20/12/2005

Resultaten klimaatenqute: Belg kan veel meer doen dan hij/zij denkt

Terug naar artikeloverzicht

In september en oktober werden 6.722 Belgen, op initiatief van federaal minister van Leefmilieu Bruno Tobback, bevraagd over hun kennis en betrokkenheid bij het probleem van de klimaatsverandering. Het voornaamste doel van de schriftelijke enqute was om het klimaatbeleid beter te kunnen afstemmen op de bezorgdheden en ervaringen van de bevolking. Uit de 1.511 antwoorden blijkt vooral dat de Belg zijn aandeel in het klimaatverhaal nog altijd als klein inschat, ondanks het steeds toenemende belang van de uitstoot van de huishoudens.
 
De enqute werd uitgevoerd door het onderzoeksbureau Significant. Het hele bevragings- en verwerkingsproces werd begeleid door de socioloog Michael Debusscher. De enqute kwam er op vraag van federaal minister van Leefmilieu, Bruno Tobback, en de Dienst Klimaatverandering van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Belangrijkste resultaten:

Kennis

In het algemeen kennen de Belgen vrij goed de belangrijkste oorzaken en gevolgen van klimaatveranderingen. Het Kyoto Protocol wordt veelal in verband gebracht met alle "luchtgebonden problematieken".

Daarbij wordt echter de impact van het gebruik van elektriciteit en verwarming van de woning als oorzaken van klimaatverandering onderschat, terwijl huidkanker als gevolg foutief wordt ingeschat.

Algemeen voelen de mensen zich niet bijzonder goed genformeerd over het thema klimaatverandering. Zowat de helft van de eigenaars van een woning weet dat er een financile steun wordt gegeven voor investeringen in isolatie (dakisolatie en hoogrendementsglas), en in iets mindere mate voor verwarming (hoogrendementsketel en zonneboiler).
 
Er is een duidelijke behoefte aan informatie via de klassieke media (TV, radio, kranten), met een grote vraag naar meer gerichte informatie (informatiebrochures, websites en onderwijs).
 
Deze informatie zou moeten komen van bronnen die men het meest vertrouwt op het vlak van milieu: de wetenschappers, milieuverenigingen en onderwijs. In overheidsinstellingen wordt een matig vertrouwen als informatiebron gesteld.

 

Betrokkenheid

Volgens een meerderheid van de Belgen is klimaatverandering reeds merkbaar in Belgi, een ernstig verschijnsel, een probleem voor nu, een bedreiging in het dagelijks leven en bovendien een globaal probleem.
 
De rol van de menselijke activiteit wordt erkend. Maar de Belgen zijn overtuigd dat eerder de industrie, het vrachtvervoer en de personenwagens bijdragen aan klimaatverandering dan de gezinnen thuis.
 
De meeste Belgen weten dat de gendustrialiseerde landen de grootste verantwoordelijkheid dragen maar slechts een kwart weet ook dat de ergste gevolgen plaatsvinden in de Ontwikkelingslanden.
 
Klimaatverandering maakt deel uit van een ruimere problematiek waar burgers gevoelig voor zijn, namelijk milieu en gezondheid. Klimaatverandering wordt echter niet gepercipieerd als een op zich staand probleem.


Gedrag

Prijs en kwaliteit primeren bij de aankoop van producten boven energieverbruik. De aankoop van lampen en isolatiemateriaal (materialen ontworpen voor besparing) vormen hierop een uitzondering.

Belgen zijn weinig geneigd prijsverhogingen te aanvaarden om producten of diensten minder schadelijk voor het milieu te laten worden, en zeker niet voor basisnoden zoals voeding, water, verwarming, veerlichting en benzine/diesel. De enige uitzondering hierop vormen de vliegtuigreizen.
 
Burgers kiezen voor maatregelen die voor hen geen onmiddellijke gedragswijzigingen impliceren, zoals schadelijke producten verbieden.
 
Ze zijn van mening dat de overheid vooral voor openbaar vervoer, voor zwaardere investeringen in energie-efficintie in de woning en voor groene subsidies moeten voorzien. Ook een belastingsvoordeel voor dergelijke investeringen of energiezuinige auto's worden gevraagd.
 
Op transportvlak scoort het milieuvriendelijk gedrag redelijk goed, met uitzondering van het gebruik van het openbaar vervoer (waarvoor nochtans de meeste subsidies gevraagd worden!), en dan vooral in Walloni.
 
In het huishouden scoort het milieuvriendelijk gedrag iets minder sterk behalve voor wat betreft zuinig omspringen met water en (in Vlaanderen) het sorteren van afval.
 
In de woning stellen we een vrij behoorlijk energiebesparend gedrag vast, behalve voor de aankoop van groene stroom en het gebruik van zonne-energie. Vlamingen scoren over bijna de ganse lijn lager dan de respondenten uit de twee andere gewesten.
 
Relatief weinig respondenten geven aan reeds gebruik te hebben gemaakt van de bestaande steunmaatregelen.

Links: