Op vrijdag 3 december, in de aanloop naar de Formele Raad van Europese Energieministers, hebben 10 staten een samenwerkingsakkoord ondertekend om samen de ontwikkeling verder te zetten van de offshore windmolenparken van de Noordelijke Zeeën (Noordzee, het Kanaal, Keltische Zee, Ierse Zee), op een oppervlakte van ongeveer 760.000 km². Dit akkoord is een belangrijke stap in de verdere uitbouw van hernieuwbare energie, aangezien de energiecapaciteit van de Europese offshore windenergie gigantisch is en die van de aardolie in het Midden-Oosten zelfs overschrijdt.
Oprichting net dat de offshore windmolenparken van de Noordelijke Zeeën verbindt
Zweden, Denemarken, Duitsland, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Noorwegen en België zullen voortaan, aan de hand van een precieze kalender, samenwerken om de investeringen ten voordele van deze onderlinge verbindingen te coördineren. De regulatoren, ACER (Agency for the Cooperation of Energy Regulators) en de netbeheerders van ENTSO-E (European Network of Transmission System Operators fro Electricity) steunen dit akkoord.
De 10 staten zullen nauw samenwerken op technisch en administratief vlak voor de de planning en ingebruikname van dit net. Het akkoord voorziet een gedetailleerd werkplan met een overzicht van de volgende stappen die ondernomen dienen te worden. Drie werkgroepen verenigen de regeringen, regulatoren, netbeheerders en de Europese Commissie, en zullen tweemaal per jaar verslag uitbrengen bij de ministers van Energie. Minister Paul Magnette, de initiatiefnemer van het project, werd door zijn collega’s verzocht om dit eerste werkjaar voor te zitten.
Deze gecoördineerde benadering tussen de staten onderling, die ten volle gesteund wordt door de Europese Commissie, zal de mogelijkheid om aan de 3 x 20 - doelstelling van de Europese Unie tegemoet te komen aanzienlijk verhogen. In november stelde de Europese Commissie haar energie- en infrastructuurpakket voor, over de energiebevoorrading en de verwezenlijking van de interne markt. Het offshore net in de Noordelijke Zeeën en de verbinding ervan met Noord- en Centraal- Europa is één van de prioriteiten inzake elektriciteit, verduidelijkt de Europese commissaris voor Energie, Günther Oettinger. Het is dan ook bijzonder aanmoedigend dat vandaag 9 lidstaten en Noorwegen deze belangrijke stap vooruit zetten met de ondertekening van het Memorandum of Understanding.
En het is net in deze sfeer dat het North Seas Offshore Grid Initiative tot stand kwam. Investeringen ter verbetering van de onderlinge verbindingen tussen de Europese staten zijn onontbeerlijk. Enkel zo zal de industriële revolutie de innovatie en werkgelegenheid bevorderen, zei Paul Magnette, voorzitter van de Europese Raad voor Energie. Het potentieel aan bijkomende banen tegen 2020-2030 schommelt tussen de 100 à 150.000 banen.
De capaciteit qua offshore windenergie in de Noordelijke Zeeën is enorm, ze overtreft zelfs het equivalent in energie van petroleum in het Midden-Oosten. De eerste ramingen tonen dat er tegen 2030 150 GW zal worden geïnstalleerd. Goed voor een productie van 563 TWh, of 16% van het Europees energieverbruik. Tegen 2050 zou de offshore energie zelfs voldoende zijn om te voorzien in 46% van het Europees energieverbruik. Tot hiertoe ontwikkelt elk land zijn offshore park afzonderlijk, legt de Voorzitter van de Europese Unie uit. Door de ondertekening an dit akkoord, geven de staten aan de Noordelijke Zeeën een signaal dat de ontwikkeling van hun nationale parken zich voortaan zal verder zetten in een Europese context. En dat alles in het werk zal worden gesteld om het potentieel van dit grondgebied ten volle uit te baten, aan de voordeligste prijs. Met dit akkoord is de doelstelling van 100% hernieuwbare energie tegen 2050 niet langer een utopie.
Signing ceremony of the North Seas Countries' Offshore Grid Initiative - Part 1(Vidéo)
Bron : © Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie