Resultaten enquête "Belastingvoordeel voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling”: leefmilieu-aspecten

Alle bedrijven die in 2013, 2014 of 2015 een aanvraag indienden voor het bekomen van een attest ter bevestiging van het milieuvriendelijke karakter van hun investeringen, kregen een uitnodiging om deel te nemen aan de enquête. Ook boekhoudkantoren werden gecontacteerd. Daarnaast werd de enquête ook via enkele intermediaire kanalen verspreid.

Op 12 februari 2016, de slotdatum, hadden 120 respondenten de enquête ingevuld.

Ondertussen werden ook de federaties bevraagd, doorgaans via telefonische weg. De respectieve bevragingen kaderen in een ruimer proces waarbij de werking van het huidige systeem doorgelicht wordt en voorstellen tot verbetering geformuleerd worden. Aangezien er heel wat actoren bij het probleem betrokken zijn, is het mogelijk dat de resultaten van dit langlopende proces slechts over enige tijd voel- en zichtbaar worden.

Alvast enkele tendensen die uit de enquête voor bedrijven en boekhoudkantoren naar voren kwamen :

• De grote meerderheid van de respondenten kende het belastingvoordeel voor onderzoek en ontwikkeling reeds ; vaak was dit te danken aan boekhouders of fiscaal adviseurs.
• Wel leeft de vraag naar verdere bekendmaking en meer duiding, vooral via de communicatiekanalen van de federaties en websites van de Vlaamse overheid en de FOD Financiën.
• Ook een vereenvoudiging van het systeem zou welkom zijn.
• Er zijn verscheidene manieren waarop het nut van het bestaande systeem voor het leefmilieu zou kunnen vergroot of geaccentueerd worden. De respondenten verschillen van mening over de beste manier om deze optimalisatie door te voeren (keuzes, bedragen, percenten). Wel is een meerderheid te vinden voor het idee om het belastingvoordeel eventueel te differentiëren al naar gelang de nieuwe producten en technologieën al dan niet een aantoonbaar positief effect op het leefmilieu hebben t.o.v. bestaande producten en technologieën.
• De respondenten zijn het opvallend eens over de vraag welke criteria belangrijk zijn om een duidelijk aantoonbaar positief milieueffect te toetsen.

Het dient opgemerkt te worden dat firma’s die in aanmerking wensen te komen voor het belastingvoordeel bepaalde stappen moeten ondernemen bij de gewesten. Binnen LNE is onze afdeling Milieu-integratie en -subsidiëringen hiervoor bevoegd. De enquête bevatte ook over dit aspect een paar vragen. Het goede nieuws is, dat de deelnemers het contact met LNE als leerrijk en vriendelijk inschatten. Minder goed nieuws is, dat de behandeltermijn vaak te lang leek.

De lange behandeltermijn werd veroorzaakt door een over de jaren heen gegroeide achterstand. Het systematisch afbouwen van deze achterstand werd in 2015 en 2016 als doelstelling opgenomen in het Jaarlijks Ondernemingsplan (JOP). Zo werden in 2015 11% meer dossiers afgehandeld dan er binnenkwamen.

Bron: Departement Leefmilieu, Natuur & Energie