13/02/2003

Provinciaal ruimtelijk structuurplan Limburg definitief goedgekeurd

Terug naar artikeloverzicht

Sinds vandaag beschikt de provincie Limburg na Antwerpen en West- Vlaanderen over een definitief goedgekeurd provinciaal ruimtelijk structuurplan.  Minister-president Patrick Dewael laat weten dat Vlaams minister Dirk Van Mechelen vandaag het goedkeuringsbesluit ondertekend heeft. Dit plan bevat de toekomstvisie inzake de ruimtelijke ordening in Limburg.  Volgens de Vlaamse regering past het provinciaal structuurplan volledig binnen de opties van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen van 1997 (RSV). Het provinciaal beleid moet nu in de praktijk omgezet worden.

Het plan schenkt bijzonder veel aandacht aan de woonproblematiek. Het RSV bepaalt immers dat Limburg tegen 2007 67.524 bijkomende woningen dient te hebben. Om de krapte op de markt weg te werken, werd beslist dat de goed gelegen woonuitbreidingsgebieden versneld zullen ontwikkeld worden. Dit zal zeker positieve effecten hebben op de grondprijzen. Belangrijk hierbij is dat de doelstellingen centraal staan en niet de instellingen: privaat initiatief zal op dezelfde manier behandeld worden als de sociale huisvestingsmaatschappijen en andere openbare initiatiefnemers. Dit is in overeenstemming met de beleidslijn van Vlaams Minister van Ruimtelijke Ordening, Dirk Van Mechelen.

Ook op economisch vlak komen heel wat belangrijke items aan bod. Binnen Limburg is het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk een bijzonder economisch aandachtsgebied dat  voldoende expansiemogelijkheden onder de vorm van regionale bedrijventerreinen moet krijgen. Vooral het terrein Genk-Zuid kan nog bijkomende ruimte bieden voor industrile activiteiten die ruimte-intensief zijn. Voor kantoorfuncties komen vooral locaties in de buurt van het station in aanmerking. Ook het economisch netwerk van het Albertkanaal is van uitzonderlijk belang voor de provinciale economie. Dit netwerk heeft alle troeven om nieuwe, watergebonden bedrijven aan te trekken. In het netwerk Zuidelijk Maasland (Maasmechelen, Lanaken en Dilsen-Stokkem) worden extra ontwikkelingsmogelijkheden geboden in samenwerking met economische ontwikkelingen in Nederlands Limburg. In Haspengouw zijn Sint-Truiden en Tongeren de dragers van de industrile structuur. Het bedrijventerrein te Brustem  (68 ha) zal ontwikkeld worden met aandacht voor een kwalitatieve inrichting, dichtheid en fasering. In het stedelijk gebied Neerpelt-Overpelt kunnen volgens de provincie nieuwe locaties voor bedrijventerreinen worden onderzocht.  Hetzelfde geldt voor Bree.

Het structuurplan schenkt verder aandacht aan de mobiliteitsproblematiek. Vele ontbrekende of fout gelokaliseerde vervoersmogelijkheden vormen een rem op de ontwikkeling van de provincie. Er wordt gekozen voor de uitbouw van duurzame vervoerssystemen. Ontbrekende of te zwakke elementen zijn onder meer : de noord-zuid verbinding Hasselt-poort Kempische As, grensoverschrijdende verbindingen (Hasselt-Maastricht, Lommel- Eindhoven, Hasselt-HST-stopplaats te Luik, IJzeren Rijn Antwerpen-Ruhr-gebied. Er  zijn hoogwaardige interne openbaar vervoerverbindingen nodig tussen Hasselt en Genk. Er dient een snelle IC-trein te komen tussen Midden-Limburg en Brussel. In het belang van een goede aansluiting op de HST naar Duitsland is een snelle verbinding tussen Midden-Limburg en Luik van groot belang. Om de Kempische as beter te laten aansluiten bij het centrum van Limburg, moeten ook een aantal noord-zuid verbindingen worden geoptimaliseerd. Voor het autoverkeer betekent dat het opwaarderen van de N74 tot een volwaardige primaire weg tot in Eindhoven. Door het herwaarderen van spoorlijn 18 en de IJzeren Rijn, kan de gebrekkige spoorverbinding worden verbeterd.  Tevens moet de N74- N715 worden uitgebouwd als een hoogwaardige openbare vervoersas voor regionaal busverkeer. In het Maasland biedt een deel van de bestaande spoorlijn (het Kolenspoor) mogelijkheden om het Zuidelijk Maasland te verbinden met het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk en zo aan te sluiten op het internationaal spoorwegnet. In Haspengouw zijn goede verbindingen over de weg en het spoor vanuit Hasselt naar Sint-Truiden en Tongeren noodzakelijk.

Limburg is een toeristische provincie bij uitstek en moet dit in de toekomst blijven. Enkele gemeenten werden geselecteerd waar nog grootschalige toeristisch-recreatieve infrastructuur kan bijkomen, zoals onder meer vakantieparken en musea.  Het betreft de mijnstreek, Hasselt, Genk, Tongeren, Sint-Truiden, Houthalen- Helchteren, Zutendaal, Lommel en het Maasland. Mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld het project Minepolis in Beringen, mijnterrein Eisden/Lanklaar in Maasmechelen en Dilsen- Stokkem (skipiste, ecopolis, enz.) de Pliniusbron en de uitbreiding van het Gallo-romeins museum in Tongeren, .

Het structuurplan geeft ook de mogelijkheid om in een beperkt aantal gebieden een actief landschapsontwikkelingsbeleid opzetten. Het gaat onder meer over het Park Hoge Kempen, het Drielandenpark (Voeren),  het kastelenlandschap in Zuid- en West- Limburg,.

Ingevolge de goedkeuring van het provinciaal structuurplan, moeten de Limburgse gemeenten hun gemeentelijke structuurplannen op hun beurt laten goedkeuren door de provincie en niet langer door de Vlaamse regering. Een tweede belangrijk gevolg is dat de provincie nu de kleinstedelijke gebieden dient af te bakenen via provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (Tongeren, Sint- Truiden, Lommel, Maasmechelen, Neerpelt-Overpelt, Bilzen, Bree, Leopoldsburg en Maaseik). Binnen deze afgebakende gebieden zal het wonen extra gestimuleerd worden.

voor meer inlichtingen:
Bart Tommelein, woordvoerder van minister- president Patrick Dewael, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, tel. 02/553.29.11