhandelingen. Namens ons land stelde minister Schauvliege voor een positief gebaar te  stellen naar de komende onderhandelingen door de Europese bereidheid om een tweede verbintenissenperiode te aanvaarden in het licht van Cancún, duidelijker te formuleren.

Na de middag besprak de Raad met de Commissie de Roadmap naar een koolstofarme economie in 2050. Van Belgische zijde vroeg minister Schauvliege de Commissie o.m. waarom de Commissie uitgaat van een scenario van 80% emissiereductie tegen 2050, m.a.w. waarom kiest zij het laagste punt van de vork, en of ze rekening heeft gehouden met impact op bijv. kmo’s.

De Raad sloot af met een gedachtewisseling over de klimaat- en milieu-elementen in het Economische hervormingspakket dat op de agenda staat van de Europese Raad van staats- en regeringsleiders op 24 en 25 maart. In haar tussenkomst legde minister Schauvliege de nadruk op Europese maatregelen inzake transport en energie-efficiëntie en het behoud en duurzaam beheer van ecosysteemdiensten. Zij beklemtoonde tot slot het duurzaam gebruik van hulpbronnen en verwees naar de raadsconclusies over duurzaam materialenbeheer die onder het Belgisch voorzitterschap zijn aangenomen.

Bron : Persbericht Joke Schauvliege, Vlaams Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur